Verwarming & Sanitair

Vlaamse aardwarmteprojecten nog in de kinderschoenen

De Nederlandse Regering kondigde een reeks verregaande subsidies aan voor boorprojecten naar aardwarmtebronnen. Er wordt daarbij vooral gefocust op risicodekking: het groot aantal verkeerde boringen, waarbij de aangeboorde waterhoudende grondlaag een te lage temperatuur blijkt te hebben voor rendabele exploitatie, staat immers een uitgebreidere toepassing van deze energiebron in de weg. Nederland biedt daarom goedgekeurde projecten een risicodekkingsgarantie van 85% van de investering (tot maximaal 750.000 €) indien de boring onrendabel blijkt te zijn. Hier staat tegenover dat de projectindienereen slaagkans van 90% voor een succesvolle boring moet kunnen aantonen.

In Vlaanderen wordt via het “Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van een subsidie voor de plaatsing van micro-warmtekrachtinstallaties en warmtepompen door niet-commerciële instellingen en publiekrechtelijke rechtspersonen” van 24 oktober 2008 voorzien in subsidie voor de installatie van aardwarmtepompen. De bepalingen hier wijken sterk af van de Nederlandse benadering: er wordt aan een goedgekeurd project 20% van de plaatsingskosten terugbetaald, met een maximum van 200.000 €.

Uit het antwoord van Vlaams minister van Energie Freya Vandenbossche (SP.A) op vragen van Volksvertegenwoordiger Marc Hendrickx (N-VA) blijkt dat het aantal met overheidssteun geplaatste aardwarmtepompen in de lift zit: van 5 in 2009 naar 11 in 2010. Ook de uitgekeerde subsidies (met een jaarplafond van 200.000 euro) stegen van 136.000 euro naar 171.000 euro.
Toch hinkt Vlaanderen in vergelijking met Nederland (waar boringen tot 750.000 euro subsidie kunnen ontvangen) sterk achterop. De geothermische staat van onze regio is daarvoor gedeeltelijk verantwoordelijk, maar eveneens te wijten aan gebrek aan bekendheid met dit procédé.
Marc Hendrickx hoopt alvast dat het aantal aanvragen de komende jaren zal blijven stijgen aan hetzelfde tempo. Een uitbreiding van het jaarlijkse subsidiebedrag of een hertekening van de subsidieprocedure dringt zich in dat geval wel op.

Hoeveel plaatsingssubsidies werden er sinds dit besluit uitgekeerd door de Vlaamse overheid?
Hoe groot was het uitgekeerde totaalbedrag? Graag opsplitsing per jaar.


Freya Vandenbossche: Voor de werkingsjaren 2009 en 2010 werd een budget van 200.000 euro per kalenderjaar voorzien, voor alle projecten samen (inclusief micro-WKK-projecten).
In 2009 werden 5 warmtepompprojecten weerhouden met een totale steun van 136.668 euro.
In 2010 werden 11 warmtepompprojecten weerhouden met een totale steun van 171.391 euro.
Het betreft voornamelijk relatief kleinere projecten die door lokale besturen en vzw’s worden uitgevoerd.

Indien bij een goedgekeurd project de boring niet succesvol blijkt en de definitieve installatie wordt geannuleerd, heeft de aanvrager dan nog recht op de toegekende subsidie ter dekking van de reeds gemaakte kosten?

Freya Vandenbossche: De subsidiesteun, die in het kader van het genoemd Besluit van 24 oktober 2008 wordt toegekend, beoogt in eerste instantie een demonstratiefase te vormen die, samen met de eraan gekoppelde sensibiliserings- en informatiecampagnes, moet leiden tot een betere bekendheid van de betrokken technieken en tot het opbouwen van een markt waarin leveranciers en installateurs kunnen opstarten.

De grondgekoppelde warmtepompen die de warmte onttrekken uit de bodem door middel van verticale boorputten en die in dit verband worden gesteund, maken gebruik van de ondiepe geothermie. Dit wil zeggen dat de boringen beperkt blijven tot een diepte van maximaal 150 m. Op deze diepten is de samenstelling van de Vlaamse ondergrond goed gekend en is de temperatuur vrijconstant (ongeveer 12°C).

De opbrengst en de rendabiliteit van ondiepe geothermisch warmtepompprojecten is dus vanaf de ontwerpfase goed gekend en de kans op een “verkeerde” onrendabele boring is minimaal. Indien de definitieve installatie wordt geannuleerd, om welke redenen dan ook, heeft de aanvrager geen recht meer op de toegekende subsidie ter dekking van de reeds gemaakte kosten.

Hoe staat de Vlaamse Regering ten aanzien van het Nederlandse initiatief ter zake? Meent zij dat de huidige subsidie voldoet, of is er meer aandacht nodig voor de risicodekkingsgarantie?

Freya Vandenbossche: Het Nederlands initiatief is gericht naar investeerders met vergevorderde plannen voor het uitvoeren van grootschalige aardwarmteprojecten die gebruik maken van de diepe geothermie en die warmte ontrekken uit lagen die dieper dan 500 meter onder het aardoppervlak liggen.

Deze projecten zijn totaal niet te vergelijken met de projecten die in het kader van het besluit van 24 oktober 2008 worden gesteund. De geologische samenstelling van de Vlaamse bodem is van die aard dat diepe geothermiesystemen, met de huidige stand van technologie, niet op een rendabele manier kunnen worden toegepast in Vlaanderen. Het Vito voert verder onderzoek uit naar het potentieel in Vlaanderen. Het opzetten van een regeling voor risicodekking, identiek aan het Nederlandse systeem, is dus op dit ogenblik niet aan de orde.

Ook interessant