Algemeen

2.000 installateurs volgen Viega gasopleiding

2.000 installateurs volgen Viega gasopleiding
In september 2014 werd er een addendum bij de gasnorm NBN D 51-003 gepubliceerd. Dat addendum (NBN D 51-003/A1), heeft heel wat impact op de dagelijkse praktijk van de installateur. Systeemspecialist Viega nodigde bijna 2.000 Belgische installateurs uit voor een gerichte opleiding bij de groothandels met betrekking tot de wijzigingen voor persfittingen en andere leidingsystemen, en noteerde de belangrijkste vragen.

Carl Verlinden, Product Manager bij Viega: “De grote belangstelling toont aan dat de Belgische installateurs verantwoordelijk te werk gaan en op de hoogte willen blijven. Als producent en partner willen we hen natuurlijk helpen om problemen op de werf te voorkomen en discussies achteraf te vermijden.” Tijdens de scholingen kwamen regelmatig dezelfde vragen van installateurs naar voren, die we hier nog even op een rijtje zetten en beantwoorden.

Mag je elektriciteitskabels plaatsen in de ruimte tussen de gasleidingen?

Vroeger werd in de gasnorm enkel geschreven dat er niets aan gasleidingen mocht bevestigd worden. Het addendum zegt dat het bevestigen van kabels aan gasleidingen verboden is. Bovendien moet de afstand tussen een gasbuis en elke andere leiding of kabel minstens 4 cm zijn (ook in de muur). Tussen gasbuisvlakken (verzameling gasbuizen) mogen geen kabels of andere hindernissen aangebracht worden. Het is zelfs zo dat elke kabel minstens 20 cm verwijderd moet blijven van de gasbuisvlakken. Bij ingegraven leidingen buiten het gebouw bedraagt de tussenafstand minstens 10 cm op kruispunten en 20 cm bij evenwijdige loop.

Moet een buis beschermd worden in de chape of in de muur?

Bij niet-corrosieve (droge) milieus hoeven koperen en roestvrijstalen leidingen niet beschermd te worden. Bij matig tot sterk corrosieve (vochtige) milieus moet men een synthetisch materiaal, wikkelband of thermokrimpbaar materiaal volgens NBN EN 12068 gebruiken. Koperen buizen mogen ook met 1 of 2 lagen epoxyverf beschermd worden.

Wanneer is een milieu ‘corrosief’? Dat is aan de installateur om in te schatten. Voor leidingen ingewerkt in een muur of chape, kan men ervan uitgaan dat dit milieu matig tot sterk corrosief is, naargelang de gebruikte chape. Viega raadt aan om bij twijfel altijd de leidingen te beschermen.

Hoe moet je bij een gasleiding de overgang maken tussen twee verschillende materialen, bijvoorbeeld van koper naar inox?

Bij gasleidingen komt elektrolysecorrosie, zoals wij dit bij drinkwater kennen, weinig voor. Beschermen tegen uitwendige corrosie is hier de algemene boodschap. In theorie heeft het voor gasinstallaties, maar ook voor installaties in het algemeen, geen zin om verschillende soorten leidingen met elkaar te combineren. Meestal zal er voor het duurdere inox gekozen worden bij gasinstallaties wanneer koper niet geschikt is voor een bepaalde ruimte (bijvoorbeeld door corrosieproblemen van buitenaf). Wanneer er dan toch een overgang moet zijn tussen verschillende metalen (staal, gegalvaniseerd staal, inox of koper), dan kunnen bronzen koppelingen perfect als overgangsstuk dienen.

Welke voorzorgsmaatregelen moet ik als installateur in acht nemen, indien de buitenleiding in metaal is gemaakt in plaats van PE?

Er moet een bovengrondse (max. 50 cm boven het maaiveld) galvanische scheiding (isolatiekoppeling of isolatieflens) zijn tussen ondergrondse en bovengrondse metalen leidingen (koper, koolstofstaal, rvs of PLT). Bij muurdoorvoeren achter een ondergrondse metalen leiding moet een isolatiekoppeling tegen elektrische continuïteit geplaatst worden. Dit is voor alle toepassingen nodig, ook bij hard solderen of stalen leidingen.

Welke zijn de wanddiktes voor stalen gasleidingen (gelast en met draad)?

Volgens de norm mogen volgende stalen buizen gebruikt worden voor gasleidingen:
wanddiktes voor stalen gasleidingen

Mogen butaan- en propaangasleidingen in kelders geperst worden? Is de toegelaten wanddikte voor koperen buizen na de ontspanner in butaan- en propaaninstallaties gewijzigd?

De norm NBN D 51-003 heeft betrekking op aardgas. De norm die betrekking heeft op butaan en propaan is NBN D 51-006, en momenteel is deze ongewijzigd. Butaan- en propaangasleidingen mogen in kelders/onder het maaiveld dus nog steeds niet geperst worden (ook niet met draad trekken of een 3-delige koppeling gebruiken). Gas is zwaarder dan lucht, en ingeval van een lek kan dit voor een gasbel onder de grond zorgen. Enkel hardsolderen is toegelaten. Wanddiktes voor butaan- en propaaninstallaties blijven tot op heden ongewijzigd.

Ook interessant


Build for Life