Nieuwbouw

Bouwsector niet te spreken over maatregelen hypotheekrenteaftrek

Minister Blok is momenteel in overleg met de Eerste Kamer over de plannen van het kabinet aangaande de Nederlandse woningmarkt. Niet alleen in de politiek, maar ook in de bouwsector bestaan gemengde gevoelens over de plannen van het kabinet. Met name de nieuwe maatregelen omtrent de hypotheekrenteaftrek worden zeer negatief ontvangen. Men ziet zelf meer heil in een verlaging van het BTW tarief en het stimuleren van de startersmarkt. Het belangrijkste is echter dat er duidelijkheid komt over wat er gaat gebeuren. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in januari 2013 is uitgevoerd onder 364 voorschrijvende en verwerkende partijen in de bouwsector.

Verdeeldheid over het effect van de maatregelen
Op dit moment wordt er in de Eerste Kamer overleg gevoerd over de plannen die het Kabinet heeft opgesteld voor de woningmarkt. Nadat eerder een overleg met het CDA was mislukt had het kabinet geen meerderheid in de Eerste Kamer om de plannen te kunnen doorvoeren. Met name de geplande verhuurdersheffing van 2 miljard euro vormde een struikelblok in de onderhandelingen. Op dit moment praat minister Blok met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP om op die manier toch een meerderheid te vinden voor de plannen voor de woningmarkt.

Het gebrek aan woningtransacties op zowel de bestaande woningmarkt, als de nieuwbouwmarkt zijn een belangrijke oorzaak dat er momenteel dagelijks bedrijven in de bouwsector over de kop gaan. Diverse partijen hebben al de noodklok geluid bij het kabinet om maatregelen te nemen die de woningmarkt weer uit het slop trekken. USP Marketing Consultancy heeft diverse voorschrijvende en verwerkende partijen in de bouwsector gevraagd de maatregelen die het kabinet voornemens is door te voeren te beoordelen. Over de permanente verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% is de sector zeer positief; 26% verwacht dat dit een zeer positief effect zal hebben op de woningmarkt en 56% verwacht een positief effect. Ook de beperking van de overdrachtsbelasting bij doorverkoop binnen 36 maanden zal volgens de sector positief uitpakken. Het in stand houden van de hypotheekrenteaftrek voor bestaande hypotheken heeft volgens 19% een zeer positief effect en nog eens 39% verwacht een positief effect. Het aandeel sceptici, oftewel zij die een (zeer) negatief effect van deze maatregelen verwachten is minimaal.

De bouwsector is zeer negatief over de beperking van de hypotheekrenteaftrek voor nieuwe hypotheken. Deze blijft alleen in stand bij een volledige annuïtaire of lineaire aflossing binnen 30 jaar. Maar liefst 39% van de ondervraagden geeft aan dat dit een negatief effect zal hebben op de sector en nog eens 7% verwacht een zeer negatief effect. Ook de inkomensafhankelijke huur in de sociale huursector wordt niet al te positief ontvangen; 20% verwacht een negatief effect en nog eens 9% geeft aan dat dit een zeer negatief effect zal hebben op de woningmarkt.

Bouwsector verlangt terug naar 6% BTW tarief
De partijen in het onderzoek zijn ook gevraagd welke maatregelen zij zouden nemen om de bouwsector te stimuleren. Allereerst geeft men aan dat er duidelijkheid moet komen. Zolang dat er niet is zal de consument niet in beweging komen. Een zeer populaire maatregel is de verlaging van het BTW tarief bij onderhoud en renovatie. Deze maatregel, die in 2011 is afgeschaft, had een zeer positief effect op de bedrijvigheid. Ook bepaalde subsidies om de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad te stimuleren zouden weer in ere moeten worden hersteld. Op deze manier kan de renovatiesector een sterke impuls krijgen. De woningmarkt zou volgens de ondervraagden weer op gang kunnen worden gebracht door enerzijds banken te verplichten makkelijker hypotheken te verstrekken en anderzijds meer initiatieven te ontplooien om de starters op de woningmarkt op gang te helpen. Deze initiatieven zouden zich enerzijds moeten richten op de kredietverstrekking en anderzijds op de ontwikkeling van goedkope starterswoningen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de premiewoningen uit de jaren ’80, die mensen met een lager inkomen in staat stelden een woning te kopen. Ten slotte is de sector van mening dat de grondprijzen omlaag moeten.