Algemeen

Belgische gebouwen brengen helft minder op dan in buurlanden

Belgische gebouwen brengen helft minder op dan in buurlanden
De gebouwde rijkdom in België, een verzamelnaam voor de totale waarde van gebouwen en infrastructuur, draagt onvoldoende bij aan de economie. Dat is wat het wereldwijd actieve ontwerp- en consultancybedrijf Arcadis concludeert in haar tweejaarlijkse studie “Global Built Asset Performance Index”. Het rapport vergelijkt de economische output van de gebouwde omgeving in 36 landen die samen 78% van de wereldeconomie vertegenwoordigen. België maakt geen goede beurt in vergelijking met andere Europese landen.

De Global Built Asset Performance Index becijfert de bijdrage van gebouwen en infrastructuur aan de economie. De directe en indirecte inkomsten van de “gebouwde omgeving” – onder andere woningen, scholen, wegen, luchthavens, elektriciteitscentrales, spoorwegen, havens – worden berekend door de inkomsten van lonen, immateriële activa (bijvoorbeeld kapitaal), en natuurlijke grondstoffen van het bruto binnenlands product af te trekken.



België kan in 2016 rekenen op zo’n 75 miljard dollar (70,77 miljard euro) aan opbrengsten uit gebouwen en infrastructuur. Dit komt neer op 28% van het totale bruto binnenlands product. Gerekend per inwoner haalt ons land 6.602,03 dollar (6.203 euro) uit haar gebouwde omgeving. België komt met dit cijfer slechts op de 27ste plaats van de 36, na China en vóór Chili. Landen met een vergelijkbare schaal en economische context, zoals Nederland (9de), Zwitserland (13de) en Denemarken (15de) laten ons land ver achter zich. België is bovendien het slechtst presterende land van de eurozone. Nederland haalt met 13.554,31 dollar per capita (12.787 euro) twee keer zoveel economische return uit gebouwde assets als België, en ook Duitsland (12.492,36 dollar of 11.785 euro) en Frankrijk (12.272,03 dollar of 11.577 euro) zijn bijna dubbel zo productief.

correlatie tussen gebouwde rijkdom en rendement toont dat ons land niet optimaal presteert
Boven: correlatie tussen gebouwde rijkdom en rendement toont dat ons land niet optimaal presteert.

Het belang van de gebouwde omgeving voor de economie verschilt van land tot land. Zwaar geïndustrialiseerde landen – vaak “jonge” economieën – zijn sterk afhankelijk van hun vaste activa: zo haalt Mexico maar liefst 63% van haar bruto binnenlands product uit gebouwen en infrastructuur, terwijl Zwitserland met 20% minder afhankelijk is van haar gebouwde rijkdom. Ook in ons land (28%) is die afhankelijkheid eerder laag. België spiegelt zich aan “rijpe” Westerse economieën als Duitsland (26%), Nederland (28%) en de V.S. (30%). De diensteneconomie is er meer ontwikkeld, en deze behoeft minder gebouwen en infrastructuur.

Luc Hellemans, Managing Director van Arcadis in België, Frankrijk, Italië en Spanje over het resultaat: “Het rendement van de gebouwde omgeving ligt in België veel lager dan verwacht. Ondanks de uitdagingen die we gemeen hebben met andere ontwikkelde markten zoals een veranderende industriële sector en verouderde infrastructuur, presteren we toch significant slechter. We lopen heel wat productiviteit mis, en daarmee ook jobs en welvaart.”

Nood aan een totaalaanpak

“De configuratie van ons land zorgt voor enorme mobiliteitsproblemen,” legt Luc Hellemans uit. “Door de versnippering van onze ruimtelijke ordening wonen we in België heel verspreid. Dit zorgt voor veel woon-werkverkeer en de files die daarmee gepaard gaan – wat nefast is voor de productiviteit van onze economie, en de levensduur van onze infrastructuur. Tegelijkertijd zijn onze openbaarvervoersnetten niet op elkaar afgestemd, waardoor er in dit segment net een onderbenutting van de infrastructuur is. Er is dringend behoefte aan een totaalaanpak, om een balans te vinden tussen mobiliteit en een rationeel gebruik van onze infrastructuur.”

“Ons industrieel patrimonium telt heel wat onbenutte of verwaarloosde ruimtes en terreinen, met name in steden. De oorzaken zijn uiteenlopend: ongunstige economische omstandigheden, problemen met vergunningen, of de beperkte mogelijkheid tot uitbreiden. Deze zorgen ervoor dat bedrijven andere oorden opzoeken. Deze activa worden dus passiva, die niet enkel op de economische productiviteit wegen, maar ook de veiligheid en leefbaarheid van hun omgeving beïnvloeden. We moeten het onbenut potentieel van deze gronden en panden onderzoeken.”

Optimaliseren wat bestaat is één ding, maar nieuwe assets blijven het efficiëntst

“Ook nieuwe trends en technologieën bieden vooruitzichten. In een circulaire economie zullen industriële bedrijven resources kunnen uitwisselen – wat de nood aan vrachtverkeer van goederen of nutsleidingen verlaagt. Maar ook energiedistributie aan particulieren kan efficiënter: in de toekomst zullen we de overtollige elektriciteit opgewekt door de zonnepanelen van onze buren kunnen overkopen, om zo het distributienet te ontzien.”

“Nieuwe, efficiënte technologie benutten levert echter het meeste op bij het bouwen van nieuwe assets. Bij een nieuwbouw bijvoorbeeld kunnen we tegenwoordig “smart buildings” oplossingen toepassen. Een voorbeeld is een intelligent, centraal systeem dat “leert” hoe een gebouw gebruikt wordt en daarop de verwarming, verlichting en verluchting afstemt. Dit levert een lagere energieconsumptie op.”

“Investeren in nieuwe gebouwen en infrastructuur blijft onontbeerlijk. We moeten vanaf de conceptfase nadenken over het rendement doorheen de volledige levenscyclus. Ook gedegen onderhoud en vernieuwing van de bestaande gebouwde rijkdom is essentieel om waardeverlies te voorkomen. Dit geldt voor heel het oude continent, dat op het gebied van gebouwen en infrastructuur wel eens een stevige verjongingskuur kan gebruiken.”

Ook interessant


Build for Life