Verhuizen

900.000 huishoudens kunnen momenteel niet verhuizen

De Nederlandse woningmarkt zit op slot. Dat is wat alle media al jaren berichten. Het woningaanbod is groot en de prijzen dalen, maar vanwege financieringsbeperkingen en onzekerheid over het politieke beleid is de doorstroming gestokt. Bijna 90% van de huishoudens heeft geen verhuisplannen. Daarvan geeft 14% aan niet te kunnen verhuizen en nog eens 3% durft niet te verhuizen. 39% van de huishoudens die niet durft of kan wijt dat aan onvoldoende financiële middelen. Nog eens 17% kan niet voldoende hypotheek krijgen en 9% wacht op duidelijkheid rondom de regelgeving. Dat blijkt uit het WoonKennis Jaarrapport 2012/2013.

Tot nu toe zijn er in 2012 81.557 bestaande woningen verkocht (Bron: Kadaster). Dat is 8% minder dan in dezelfde periode vorig jaar en zelfs ruim 40% minder dan in januari tot en met september 2008 (voor de crisis). Ook het aantal nieuwe verkochte woningen staat op een dieptepunt. Daarbij komt dat de woningprijzen fors dalen. Dit is nadelig voor huidige woningeigenaren, want die kunnen niet altijd zonder restschuld doorstromen. Starters hebben wel baat bij een groot aanbod en lagere prijzen, maar zij worden belemmerd door de strengere financieringseisen van banken en de politieke onzekerheid. WoonKennis onderzocht hoe groot de verhuisbereidheid op dit moment precies is.

Angst en beperkingen
Slechts 8% van de huishoudens heeft verhuisplannen. Bijna negen op de tien huishoudens heeft geen verhuisplannen en nog eens 4% weet het niet. Van de huishoudens zonder verhuisplannen wil het grootste deel (nu) niet verhuizen (78%). Een niet te onderschatten deel kan het (nu) niet (14%) of durft het (nu) niet (3%). Momenteel zijn er ruim 7,3 miljoen huishoudens in Nederland. Dat betekent dat omgerekend ruim 900.000 huishoudens denken niet te kunnen verhuizen en nog eens bijna 200.000 durven niet.

Is de terughoudendheid in de verhuisplannen bij alle huishoudenstypen even groot? Partners zonder kinderen hebben het minst vaak problemen. Van hen heeft 88% geen verhuisplannen. Een relatief klein deel daarvan kan of durft momenteel niet te verhuizen (13%). Bij de andere gezinstypen ligt dat aandeel iets hoger. Bij partners met kinderen, alleenstaanden en eenoudergezinnen komt dat aandeel uit op respectievelijk 19%, 21% en 21%. Dit is ook niet verwonderlijk: partners zonder kinderen hebben relatief lage kosten en vaak twee inkomens. Dat maakt hen minder gevoelig op het financiële vlak, waardoor zij minder vaak gedwongen niet kunnen of durven te verhuizen.

Te kleine beurs
Aan de huishoudens die niet kunnen of durven verhuizen is verder gevraagd wat de redenen hiervoor zijn. De meest genoemde reden is dat zij over onvoldoende financiële middelen beschikken (39%). Daarnaast noemt circa één op de vijf een veelvoud aan redenen, variërend van het niet verkocht krijgen van de huidige woning, hun persoonlijke situatie, een onzekere werksituatie, het niet kunnen vinden van de ideale woning of het kunnen krijgen van onvoldoende hypotheek. Deze groep wil mogelijk wel een overstap maken, maar wordt tegengehouden door een mix van institutionele, persoonlijke of financiële redenen. Het toont tegelijkertijd een behoorlijke latente verhuisbehoefte.

Opvallend is dat 22% zegt geen betaalbare huurwoning te kunnen vinden. Huishoudens die niet willen kopen hebben met de nieuwe regels rondom scheefwonen minder uitwijkmogelijkheden naar de huursector.

Redenen voor niet durven of kunnen verhuizen (in %)

Bron: WoonKennis, augustus 2012

Politiek ingrijpen
Al de genoemde redenen worden versterkt door de economische situatie in Nederland, de oplopende werkloosheid en de financieringsproblemen op de woningmarkt. Vanaf 1 januari 2013 worden de financieringseisen nog strenger als de afspraken in het Lente-akkoord gehandhaafd worden. Verder zal budgetinstituut Nibud de woonquote naar beneden bijstellen, waarmee de maximale woonuitgaven van consumenten lager worden.

Gezien de problemen onder huishoudens zou het voor de doorstroming op de woningmarkt zeer onverstandig zijn om deze strengere eisen zomaar door te voeren. Demissionair minister Spies lijkt in te grijpen door een voorstel in te dienen bij de Tweede Kamer waarin staat dat de overheid volgend jaar zal bepalen hoeveel geld banken mogen uitlenen voor hypotheken. Dit plan is echter één van de vele geopperde plannen om de woningmarkt open te breken. De enigen die op dit moment ervoor kunnen zorgen dat het slot op de woningmarkt wordt geforceerd zijn Rutte en Samsom die na de formatie duidelijkheid kunnen scheppen. Bovenstaande uitkomsten onderstrepen de aanzienlijke latente verhuisbehoefte binnen de huidige Nederlandse woningmarkt. Duidelijkheid en eventuele verruiming van de financieringsmogelijkheden zullen de doorstroming weer op gang kunnen brengen.