Algemeen

Batibouw 2009 - Betaalbaar wonen: Creativiteit en vernieuwing

Batibouw 2009 - Betaalbaar wonen: Creativiteit en vernieuwing
Een eigen woning is een droom van nagenoeg iedere Belg. Maar met enerzijds een slabakkende economie en een dalende koopkracht en anderzijds de torenhoge vastgoedkosten, lijkt die droom voor velen onbetaalbaar te worden. Wie durft afstappen van de klassieke paden en met de nodige creativiteit nieuwe concepten, technieken en materialen durft gebruiken, kan toch nog zijn of haar droomwoning realiseren.

Het is geen nieuw fenomeen: de vastgoedprijzen zijn voor heel wat gezinnen nagenoeg onbetaalbaar. De huurprijzen lieten een stijging van 30 procent optekenen, ook de prijzen voor de bouwgronden en woningen tikten het afgelopen jaar nog enkele procenten aan.

Wie een woning wil bouwen of verbouwen, is met andere woorden al een aardig deel van zijn budget kwijt voordat hij de eerste spadesteek kan zetten. Voor wie huurt in afwachting van de voltooiing van de eigen woonst, weegt zo’n project nog zwaarder.

De Vlaamse overheid heeft dit begrepen en wil met een herziening van het decreet op de ruimtelijke ordening de prijzen voor de bouwgronden enigszins stabiel houden. Het nieuwe decreet – dat in principe in 2009 in voege treedt – moedigt eigenaars van “slapende” bouwgronden aan deze op de markt te brengen. Wanneer dit na 2 jaar nog niet is gebeurd, zal ze sanctionerend optreden. Verder moeten overheden en publieke sectoren een actief grondbeleid gaan voeren met hun eigen gronden. Op de nog beschikbare gronden zal ook een bepaald percentage worden voorbehouden voor sociale woningen en betaalbare woningen.

Naast dit opmerkelijke initiatief van de Vlaamse overheid, bieden de verschillende gewestregeringen nog tal van financiële tegemoetkomingen. Een overzicht van de Vlaamse premies vindt u op www.premiezoeker.be. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stimuleert renovaties van woningen in bepaalde gebieden nog sterker om de leefbaarheid hier te bevorderen. Ook biedt het gewest een premie voor de renovatie van woningen ouder dan 30 jaar en voor gevelverfraaiing. Daarnaast kunnen energiebewuste Brusselaars ook een beroep doen op enkele energiepremies. Meer informatie en een overzicht van de premies vindt u op www.bruxelles.irisnet.be/nl/citoyens/home/logement/primes.shtml.

De Waalse overheid tot slot biedt ook heel wat tegemoetkomingen. Opmerkelijk is de bouwpremie die een tegemoetkoming biedt wanneer de bouwheer een bestaande woning afbreekt om een nieuwbouw te realiseren of wanneer een woning wordt gebouwd of gekocht in een dorpskern. Bovendien biedt de Waalse overheid ook nog een isolatiepremie en de gratis verzekering tegen inkomensverlies. Een volledig beeld vindt u op www.wallonie.be/fr/citoyens/se-loger/construire/index.html.

Verken nieuwe paden

De kiem voor betaalbaar wonen ligt in het ontwerp. Bespreek duidelijk met je architect welke je budgettaire verwachtingen zijn en laat hem of haar de nodige ruimte om hier creatief mee om te gaan. Een misschien op het eerste gezicht minder sterk idee kan immers groeien tot het ei van Columbus.

Ontwerp in eerste instantie compact. De beperkte voetafdruk van de woning vraagt minder funderings-, gevel- of dakmaterialen,… Dat is een eerste besparing. Compact wonen betekent evenwel niet dat je klein moet wonen. Drie niveaus van 100 m² die optimaal worden benut, bieden nog een beschikbare oppervlakte van 300 m².

Het goed benutten van de beschikbare ruimte is een tweede stap. Welk nut heeft een grote kelder wanneer die niet volledig wordt benut? Overweeg zeker om op het ondergrondse niveau naast de nodige bergruimte ook de garage(s), wasplaats, technische ruimte en eventueel hobbyruimte onder te brengen. Dit zijn ruimtes waar de woonkwaliteit minder kwalitatief mag zijn. Wanneer je ze boven het maaiveld inplant, moet je ze immers afwerken met een gevelsteen of andere gevelbekleding. Die afwerking betaal je ook. Bovendien kan je zo de woning compacter houden of eventueel de leefruimte wat ruimer bemeten.

Ook leef- of slaapruimtes kunnen in het kelderniveau worden ondergebracht. Met een helling, vides of glazen plafond kan je daglicht naar het kelderniveau brengen om de leefkwaliteit hier te verbeteren.

Streef naar een flexibel concept

Durf afstappen van het klassieke woningplan met kamertjes voor de verschillende functies. Openheid tussen de leefruimtes kennen we al enkele jaren. Maar waarom niet doorheen heel de woning, zoals bij een loft? Het biedt de nodige flexibiliteit naar de inrichting én scheelt een slok op de borrel in de afwerkingskosten.

