Twee jaar voor hoofdrolspeler vastgoedfraude

Nico Vijsma (75) uit Den Haag heeft donderdag bij de rechtbank in Haarlem 2 jaar celstraf gekregen voor zijn aandeel in de grote vastgoedfraudezaak Klimop. Hij kreeg de straf voor het verduisteren van miljoenen euro's bij dubieuze transacties, witwassen, het opmaken van valse facturen en deelname aan de criminele organisatie die de vastgoedfraude pleegde. Het Openbaar Ministerie had 5 jaar cel tegen hem geëist.

Vijsma was de aangetrouwde oom en inspirator van hoofdverdachte Jan van Vlijmen uit Heemstede. Deze bedenker van de fraude veroordeelde de rechtbank begin dit jaar tot 4 jaar gevangenisstraf. Vijsma nam de rol op zich van personeelschef, coachte en begeleidde de spelers in de fraude bij het verduisteren van het geld. Ook nadat hij geen officieel adviseur meer was van Bouwfonds ging hij door met zijn strafbare praktijken, stelt de rechtbank. 'Hij heeft op laakbare wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat Bouwfonds in hem had', zo staat in het vonnis.

De rechtbank vindt bewezen dat Vijsma een prominente rol speelde binnen twee criminele organisaties, die zich met de omvangrijke fraude bezighielden. De rechtbank besloot de straf tegen Vijsma te matigen, omdat hij al oud is en ernstig ziek is geweest. In mei vorig jaar bleek hij kanker te hebben en hij onderging later dat jaar twee ingrijpende operaties. De rechtbank gaat ervan uit dat dit 'een sterke weerslag heeft op de kwaliteit van leven die hem nog rest.' Vijsma heeft zo'n 2 maanden in voorarrest gezeten.

De rechtbank stelt in het vonnis weinig begrip te hebben voor de handelwijze van Vijsma en zijn hebzucht, omdat het hem 'aan niets ontbrak''. Hij heeft miljoenen verdiend aan de vastgoedfraude, maar schikte met zowel Bouwfonds als het benadeelde Philips Pensioenfonds voor € 4,7 mln.

'Het zij zo', zei V. tegen de rechtbank nadat rechtbankvoorzitter Rino Verpalen het uitvoerige vonnis had voorgelezen. De Hagenaar zei dat hij er totaal niet tegenop ziet om de cel in te gaan. 'Ik vond het daar wel leuk, eigenlijk', grapte hij tegen de pers. Of hij in hoger beroep gaat, weet hij nog niet.