Nieuwbouw

Bouwunie actieplan: nieuwbouw nieuw leven inblazen

De BOUWUNIE stelt vast dat het aantal nieuwbouwopdrachten de voorbije jaren drastisch gedaald is. Aannemers verwachten dat deze tendens zal aanhouden. Een BOUWUNIE-enquête bij haar leden-aannemers van het voorjaar 2004 omtrent de evoluties in het segment van de woningbouw toont dit aan. De belangrijkste evolutie is ongetwijfeld de gewijzigde verhouding tussen nieuwbouw- en renovatieopdrachten. 30% van de ondervraagde aannemers ziet het aantal nieuwbouwopdrachten de laatste jaren dalen, terwijl 58% van hen in die periode meer renovatieopdrachten uitvoert. De nieuwbouwsector moet terug nieuw leven ingeblazen worden. De BOUWUNIE wil met een doorgedreven actieplan de nieuwbouw stimuleren. Bovenaan dit actieplan staat een degelijk beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening. Er moeten meer bouwgronden aan betaalbare prijzen op de markt komen. De praktijk wijst in de richting van een grondschaarste. Oorzaken zijn het ontbreken van een duidelijk grondbeleid en het blokkeren van de grondvoorraad door particulieren en overheidsinstellingen (OCMW’s, gemeenten...). Een degelijk grondbeleid is dringend nodig. Voorts benadrukt de BOUWUNIE de belangrijke rol van de gemeentelijke woonwinkel waar bouwheer én professioneel terecht kunnen voor alle mogelijke bouwinfo. Ook de bouwfiscaliteit moet "aantrekkelijker" gemaakt worden. Daartoe bepleit de BOUWUNIE o.a. het verlaagde 6% BTW-tarief voor heropbouw na afbraak van een oude woning, meer fiscale aftrekmogelijkheden voor wie investeert in energiebesparende maatregelen en een verdere verlaging van de registratierechten. Daarnaast stelt de BOUWUNIE vast dat de regelgeving alsmaar complexer wordt en de administratieve rompslomp toeneemt (bvb. de reglementering grondverzet en de reglementering veiligheidscoördinatie). De BOUWUNIE wil dit een halt toeroepen. Tenslotte kan enkel een gemoderniseerde vestigingswet de consument meer kwaliteit garanderen.

De Bouwunie hield in het voorjaar van 2004 een enquête bij haar leden-aannemers omtrent de evoluties in het segment van de woningbouw. De belangrijkste evolutie is ongetwijfeld de gewijzigde verhouding tussen nieuwbouw- en renovatieopdrachten. Het aandeel van de renovaties in het totaal van de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen is in tien jaar tijd opgelopen van 28 tot 37 % voor de woningen. Bij 30% van de ondervraagde aannemers is het aantal nieuwbouwopdrachten de laatste jaren gedaald, terwijl 58% van hen in dezelfde periode meer renovatieopdrachten heeft uitgevoerd. Voor de toekomst verwachten ze een verderzetting van deze evolutie: 31% spreekt van een daling in de nieuwbouw en 56% van een stijging van het aantal renovatieprojecten. Het belang van de nieuwbouw neemt duidelijk af. De Bouwunie meent dat dit te wijten is aan een aantal fenomenen waarvoor een oplossing moet gezocht worden. Enkel een doorgedreven actieplan kan de nieuwbouw stimuleren.

Bovenaan het Bouwunie actieplan staat een degelijk beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening. Uit cijfers van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap blijkt een globaal aanbod van 1.000.000 potentiële bouwgronden. Uitgaande van het RSV is er tegen 2007 een behoefte aan 393.517 bijkomende woningen. Deze cijfers zouden moeten doen concluderen dat er een voldoende aanbod aan bouwgronden is. Toch is er sprake van grondschaarste. Heel veel potentiële bouwgronden worden geblokkeerd via tal van omzendbrieven en structuurplannen, hetgeen een rem zet op het betaalbaar aanbod van bouwgronden. Ook stelt de Bouwunie vast dat het vaak particulieren en overheidsinstellingen (OCMW’s, gemeenten...) zijn die, al dan niet om speculatieve redenen, de grondvoorraad blokkeren. De tussentijdse resultaten van een recente studie van de Vlaamse Gemeenschap bevestigen dit. De bouwgrond van de door de Vlaamse Gemeenschap gedefinieerde 'grootgrondbezitters' (> 10 percelen in bezit) is voor meer dan 40% in handen van de overheid en voor 20% in handen van particulieren. De Bouwunie vraagt dat de Vlaamse overheid de nodige maatregelen blijft nemen zodat bouwgronden aan betaalbare prijzen op de markt kunnen komen. Een ander probleem vormt de gebrekkige stedenbouwkundige informatie, noodzakelijk als leidraad bij het opstellen het stedenbouwkundig dossier. Een goed voorbereid dossier draagt bij tot het vlot verloop van de stedenbouwkundige aanvraag. De BOUWUNIE meent dat een belangrijke rol weggelegd is voor de gemeentelijke woonwinkel waar bouwheer én professioneel terecht kunnen voor alle mogelijke bouwinfo. Ook vraagt de Bouwunie blijvende aandacht voor het vlot afleveren van stedenbouwkundige vergunningen. Een Bouwunie-bevraging van juli 2003 toont aan dat 80% van de aannemers in de uitoefening van hun werkzaamheden belemmerd worden doordat vergunningen te laat afgeleverd worden. In dit kader bepleit de Bouwunie het afschaffen van het voorafgaand verplicht advies van de gemachtigde ambtenaar.

Het tweede luik van het actieplan betreft de bouwfiscaliteit. Zo pleit de BOUWUNIE voor het verlaagde 6% BTW-tarief voor heropbouw na volledige afbraak van een oude woning, en het 6%-tarief voor afbraakwerken van woningen gelegen in verloederde stadskernen. Ook is er nood aan meer fiscale aftrekmogelijkheden voor wie investeert in energiebesparende maatregelen. Verder moet de toegestane belastingvermindering verhoogd worden tot 1.000 euro en overdraagbaar worden naar een volgend aanslagjaar, moeten de registratierechten verder verlaagd worden en moet het verlaagde schenkingrecht een definitieve maatregel worden. Ook vraagt de Bouwunie de afschaffing van het registratierecht bij de overdracht van een woning, gelegen in stadscentra.

Huisvestingspremies en financiële stimuli bestaan op diverse bestuurlijke niveau’s (federaal, Vlaams, provincie, gemeente, netbeheerder...). De Bouwunie onderstreept ook hier de belangrijke rol van de gemeentelijke bouwwinkel. Vereenvoudigde procedures en realistische voorwaarden moeten toelaten premies of subsidies op een eenvoudige manier te bekomen. Bovendien moet de som van deze premies voldoende substantieel zijn dat deze de consument aanzet tot bouwen.

Tot slot werkt volgens de Bouwunie de administratieve op dit ogenblik verlammend op deze sector. Regelingen zoals het grondverzet, de energieprestatieregelgeving en de veiligheidscoördinatie moeten vereenvoudigd worden. Ook het bekomen van een tijdelijke werfaansluiting op het elektriciteitsnet is, sedert de vrijmaking van de energiemarkt, moeilijker geworden en gaat dit gepaard met meer administratieve rompslomp. De BOUWUNIE vraagt dat dit terug een stuk soepeler en sneller zou kunnen. De BOUWUNIE bepleit ook de opmaak van een kadaster van de ondergrond zodat de aannemers zonder risico op schade graafwerken kunnen uitvoeren.