Architectuur

Aan het putdeksel herken je de meester

Hij is bepaald niet de gemakkelijkste architect om mee te werken, maar dat is allemaal vergeven en vergeten nu Calatrava’s drie bruggen staan te blinken in de Haarlemmermeer .

“Wie gaat er nu beton wit verven?” Directeur B. van der Horst van het gelijknamige weg- en waterbouwbedrijf fronst de wenkbrauwen, als hij de bijna verlaten bouwplaats van de noordelijkste van de drie bruggen over de Hoofdvaart van de Haarlemmermeer betreedt.

Als betonman in hart en nieren gaat het hem aan het hart dat de witkwast het fraaie betonwerk camoufleert waarvoor hij en zijn medecombinanten bij DVH zich zoveel moeite hebben getroost. Maar Calatrava heeft verordonneerd dat het wit moet worden geschilderd en dus gebeurt het zo. “Hij had natuurlijk beter wit cement kunnen voorschrijven”, geeft hij de Spaans/Zwitserse bouwmeester ongevraagd advies.
Dat heeft hij de afgelopen jaren wel vaker gedaan, maar zoals bij beroemde architecten eigenlijk altijd het geval is, trok Calatrava zich daar weinig van aan. Zijn bureau bleef zich tot op het laatste moment met de kleinste details bemoeien.
Hij schreef bijvoorbeeld een Zwitserse kolk voor ten behoeve van de afvoer van het hemelwater, herinnert R. de Rijk van Vobi zich nog goed. Maar dat type bleek helemaal niet meer leverbaar. Een alternatieve put van Nederlandse makelij werd naar de prullenmand verwezen. De meester kwam met een nieuwe put uit Zwitserland op de proppen, maar die bleek een te grote inbouwhoogte te vergen voor het ranke dek van de zuidelijke brug. Daar mocht dus uiteindelijk wel een veel goedkopere Nederlandse kolk in, terwijl de andere bruggen een al dan niet aangepast Zwitsers exemplaar kregen. “En dan hebben we het alleen nog maar over de putdeksels”, verzucht De Rijk veelbetekenend.

Arbitrage
Maar over het stroperig verlopende bouwproces is wat de betonaannemers betreft nu wel genoeg geschreven. Er komen nog wat arbitragezaken, maar ook die mogen niet overschaduwen dat ze gewoon apetrots zijn op de drie bruggen. Van der Horst is trots op zijn rotondebrug, de meest noordelijke van het stel. Met een soort tribune rond de voet van de pyloon. Daardoor heeft het iets van een klein amfitheater. Hangjongeren schijnen de grote kwaliteiten van de plek al ontdekt te hebben. De Rijks hart ligt vooral bij de zuidelijke brug, met een overspanning van ruim 140 meter verreweg de grootste van het drietal. Ook vanuit het vliegtuig ziet die er fantastisch uit, heeft hij zich laten vertellen. Van Dekker is niemand van de partij om een lans te breken voor de middelste van de bruggen die het bedrijf verzorgde. Evenmin als de Belgische staalbouwer Victor Buyck, die brugdek, pyloon en tuien voor de drie wervelende constructies verzorgde.

Citer
Welke brug nu ‘Harp’ is gedoopt, welke ‘Luit’ en welke ‘Citer’, weten Van der Horst en De Rijk eerlijk gezegd niet. Hoe toepasselijk de namen misschien ook zijn, ze zijn ook verwarrend. De tuien zijn zo ingenieus verweven, ze zouden alle drie luit, citer en harp kunnen zijn. De koningin kan ook maar beter niet proberen ze bij de juiste naam te noemen, als ze donderdag de drie bruggen officieel in gebruik neemt. Als ze maar onthoudt dat het betonwerk voor de noordelijke brug door Van der Horst is verzorgd, de middelste door Dekker en de zuidelijke door Vobi. Te herkennen aan de putdeksels.