De laatste zes jaar zijn in Vlaanderen 1.241 hectare terreinen voor logistieke activiteiten bijgekomen en slechts 226 hectare voor industriegebouwen. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) bevestigen deze cijfers hoe belangrijk de logistiek in Vlaanderen is geworden. De perikelen rond Ford, Volkswagen en nu ook Opel tonen aan dat grootschalige productiecentra in Vlaanderen steeds verder inkrimpen. Maar er is de logistiek die rechtstreeks 300.000 jobs oplevert en onrechtstreeks nog eens minstens 10.000 jobs in de bouw. Voor deze nieuwe toekomstgerichte bedrijfstak is het belangrijk dat de Vlaamse regering met de NV Via-Invest vanaf 2008 effectief een aantal nog ontbrekende schakels in onze transportinfrastructuur realiseert en niet alleen in stedelijke gebieden maar ook in buitengebieden bedrijventerreinen toestaat, zoals nu al mogelijk is rond het Albertkanaal.
In Vlaanderen is er enkel nog toekomst voor de aanmaak van innovatieve en hoogtechnologische producten. Tegelijk bestaat een belangrijk nieuw toekomstperspectief, met name de uitbouw van Vlaanderen tot de logistieke poort voor West-Europa. Eind vorig jaar heeft de Vlaamse regering de logistieke uitbouw van Vlaanderen trouwens tot één van haar vier topprioriteiten uitgeroepen. Dat is niet alleen belangrijk voor de 300.000 jobs in de logistieke sector zelf. Dit is ook van belang voor de minstens 10.000 mensen die in de Vlaamse bouwsector dag in dag uit met de aanleg, bouw en uitrusting van logistieke centra bezig zijn.
Maar liefst 89% van al de bedrijfsgebouwen (industrie- en logistieke gebouwen samen) die in België worden opgericht, komen in Vlaanderen. Jaarlijks gaat het om een volume van circa 18 miljoen m³. De oprichting van bedrijfsgebouwen is bijna uitsluitend een Vlaamse aangelegenheid en in Vlaanderen een belangrijke en sterk gespecialiseerde tak van de bouwsector geworden. Dat binnen de bedrijfsgebouwen een verschuiving plaatsvindt van productie-eenheden naar logistieke gebouwen, is voor de Vlaamse bouwnijverheid dan ook van zeer groot belang.
Vlaanderen beschikt nog steeds over enorm veel troeven op logistiek vlak. Zo zijn de bedrijventerreinen er nog relatief goedkoop en ligt de regio nog altijd in het centrum van een zeer koopkrachtig deel van West-Europa. Maar haar positie is bedreigd.
Vooreerst is er het probleem van de ruimte. Vlaanderen kampt met een acuut tekort aan bedrijventerreinen. Als er voor dit tekort niet snel een oplossing komt, dreigt een verhuizing van logistieke activiteiten naar de buurregio’s. De logistiek groeit nu het snelst in kleinere steden zoals Beveren, Tongeren, Kontich, Lokeren en Hoogstraten, en in gemeenten van het buitengebied zoals Opglabbeek, Puurs en Zemst, en veel minder in de grotere centrumgemeenten. De inplanting van logistieke gebouwen wordt immers in grote mate bepaald door de nabijheid van grote verkeersassen (water- en autowegen) en kan dus moeilijk beperkt worden tot de stedelijke gebieden. Het is dan ook belangrijk dat de overheid ook in het buitengebied bijkomende bedrijventerreinen toestaat.
De huidige Vlaamse regering heeft dit blijkbaar ook al vastgesteld en in 2004 alvast besloten om in het economische netwerk langs het Albertkantaal niet alleen in stedelijk gebied maar ook in buitengebied bijkomende bedrijventerreinen af te bakenen. De VCB vraagt aan de Vlaamse regering deze aanpak te veralgemenen. Tevens moet zij de behoeften aan bijkomende bedrijventerreinen in het algemeen en die voor logistieke bedrijven in het bijzonder opnieuw inschatten in het licht van de recentste economische ontwikkelingen in Vlaanderen.
Ten tweede is er het probleem van de transportverbindingen. In het Vlaamse transportnetwerk ontbreken nog een aantal belangrijke schakels, de zogenaamde ‘missing links’. Vooral de ringwegen rond de grootste centrumsteden en de verbindingen van noord naar zuid – niet alleen in Limburg maar ook in de Kempen en in Oost-Vlaanderen – zijn problematisch. De Vlaamse regering heeft zich tot doel gesteld een derde van deze missing links nog tijdens deze legislatuur te realiseren, d.w.z. tegen 2009, hetzij via de reguliere begroting, hetzij via alternatieve financiering.
De VCB juicht dan ook de oprichting van de NV Via-Invest toe als instrument om via alternatieve financiering op korte termijn een vijftal cruciale missing links te kunnen realiseren. De VCB dringt er wel op aan dat deze NV reeds in 2008 operationeel wordt en dan met de eerste aanbestedingen zal kunnen starten. Dat is niet alleen goed voor de continuïteit van de bouwactiviteit maar ook voor de concurrentiepositie van de logistiek in Vlaanderen.
Eveneens van groot belang voor de concurrentiepositie van de Vlaamse logistieke sector is de beschikbaarheid van geschoold personeel. Ook op dit vlak kunnen bouw en logistiek elkaar vinden. Zo wordt in Genk een opleidingscentrum gepland dat al de transportopleidingen zal bundelen: zowel voor logistieke centra (onder meer voor heftruckchauffeurs) als voor het zwaar vervoer en de bouw (voornamelijk voor bouwplaatsmachinisten). De VCB hoopt dat dit centrum in 2008 operationeel zal kunnen worden.
Gisteren organiseerde de VCB een studiedag over deze problematiek onder de titel ‘Bouwstenen voor logistiek Vlaanderen’. Maar de VCB wil zich op het vlak van logistiek niet beperken tot dit ene evenement. Het is de bedoeling de belangen van de aannemingsbedrijven die zich op de bouw van bedrijfsgebouwen toeleggen, binnen de VCB te bundelen en hiertoe een aparte werkgroep op te richten.
- Bouw & Wonen Partners:
