Verbouwen

Behangtips

Voor wie vergeten is hoe te behangen of voor wie nog nooit heeft behangen, nog even een paar tips op een rijtje.

-Ook behang heeft symbolen voor lichtvastheid, watervastheid of wasbaarheid. Het eerste wordt aangegeven met zonnetjes. Hoe meer zonnetjes, hoe meer lichtvastheid. Watervastheid of wasbaarheid wordt aangegeven met golfjes. Voor de verwerking zijn er symbolen voor patroonverloop, manier van plakken en het verwijderen van het behang.

-De gouden regels voor de ondergrond zijn: droog, strak en vlak, vast, stof-, vet- en roestvrij.

-Kijk voor het beginnen of al de rollen hetzelfde kleurbad hebben gehad door de aanmaaknummers te controleren.

-Gebruik voor het merken van de banen alleen een zacht potlood.

-Sterk zuigende wanden, zoals bijvoorbeeld gipsplaat, eerst insmeren met behangplaksel. Dit voorkomt dat de muur alle lijm van het behang opzuigt, zodat het behang naar beneden komt.

-Houd er rekening mee dat de meeste muren niet recht zijn. Zet zo'n 50 cm vanaf elke hoek een loodlijn. Dat kan met een schietlood, maar ook met een touwtje met iets zwaars eraan. Als het touwtje stil hangt, kun je een perfecte verticale lijn aftekenen.

-Doe een muur met ramen het laatst. Wellicht kun je de restbanen van de andere muren gebruiken.

-Doe net of het kozijn er niet zit en behang eroverheen. Knip nu ruw de vorm van het kozijn uit. Knip vervolgens een schuine lijn naar de hoeken en druk het behang met de achterkant van de schaar tegen de kozijnlijst aan. Haal het behang voorzichtig een stukje los en knip het overtollige af langs de vouwrand.

-Als er blaasjes zijn ontstaan, dan zijn die het beste weg te werken met een injectiespuit (apotheek) met niet al te dunne naald. Spuit wat verdund behangplaksel in het blaasje en druk aan met een roller.

-Zet tijdens en na het behangen geen ramen of deuren open of de kachel hoog. Het voorkomt dat het behang te snel droogt en daardoor krimpnaden ontstaan. De ideale werktemperatuur ligt tussen de 18 en 20 graden.

Ook interessant