Algemeen

Accountants nemen zichzelf onder de loep

Het Koninklijk instituut voor registeraccountants (Nivra) zet de tegenaanval in. De bouw-enquêteverhoren hebben de reputatie van de accountants geen goed gedaan. Openlijk wordt getwijfeld aan de waarde van accountancy. Het Nivra wil de beeldvorming bijstellen.

AMSTERDAM - Het waren pijnlijke dagen voor de Nederlandse accountants. Voor de parlementaire enquêtecommissie bouwnijverheid verscheen de een na de andere accountant. En allen kregen ze de wind van voren van de commissie. Hoewel er vaak sprake was van frauduleuze handelingen binnen bouwbedrijven, kregen deze toch telkens een goedkeurende verklaring van de accountants over het jaarverslag. Dat valt niet te rijmen liet de commissie blijken.

Een voorbeeld zijn de valse facturen waarmee bij de Kombinatie Schipholspoortunnel (KSS) is gewerkt. Middels de facturen werd de winst die KSS maakte op de bouw van de tunnel weggesluisd naar de moedermaatschappijen: HBW (een dochter van HBG) en Strukton betonbouw (dochter van Strukton). De accountant van bureau Deloitte en Touche kon niet anders concluderen: ,,Ik heb de valsheid in geschrifte niet opgemerkt, de accountant van HBW (KPMG) heeft het niet opgemerkt en de accountant van Strukton (Ernst en Young) heeft het niet opgemerkt. KSS is er in geslaagd om drie van de meest gerenommeerde accountantsbureaus om de tuin te leiden.''

Er zijn zelfs voorbeelden waar de accountant op de hoogte was van frauduleus handelen binnen een onderneming, maar toch niet ingreep. Al met al brokkelt het imago van de accountant snel af. ,,Iedereen binnen de beroepsgroep baalt er van'', stelt Nivra-directeur G. Smit.

De Deloitte-accountant stelde tijdens zijn verhoor dat het zaak wordt dat de beroepsgroep de maatschappij eens gaat duidelijk maken waar een accountant nu eigenlijk wel en niet op aangesproken mag worden. Zijn beroepsorganisatie Nivra gaat aan de slag. ,,We gaan een onderzoek starten naar de werking en de effectiviteit van de regels voor accountants in het geval ze tegen het vermoeden van fraude oplopen'', aldus Smit. Hij wijst er op dat de door het Nivra opgestelde gedragsregels voortdurend op naleving worden gecontroleerd. ,,Maar nu gaan we de aandacht in een extra onderzoek richten speciaal op de fraude-verordening.''

Smit draait er niet omheen dat het onderzoek een directe reactie is op de bouwenquête. ,,Op zich was er weinig aanleiding voor; uit het veld kregen wij juist signalen dat de regels goed werken. Maar ja, gezien de maatschappelijke commotie moet er wel gekeken worden of de regels zoals ze nu gelden effectief zijn.''

Smit stelt nog een keer duidelijk wat er van een accountantscontrole verwacht mag worden: ,,de handtekening onder de jaarcijfers van een onderneming betekent dat het door het bedrijf weergegeven eigen vermogen en het resultaat een waarheidsgetrouw beeld geven van wat er bij de onderneming is gebeurd.'' Wanneer een accountant op een vermoeden van fraude stuit moet hij in eerste instantie de directie inlichten of (wanneer deze betrokken is in de fraude) het toezichtsorgaan, bijvoorbeeld de raad van commissarissen. Bovendien moet de accountant een onderzoek starten om de fraude duidelijker te krijgen. Mits de fraude van relatief kleine omvang is (gerelateerd aan de omzet) en de directie voldoende maatregelen neemt, dan kan de handtekening van de accountant er alsnog onder.
Build for Life