Interieur

Vlaamse schrijnwerkers werven aan

De Vlaamse schrijnwerkers en interieurbouwers hebben opnieuw goed gevulde orderboekjes. De prijzen verbeteren en de aanwervingsbereidheid is groot. Het tekort aan geschikte vakarbeiders vormt een ernstige bedreiging voor de toekomst van de sector. Net als het grote aantal laattijdige betalingen van de klanten. Nagenoeg alle bedrijven zijn actief op de renovatiemarkt, maar het belang van de particuliere nieuwbouwmarkt neemt toe. Dit blijkt uit een enquête van Bouwunie bij 200 Vlaamse schrijnwerkers en interieurbouwers.

Elk jaar analyseert Bouwunie de sector van de schrijnwerkers en interieurbouwers. 200 Vlaamse schrijnwerkbedrijven krijgen hiertoe een uitvoerige vragenlijst. Bouwunie polst naar hun economische situatie en vooruitzichten. Dit jaar ging speciale aandacht naar de interieurbouw, een segment dat de jongste jaren een grote groei kende.

Economisch draait de sector goed. Vorig jaar had het doorsnee schrijnwerkbedrijf voldoende werk, nu heeft 90% (meer dan) voldoende en 4 op 10 bedrijven zelfs te veel om handen. Slechts enkele, en dan vooral grotere bedrijven, klagen over te weinig werk. Voor de komende maanden voorzien ze een status quo of verdere groei van het werkvolume. Vertaald naar het orderboekje, heeft 42% van de bedrijven voor 3 en 6 maanden werk. 19% van de schrijnwerkbedrijven kan nieuwe klanten pas binnen een half jaar of later helpen. Bouwunie blikte ook even achteruit naar de voorbije crisisperiode: 30% van de ondervraagde bedrijven heeft de crisis duidelijk gevoeld. Bij het gros vertaalde zich dat in een afname van het aantal opdrachten. Slechts in 3% van de bedrijven zijn er jobs gesneuveld.
17% van de bedrijven signaleert een daling van het prijsniveau. Bij de grote bedrijven loopt dit zelfs op tot 24%. Voor 70% van de bedrijven is het huidige prijsniveau winstgevend. Tegen het einde van het jaar verwacht 1 op 4 schrijnwerkers een stijging van de prijzen.
62% heeft in de voorbije periode zijn tewerkstellingspeil constant kunnen gehouden en bij 1 op 5 bedrijven zijn er nieuwe arbeidskrachten gestart. Nog eens 20% van de bedrijven denkt ook concreet na over bijkomende aanwervingen, wat opnieuw meer is dan vorig jaar toen 15% van de bedrijven daarmee bezig was. Slechts 52% van de bedrijven verwacht dat dit aanwerven soepel zal verlopen. Ze stellen ook meer problemen vast op het vlak van laattijdige betalingen (29%) en de concurrentie (24%). Opvallend is dat ze signaleren dat ze minder geconfronteerd worden met zwartwerk: 27,5% van de bedrijven stelde hierbij een daling vast.



De bedrijven oefenen gemiddeld 2,74 schrijnwerkactiviteiten uit. Dit is nagenoeg hetzelfde cijfer als vorig jaar. Ook de top 3 blijft ongewijzigd: 1=binnenschrijnwerk (76%), 2=buitenschrijnwerk (65%) en 3=meubels en keukens (45%).
De renovatiemarkt blijft een markt waarop zowat alle (96%) bedrijven aanwezig zijn. 82% heeft projecten in het nieuwbouwsegment. Dat is 10% meer dan 2 jaar geleden. De activiteit op de projectmarkt is wel teruggevallen: nu 22% tegenover 33% 2 jaar geleden. 8,5% werkt geregeld voor de overheid.
De manier van samenwerken evolueert weinig: 88% van de bedrijven werkt rechtstreeks in opdracht van de bouwheer. Het aandeel dat werkt in opdracht van een architect stijgt tot 55%. 37% van de schrijnwerkbedrijven werkt regelmatig voor een hoofdaannemer, terwijl het werken met een binnenhuisarchitect landt op 16%. Als we kijken bij wie ze de meeste omzet realiseren, krijgen we dezelfde volgorde, maar wel iets meer genuanceerd: rechtstreekse aanneming: 51,5%, architect: 17,4%, binnenhuisarchitect : 3,3% en hoofdaannemer: 14,5%. Ten opzichte van vorige jaar zakt vooral het omzetaandeel van de rechtstreekse aanneming.

Uit de sectorstudies van de voorbije jaren bleek al het belang van binnenschrijnwerk en interieurbouw. Dit jaar peilde Bouwunie dieper naar een aantal elementen bij de bedrijven die op deze markt actief zijn. Opvallend was dat bij de ondervraagde bedrijven de overgrote meerderheid, namelijk 85%, al meer dan 10 jaar actief is op deze markt. Uit een lijst van 10 typische interieurtoepassingen, kruisten de bedrijven er gemiddeld 4,2 aan, meer bepaald:
1. Binnendeuren (74%)
2. Maatkasten (65%)
3. Keukens (52,4%)
4. Badkamers (48,3%)
5. Scheidingswanden (42,2%)
Eenzelfde rangorde geldt bij rangschikking naar omzet.
80% van de bedrijven maakt en plaatst zelf interieurelementen. Hierin valt wel het onderscheid op tussen eenmanszaken en de bedrijven met personeel: 27% van de eenmanszaken voert enkel plaatsing uit, terwijl dit voor de bedrijven met personeel zakt tot onder de 14%. 55% van de bedrijven werkt sporadisch samen met onderaannemers, slechts 8% van de bedrijven werkt op regelmatige basis samen met onderaannemers voor het realiseren van projecten.
Een belangrijk gegeven voor een interieurbouwer is zijn atelier. De basisuitrusting die bijna iedereen heeft, bestaat uit een pennenbank, een schaafmachine en een kantenverlijmer. 87% van de interieurbouwers heeft een paneelzaag, 51% een opdeelzaag. Het freeswerk gebeurt in 80% van de bedrijven nog met een traditionele freesmachine, terwijl 24% van de bedrijven een CNC-gestuurde freesmachine heeft staan.

foto Jos Heylen