Algemeen

Vlaamse bouwsector: veel werk, te laag rendement

De Vlaamse bouw-kmo's zijn minder optimistisch dan in het begin van het jaar. De bouwbarometer zakt in het tweede kwartaal met 1,4 indexpunten tot 101,8. Het werkvolume blijft op peil. Eén bouwbedrijf op drie heeft nu meer werk dan in het vorige kwartaal.
Minpunten zijn de zwakke prijzen en de scherpe concurrentie waardoor het rendement onder druk staat. De meeste bouwbedrijven doen het goed maar een toenemend aantal zijn chronisch ziek. Er vallen meer ontslagen en het aantal faillissementen bereikt recordhoogtes.
Ondertussen branden de overheidsinvesteringen in openbare werken nog altijd op een lager pitje dan verwacht. De wegenbouwers zijn daar het grootste slachtoffer van.

Bouwbarometer voor Vlaanderen



De bouw doet het helemaal niet slecht op het vlak van werkvolume. De grote meerderheid van de Vlaamse bouw-kmo's houdt zijn activiteit op peil terwijl 35% nu beduidend meer werk heeft dan in het eerste kwartaal. Voor de toekomst verwachten ze dit volume minstens te evenaren (93%).

Deze evolutie blijkt ook uit het aantal afgeleverde bouwvergunningen. De stijging van het aantal bouwvergunningen voor nieuwe woningen is spectaculair. Het is vooral de appartementsbouw die in de lift zit. Er werden in België vorig jaar in vergelijking met 2003 20% meer flats gebouwd. De bouw van eengezinswoningen nam met 11% toe. Ook het aantal bouwvergunningen voor niet-woongebouwen (kantoren, winkels) nam vorig jaar toe (+9%). (Grafieken p. 3 en 4).

De rentabiliteit van de Vlaamse bouwbedrijven volgt de activiteitstoename niet helemaal. 16% spreekt van een verbetering ten opzichte van het vorige kwartaal. Bij 9% is de winst gedaald. De meerderheid van de bedrijven verwacht ook in de toekomst geen echte verbetering op dit vlak.
Dit heeft verschillende oorzaken. De concurrentie is scherp (1 bouwbedrijf op 3 zegt dat deze toeneemt), brandstoffen en de meeste bouwmaterialen zijn duurder geworden en de arbeidskost stijgt. Hierdoor liggen de prijzen te laag. 17% van de aannemers spreekt zelfs van een achteruitgang op dit vlak. Op korte termijn verwachten ze daar geen verandering in. Wie toch zijn prijzen aanpast aan de hogere loon- en materiaalkosten, grijpt onverbiddellijk naast de opdracht. Bovendien heeft zowat elke aannemer last van slechte betalers. Iedereen heeft een of meerdere klanten die hun factuur niet, slechts gedeeltelijk of te laat betalen. Dit is een constant probleem voor de sector dat eerder vergroot dan afneemt (volgens 23% van de ondervraagde aannemers). Het gevolg is dat het rendement van de bouwbedrijven onder druk staat.

De gevolgen daarvan blijven niet uit. In de eerste helft van dit jaar vielen er een recordaantal faillissementen, 600 tegenover 586 gedurende de eerste jaarhelft van 2004.
Bovendien heeft 13% van de aannemers de voorbije maanden een of meerdere werknemers moeten ontslaan. Een uitzonderlijk hoog percentage. Vakbekwame arbeiders zijn immers zeer moeilijk te vinden. Ontslagen vallen er enkel indien de werknemer echt niet voldoet of indien het bedrijf in de problemen zit. Beide situaties doen zich voor. Anderzijds heeft 11% van de bouwbedrijven nu meer werknemers dan in het eerste kwartaal en wil 14% in de volgende maanden een of meer werknemers aanwerven. Het ene bedrijf is het andere niet. Heel wat bouwbedrijven boeren nog goed ondanks de zwakke prijzen en de kleinere marges. Anderen zijn chronisch ziek. De Nationale Bank raamt dat een vijfde van alle Belgische bedrijven in moeilijkheden verkeert. Financiële problemen doen bij de minste tegenslag vele bedrijven de das om.

Ondertussen vallen de overheidsinvesteringen in openbare werken lager uit dan verwacht. Dexia schat in haar overzicht van de gemeentefinanciën dat de investeringen dit jaar slechts met een tiende stijgen terwijl ze normaal met een vijfde toenemen in de jaren voor de stembusgang. De sector van de wegenbouw is daar het grootste slachtoffer van.