80% van de Vlamingen gelooft in de toekomst van staal

Acht Vlamingen op tien geloven dat staal als basismateriaal nog een mooie toekomst heeft. Dat blijkt uit een onderzoek dat recent gevoerd werd onder de Vlaamse bevolking. Het onderzoek gebeurde op initiatief van OCAS (OnderzoeksCentrum voor de Aanwending van Staal), een joint venture tussen het Vlaams Gewest en ArcelorMittal. Hiermee wou het onderzoekscentrum een duidelijk beeld krijgen van het imago dat bij de Vlaamse bevolking over staal leeft.

Het onderzoek toont dat 79,2 procent van de Vlaamse bevolking staal een mooie toekomst toedicht. Bijna de helft (45,9 %) van de ondervraagden zegt dat er steeds nieuwe toepassingen komen waarin staal gebruikt kan worden. Iets minder dan een derde van de respondenten (30,7 %) is er ook van overtuigd dat de staalindustrie voor een stevige tewerkstelling zorgt in eigen land. Het onderzoek werd uitgevoerd door iVox. Er namen 561 Vlamingen aan deel, met een goede spreiding naar geslacht , leeftijd en opleidingsniveau.

“Het onderzoek toont aan dat de Vlaming wel een redelijk goed begrip heeft van wat staal in onze samenleving betekent,” zegt Sven Vandeputte, gedelegeerd bestuurder van OCAS. “Anderzijds blijft deze kennis redelijk oppervlakkig.” Zo blijkt onder meer dat de respondenten wel weten dat staal innovatief toegepast wordt, maar een concrete invulling konden de ondervraagden niet geven. Enkele voorbeelden? Slechts 15,9 % is ervan overtuigd dat er staal verwerkt is in smartphones. En slechts één op drie denkt dat er staal gebruikt wordt bij de productie van zonnepanelen. “Staal komt op veel meer plaatsen voor dan mensen denken,” stelt Sven Vandeputte vast.

Een andere vaststelling is dat de Vlaamse bevolking slechts een beperkt aantal eigenschappen van staal kent. De kenmerken die het meest met staal geassocieerd worden, zijn de sterkte en de duurzaamheid van het materiaal. Anderzijds gingen de respondenten ervan uit dat staal een duur materiaal is en te zwaar is om te verwerken, aannames die helemaal niet correct zijn.

Positief is in ieder geval dat de ondervraagden wel wisten dat staal en de hele metaalsector voor tewerkstelling zorgt. In Vlaanderen is metaal de grootste industriële sector op het vlak van tewerkstelling. OCAS zelf stelt 150 mensen te werk en is voortdurend op zoek naar ingenieurs en wetenschappers die hun toekomst in de staalsector zien. Het onderzoekscentrum werkt intensief samen met universiteiten en andere onderzoekscentra, de meeste met een focus op metaal. In het verrijkende open innovatiemodel dat OCAS hanteert, wordt state-of-the-art apparatuur samen met deze partners uitgebaat en gevaloriseerd.

“Open innovatie is duidelijk de trend van de toekomst,” zegt Sven Vandeputte. “Om snel vooruitgang te boeken in fundamenteel en toegepast onderzoek, mogen researchers zich niet opsluiten. Onderzoek moet gebeuren over de grenzen van bedrijven en instellingen heen. Steeds meer bedrijven zetten in op ‘connect & develop’, en niet alleen op ‘research & develop’. Daarom trekken wij ook hard aan de kar van initiatieven als het Metal Structure Centre consortium (een initiatief samen met het Belgisch Lasinstituut BIL en Lab Soete van de Universiteit Gent) en de Materials Research Cluster Gent (samen met CRM, BIL, Sirris, UGent, Clusta en SIM). Door kennis, apparatuur en ervaringen te delen, kunnen we sneller met innovatieve materialen op de markt komen.”