Algemeen

Zonlicht straalt weer door het Glaspaleis

HEERLEN - Verdwenen is het bruinzwarte rookglas, waarmee het Glaspaleis in de jaren zeventig werd 'verkracht', zoals architect Jo Coenen dat ooit omschreef. Het nieuwe cultuurpaleis in Heerlen oogt weer net zo transparant als modehuis Schunck in 1935. De elegante witte pilaren die het zes verdiepingen tellende gebouw dragen, zijn weer zichtbaar. De ijzeren balustrades zijn volgens oud procédé grijs geverfd.

In dit gebouw kocht Heerlen decennialang zijn kleren. 'Het was een gestapelde markt voor stoffen. Nu wordt het een gestapelde cultuurmarkt', zegt Hans Dalm, interimdirecteur van het Glaspaleis.

Vanaf morgen zijn twee verdiepingen van het Glaspaleis voor het eerst na een grondige restauratie weer toegankelijk voor het publiek. Want chemieconcern DSM, hoofdsponsor van de verbouwing, exposeert tien weken lang honderd kunstwerken uit zijn kerncollectie in het Glaspaleis. Vanmiddag wordt de DSM Art Collection officieel geopend.

Dinsdag zijn de bouwers nog hard bezig om de passage met glazen vitrine, de imposante entreehal en de eerste verdieping klaar te stomen voor de opening. Hogerop in het gebouw is het ruwe werk echter nog volop aan de gang. De opening van het volledig vernieuwde rijksmonument is pas volgend najaar voorzien, samen met de nieuwbouw van de aangrenzende muziekschool.

'Een waaghalzerige onderneming', zo noemde oud-minister Verschuur ooit de glazen hoogbouw die stoffenkoopman Peter Schunck in het centrum van Heerlen liet neerzetten. Het waren nota bene de crisisjaren, en dan ook nog zo'n groot en licht gebouw dat zijn tijd ver vooruit was. Verschuur liet zich bij een bezoek aan het mijnwerkersstadje ontvallen dat slechts 'een gek in zo'n depressie zo'n gebouw kan neerzetten'.

Architect was Frits Peutz. Hij creëerde een gebouw met opvallende 'hangende' gevels van glas die losstaan van de constructie. Daarmee kan het Glaspaleis zich meten met de Van Nelle-fabriek in Rotterdam of sanatorium Zonnestraal in Hilversum. Het zijn de paddestoelvormige kolommen, een twintigtal op elke verdieping, die de plafonds en vloeren dragen. Hoe hoger in het gebouw, des te lichter de pilaren die steeds minder te torsen hebben.

De Heerlense mijnwerkersbevolking moest eerst wel even wennen aan de lokale exponent van het Nieuwe Bouwen. Maar allengs spoedde een ieder zich naar het gedurfde modehuis van Schunck om kleding ('werkbroeken in alle maten'), manufacturen, stoffen en bedden te kopen. Op de bovenste verdieping woonde de baas zelf met zijn familie, in een luxueus penthouse met uitzicht op de Mijnstreek. Het Glaspaleis, zoals het warenhuis al snel in de volksmond heette, was en is een schril contrast met de aanpalende romaanse Pancratiuskerk.

Maar ook Peutz' creatie van glas, staal en beton viel in de jaren zeventig ten prooi aan de moderniseringsmanie die vrijwel alle oude gebouwen in Heerlen wegvaagde. Het Glaspaleis werd 'aan de eisen van de tijd aangepast', waardoor de sprankelende transparantie verdween en slechts een donker glazen gedrocht overbleef. Sindsdien leed het gebouw een kommervol bestaan. Tien jaar geleden stond het zelfs op de nominatie om gesloopt te worden. Die cultuurramp werd ternauwernood voorkomen.

In 1995 werd het Glaspaleis tot rijksmonument verklaard. De Union of International Architects plaatste het zelfs op de wereldlijst van topmonumenten uit de vorige eeuw. Die eer viel slechts aan twaalf andere Nederlandse bouwwerken ten deel, waaronder de Beurs van Berlage en de Van Nelle-fabriek.

Drie jaar geleden kregen de architecten Jo Coenen en Wiel Arets, beiden uit Heerlen afkomstig, de opdracht van de gemeente om het Glaspaleis in oorspronkelijke staat te herstellen. Wie nu de monumentale hal via de klapdeuren in glas, ijzer en teakhout betreedt, waant zich echter zeker niet in de jaren dertig. Het 67 jaar oude gebouw oogt gewoon modern, niet meer en niet minder.

Het zonlicht straalt weer door de de speciale ruiten van hard diamantglas (interimdirecteur Dalm: 'We hebben een goede glasverzekering.'). De typerende dragende pilaren, niet zo lang geleden nog bekalkt met graffiti, zijn weer smetteloos wit. Waar ooit kleren en stoffen lagen uitgestald in het zonlicht, wordt straks kunst in verschillende uitingsvormen aan de man gebracht.

Het glazen cultuurpaleis zal onderdak bieden aan onder meer het museum voor moderne kunsten, een architectuurcentrum en centrum voor kunstzinnige vorming, filmhuis en muziekschool. De kosten van restauratie en nieuwbouw bedragen ongeveer 25 miljoen euro.
Build for Life