De werkloosheid in de eurozone is nog nooit zo hoog geweest. In november is de werkloosheidsgraad gestegen naar 11,8 procent. Dat betekent dat er in de 17 landen samen 18,82 miljoen mensen werkloos zijn, aldus het Europese statistiekbureau Eurostat.
In oktober lag de werkloosheidsgraad in de eurozone nog op 11,7 procent. Er is dus een lichte stijging. Voor de hele Europese Unie ligt de werkloosheidsgraad op 10,7 procent in november. Dat cijfer is stabiel gebleven in vergelijking met de maand ervoor.
Vergeleken met een jaar geleden is er een duidelijke trend naar boven. In november 2011 waren er respectievelijk 10,6 en 10,0 procent werklozen in de eurozone en de Europese Unie.
De werkloosheid is het hoogst in het zwaar door de crisis getroffen Spanje (26,6 procent). Daarna volgen Griekenland (26,0 procent, cijfer wel nog van september) en Portugal (16,3 procent), landen die al Europese hulp hebben gekregen om de recessie het hoofd te bieden.
In Oostenrijk (4,5 procent), Luxemburg (5,1 procent) en Duitsland (5,4 procent) ligt de werkloosheidsgraad het laagst. Ons land staat met 7,4 procent bij de betere Europese landen.
De jeugdwerkloosheid (jongeren onder de 25) bedroeg in november 24,4 procent voor de eurozone en 23,7 procent voor de EU. Een jaar daarvoor was dat 21,6 en 22,2 procent. Vooral in Spanje (56,5 procent) en Griekenland (57,6 procent) is de toestand dramatisch.
José Manuel Barroso (foto), de voorzitter van de Europese Commissie, zei gisteren nog dat het ergste van de eurocrisis voorbij is. Maar de werkloosheidscijfers gaan voorlopig dus nog steeds in stijgende lijn.
