De jaarlijkse bouwvakantie start voor het gros van de Vlaamse bouwsector, d.i. de bouwbedrijven, hun medewerkers en familieleden, op 13 juli. In de praktijk betekent dit dat ze vanaf vanavond met vakantie kunnen vertrekken.
Het gaat meer in het bijzonder over de bouwsector van de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen (met uitzondering van de kantons Hamme en Lokeren waar pas op 20 juli de jaarlijkse bouwvakantie begint) en een gedeelte van Vlaams-Brabant (enkel het arro Leuven want in het arrondissement Halle-Vilvoorde is de bouw al sinds 6 juli met vakantie). Deze regio’s zijn goed voor iets meer dan 70% van het aantal jobs in de Vlaamse bouwsector (arbeiders, bedienden en zelfstandigen). Het gaat om zo’n 120.000 personen en hun familieleden.
Ze genieten gedurende drie weken (sommigen vier weken) van een welverdiende rust. Om daarna met vereende krachten en frisse moed het hoofd te bieden aan de crisis, die de sector in het najaar nog rake klappen kan geven.
De vakantie van de West-Vlaamse bouwsector loopt van 20 juli tot en met 7 augustus.
Deze vakantie is een aanbevolen collectieve regeling. Wie wil, mag daarvan afwijken. Dit gebeurt wel niet vaak, (enkel als het nodig is), omdat de collectieve regeling voordelen biedt op vlak van organisatie en timing. De bouwwerkzaamheden zijn ook afhankelijk van de aanlevering van bouwmaterialen, van samenwerkingsverbanden met hoofd- en onderaannemers. Als iedereen tegelijk vakantie neemt, lopen de bouwwerken het minste vertraging op.
Meest gelezen
- Bouw & Wonen Partners:
