De juiste gevelverf en kleur kiezen
Overweeg eerst welke kleur je op de muur wilt: ga je voor tijdloos wit of geef je je gevel liever een nieuw kleurtje? In beide gevallen is het essentieel om de juiste verf te gebruiken. Een buitenmuur moet kunnen ademen en toch beschermd zijn tegen regen en zon. Kies daarom voor een speciale gevelverf die waterdicht én dampopen is, en die UV-bestendig is zodat de kleur niet vervaagt. Je kunt bovendien opteren voor een verf met vuilafstotende eigenschappen – zo blijft je gevel langer schoon.Wie graag een opvallende gevel wil, kan creatief zijn met colour blocking. Door verschillende felle kleuren te combineren krijgt je huis een uniek, speels effect. Jouw woning steekt zo in een kleurrijk jasje en wordt een echte eye-catcher in de straat.
Materiaal van de gevel: wel of niet schilderen?
- Baksteen: Een bakstenen gevel schilderen kan prima. Zorg voor een schone ondergrond en gebruik een primer op kale baksteen voor een goede hechting. Kies vervolgens een kwaliteitsvolle gevelverf (bijvoorbeeld op acryl- of silicaatbasis) die ademend en weerbestendig is.
- Crepi: Ook sierpleister (crepi) kun je overschilderen, maar gebruik hiervoor verf die speciaal geschikt is voor deze ondergrond. Een elastische, dampopen gevelverf (zoals een siliconen- of siloxaanverf) hecht goed op crepi en voorkomt dat de verf barst. Let op: niet alle verven die op baksteen werken, zijn geschikt voor crepi.
- Hout: Houten gevelbekleding of geveldelen moeten om de paar jaar opnieuw geschilderd worden ter bescherming. Gebruik hiervoor een weerbestendige buitenlak of dekkende beits die geschikt is voor buitenhout. Schuur het hout eerst en breng eventueel een houtprimer aan voor een duurzaam resultaat.
- Kunststof: Bepaalde kunststof gevelpanelen kun je verven, mits je de juiste aanpak hanteert. Reinig het oppervlak grondig en schuur het licht op. Breng daarna een speciale hechtprimer voor kunststof aan en kies een lak die hecht op PVC of vergelijkbare materialen. Let wel: sommige kunststoffen (zoals Keralit-panelen) hebben een fabriekcoating waarop verf slecht hecht – die kun je beter niet schilderen.
- Metaal: Een metalen gevel of metalen onderdelen (bijv. dakranden) kun je verven met de juiste voorbereiding. Roestige plekken moet je eerst behandelen: ontroest het oppervlak en schuur het schoon. Breng vervolgens een roestwerende metaalprimer aan en werk af met een weersbestendige metaallak.
- Andere materialen: Ook beton, cementpleister of vezelcementplaten zijn doorgaans goed overschilderbaar met gevelverf. Erg gladde of niet-poreuze oppervlakken (zoals geglazuurde tegels, glas of natuursteen) kun je beter niet verven, omdat verf daarop slecht hecht of het oorspronkelijke karakter verloren gaat.

Voorbereiding: reinigen en afplakken
Goed begonnen is half gewonnen. Een grondige voorbereiding van de ondergrond is cruciaal voor een mooi eindresultaat. Verwijder stof en spinnenwebben met een borstel, en behandel hardnekkig vuil of mos met een hogedrukreiniger. Laat de muur daarna volledig drogen (minstens een dag) voordat je verdergaat.Controleer de gevel ook op scheuren, beschadigd voegwerk of loszittende oude verf. Herstel zulke problemen eerst (bijvoorbeeld door opnieuw te voegen of afbladderende verfresten weg te schrapen) zodat je een stevig, egaal oppervlak hebt. Tot slot plak je ramen, deurkozijnen en de omliggende delen goed af met schilderstape en folie. Dek ook de oprit en het terras af, zodat er geen verfspatten op ongewenste plaatsen belanden.
Buitenschilderwerk en het weer
Probeer je schilderwerk altijd in de juiste omstandigheden uit te voeren. Vermijd schilderen bij regen, mist of veel wind, want dan drogen de lagen slecht en bestaat de kans op vlekken of ongelijkmatige dekking. Ook in volle zon kun je beter niet schilderen: de verf droogt dan te snel en hecht niet mooi egaal. Een droge, licht bewolkte dag bij een temperatuur tussen ongeveer 10°C en 25°C is ideaal om je gevel te schilderen.Schilderen van de gevel: werkwijze
Nu kun je echt beginnen schilderen. Start met de fijne hoeken en randen van de gevel. Gebruik een kwast om langs dakranden, hoeken en rond ramen en deuren te schilderen. Die precieze klus vraagt wat tijd, maar voorkomt dat je straks met de roller ongewenst over het schrijnwerk gaat. Zodra alle randen netjes in de verf staan, is het tijd voor de grote vlakken.Voor de brede muurvlakken pak je een verfroller. Gebruik bij een ruwe ondergrond (baksteen of crepi) bij voorkeur een roller met lange haren, zodat de verf goed in alle kiertjes dringt. Schilder in banen of vlakken van ongeveer één vierkante meter en verdeel de verf gelijkmatig, zonder te hard te drukken op de roller. Op die manier dekt de verflaag mooi egaal en voorkom je zichtbare aanzetten of druipers.