Wanneer je alleen of met z’n tweetjes bent, is die openheid geen probleem. Wanneer er gezinsuitbreiding komt en privacy belangrijker wordt, kan je alsnog aparte ruimtes voor de slaapkamers en badkamers creëren.

Hou je toch liever vast aan de klassieke indelingen, overweeg dan om de afwerkingskosten te spreiden. Wat is er mis met een goed afgewerkt ruwbouw waarin slechts een bepaalde zone afgewerkt is om te bewonen? Zolang het gezin beperkt is, kan je volstaan met één bewoonbare verdieping. Komen er eenmaal kinderen, kan je alsnog verder gaan afwerken. Onze ouders deden het 20 tot 30 jaren geleden ook al, waarom wij niet?

Sluit compromissen

Wees je in de materiaalkeuzes bewust van je financiële grenzen en spring daar creatief mee om. Door compromissen te sluiten, kan je bepaalde comfortoplossingen misschien wel integreren. Heb je bijvoorbeeld een zwak voor vloerverwarming? Ga er dan voor en compenseer de meerkost ten opzichte van radiatoren in de vloerkeuze. Een gepolierde betonvloer of een linoleum zijn prijsgunstig en mooi. Later kan je de vloerafwerking nog aanpassen.

Hanteer een zekere vooruitziendheid in alle beslissingen die je zo neemt. Misschien kan een warmtepomp vandaag budgettair niet, maar hou dan alle pistes open om ze over een tiental jaren wel te kunnen plaatsen. Werk nu al in de hele woning met warmtelichamen op een laag temperatuurregime – bijvoorbeeld vloerverwarming, wandverwarming – dan kan de verwarmingsketel op het einde van zijn leven alsnog worden vervangen door een warmtepomp.

Voor heel wat aspecten in het (ver)bouwproces kan je dergelijke denkoefeningen maken. Vaak vragen ze nauwelijks een grotere investering.

Innoveer in de ruwbouw

Wanneer je een beetje onderzoek doet naar de beschikbare technieken, kan je ook in de ruwbouwwerken heel wat euro’s in je zakken houden. Bouwen met industriële technieken en materialen kan een stuk goedkoper uitvallen wanneer de architect ze met kennis van zaken toepast. Een staalstructuur of houtskelet zijn daar genoegzaam bekende voorbeelden van. Ook de beperktere loonkost van deze technieken zijn een pluspunt.

Heel wat fabrikanten hebben hier al op doorgedacht. Zo kunnen vandaag delen van wanden in snelbouwsteen als panelen op de werf worden aangeleverd, of kunnen zelfs kant-en-klare wanden in de fabriek worden vervaardigd. Het volstaat ze te monteren op de werf om een voltooide ruwbouw te krijgen.

Wie liever de klassieke werkwijze aanhangt, kan besparen door te opteren voor het verlijmen van de binnenwanden. Een ervaren aannemer haalt op deze manier immers een hoger rendement en kan je zo een lagere factuur presenteren.

Investeer in energiebesparing

De grootste besparing die je kan maken in je bouwproject is de investering in energiebesparende maatregelen. Het uitgangspunt voor zulke besparingen is isoleren. Beperk je in het isolatiepeil niet tot wat de wet oplegt, maar kijk vooruit naar een strenger E-peil. In Vlaanderen ligt die vanaf 2010 op E80.

In Wallonië moet het E-peil van de woning sinds 1 januari van dit jaar ook E100 bedragen. De K-waarde moet K45 bedragen. Na verloop van tijd zal Wallonië zijn normen ongetwijfeld ook verstrengen.

Brussel legde de lat van bij het begin al hoger dan Wallonië en Vlaanderen. Hier geldt sinds september 2008 een maximale K-waarde 40 en een maximaal E-peil 70.

Ook in de technieken kan je verder gaan dan het gangbare. Zo kan je bijvoorbeeld kiezen voor een warmtepomp voor de productie van warm water, of opteren voor fotovoltaïsche zonnepanelen om een deel van je elektriciteit of een zonneboiler om je warm water zelf aan te maken.

Ook wanneer je renoveert

In een verbouwingsproject zijn er drie kernpunten die aandacht verdienen om energie te besparen: een goede dakisolatie, isolerende beglazing en een hoogrendementsketel. Het dak verdient de grootste zorg, het is immers een belangrijke verliespost van warmte en dient bovendien het eerste te worden aangepakt in een renovatieproject. Wanneer de woning nog enkele beglazing heeft, valt het sterk aan te raden deze te vervangen door een superisolerende beglazing. De federale overheid biedt hier overigens een belastingvoordeel voor.

Naast het optimaal in de woning houden van de warmte via deze twee maatregelen, maak je deze warmte best ook zo energiezuinig mogelijk aan. Dat kan op een economische manier met een hoogrendementsketel.

Wil je nog verder gaan in je energiebesparing, dan kan je bijvoorbeeld radiatorfolie gaan plaatsen achter radiatoren tegen niet-geïsoleerde buitenmuren of de warmwaterleidingen in opbouw isoleren. De kers op de taart kan een warmtepomp, zonneboiler of fotovoltaïsche zonnepanelen zijn. Deze technieken zijn wel pas interessant wanneer eerst gezorgd is voor een goede isolatie van de woning.
Build for Life