Algemeen

Bouwschandaal aan de Royal Mile

“Weet u wat die ramen kosten? Bijna 25.000 euro per stuk. Ze worden op maat gemaakt, allemaal in een verschillende vorm en met speciale houten spanten er voor. Geen wonder dat het allemaal zo verschrikkelijk duur wordt.”

De gidsen in de toeristenbussen van Edinburgh maken graag zure opmerkingen als ze aan het eind van de Royal Mile de bouwplaats passeren waar het nieuwe Schotse parlement moet komen.

Dit is niet alleen het grootste openbare gebouw voor Schotland, het is ook het grootste bouwschandaal van Groot-Brittannië.
Het nieuwe parlementsgebouw - waarbij ook Ballast, zijdelings HBG en zelfs de Nederlandse Tweede Kamer zijn betrokken - wordt immers niet één of twee keer zo duur als geschat, het is met een prijskaartje van 600 miljoen euro nu al tien keer zo duur.
Het Schotse parlement bestaat pas vijf jaar. In 1998 kreeg Schotland - samen met Wales - eigen bevoegdheden. Zo’n jonge instelling wil uiteraard ook met de huisvesting een goede indruk maken. Daarom werd al voor de installatie van het eerste parlement besloten een nieuw onderkomen te bouwen waarvoor 60 miljoen euro voldoende werd geacht. Een speciale commissie wilde een ‘open’ gebouw dat een ‘innovatief ontwerp en moderne technologie’ moest bevatten.

Miralles

Voor het ontwerp viel de keus op de inmiddels overleden Spanjaard Enric Miralles. Een foutje, want hij werd gekozen vanwege zijn naam en faam, terwijl niemand vroeg wat hij in rekening zou brengen. Miralles’ ‘fee’ is gebaseerd op de werkelijke bouwkosten en komt nu dus tien keer hoger uit dan gedacht.
Op Miralles spectaculaire ontwerp valt niet veel af te dingen. De Catalaanse architect, die werd geïnspireerd door zijn stadsgenoot Gaudi, wil met het gebouw voor de Schotse democratie een roos verbeelden die op natuurlijke wijze oprijst uit de omgeving. Dat betekent dat er in zijn bouwwerk vrijwel geen rechte lijn te bekennen is. Zelfs de plafonds, met name in de grote vergaderzaal en de commissiezalen, lopen straks golvend boven ieders hoofd.

Vertraging

Dat was ook één van de belangrijkste redenen voor de voortdurende vertraging. Het complex bestaat verder uit drie delen. Queensburry House, een uit de 17e eeuw stammende pand dat in de nieuwbouw werd opgenomen, leverde de zoveelste complicatie op, want al snel bleek dat dit gebouw er slechter voorstond dan was gedacht. De opdracht om het te herstellen ging naar Ballast.
Met de ‘briefing’ kon Bovis Land Lease als ‘constructie manager’ aan de gang. Ook die keus was omstreden. Oorspronkelijk bereikte Bovis niet de ‘shortlist’ omdat de offerte zo’n 750.000 euro hoger uitkwam dan die van de twee andere gegadigden; de Britse tak van HBG en Sir Robert McAlpine. Bovis kreeg echter een goed woordje mee van een hoge ambtenaar omdat het bedrijf zo goed meewerkte bij een ander project in Edinburgh.
Volgens een rapport van de consultants Gardiner & Theobald ging vooral in het eerste jaar (1999) eigenlijk alles fout. Het architectenteam - behalve Miralles ook het Schotse bureau RJMJ - had nog nooit met elkaar samengewerkt. Bovendien kregen ze van alle kanten tegenstrijdige instructies mee. Nu de zaken langzamerhand op een rijtje staan, blijkt het complex bijna tweemaal zo groot als oorspronkelijk gedacht.

Contracten

Een belangrijke oorzaak van de hoge kosten voor de overheid zelf zijn de slechte contracten met de hoofd- en onderaannemers. Nergens zijn risico-vergoedingen ingebouwd, alle overeenkomsten zijn op basis van een vaste prijs zonder enige garantie voor tijdige of juiste levering. “De contracten met de aannemers zijn niet waterdicht genoeg. De kosten zijn veel te ver opgelopen”, liet eerste minister Jack McConnell onlangs weten. “Bovendien heeft de voortdurende vertraging de reputatie van ons parlement aangetast. Ik denk echter dat we de bouw niet moeten stopzetten en nu maar door de zure appel moeten heenbijten.
Volgens McConnell moet het hele complex nu wel eind dit jaar klaar zijn. Maar in Edinburgh zijn ze daar nog lang niet zeker van.
Build for Life