Algemeen

Sociale dumping bedreigt Vlaamse jobs

40% van de Vlaamse bouwbedrijven ondervinden oneerlijke concurrentie van bedrijven en (schijn)zelfstandigen uit Centraal- en Oost-Europa. Dit blijkt uit een enquête van Bouwunie, de bij Unizo aangesloten unie van het kmo-bouwbedrijf, bij 800 Vlaamse bouwbedrijven. De concurrentie is het gevolg van de lagere lonen en het niet naleven van de Belgische wet- en regelgevingen. Deze vormen van sociale dumping bezorgen de Vlaamse bouwbedrijven minder werk, drukken de prijzen tot een abnormaal laag niveau en bedreigen de jobs van Vlaamse bouwvakarbeiders. Bouwunie vraagt een strenge aanpak van alle vormen van oneerlijke concurrentie. Iedereen moet sociale bijdragen betalen en de Belgische arbeidsvoorwaarden naleven. De overheid moet meer inspanningen doen om Belgische werklozen en werkzoekenden op te leiden om aan de vraag naar geschoolde bouwvakkers te voldoen. Ook het soepeler verlenen van arbeidskaarten aan bouwvakarbeiders uit de nieuwe EU-lidstaten kan hiertoe een oplossing bieden. Bouwunie pleit alvast voor de openstelling van de arbeidsmarkt op 1 mei 2006. Vlaamse bouwbedrijven kunnen dan zonder veel rompslomp bouwvakkers uit de nieuwe lidstaten aanwerven.

In de Belgische bouwsector zijn naar schatting 50.000 onderdanen uit Centraal- en Oost-Europa, vooral Polen, actief. Een deel van hen zijn hier illegaal. Een steeds groter deel zijn hier als zelfstandige aan de slag of als gedetacheerde werknemer van een buitenlands bouwbedrijf. Niet iedereen houdt zich aan de Belgische arbeidsvoorwaarden en wetgeving. Hun prijskaartje ligt dan ook beduidend lager dan dat van Vlaamse bouwbedrijven die de Belgische lonen en arbeidsvoorwaarden naleven en de veiligheids-, milieu- en andere strenge reglementeringen respecteren.

Ondertussen krijgen de Vlaamse bouwbedrijven faxen en e-mails met samenwerkingsvoorstellen van onder andere Poolse bouwbedrijven en Nederlandse uitzendkantoren. Deze voorstellen zijn aanlokkelijk omdat ze meestal vakbekwame, hard werkende bouwvakarbeiders aanbieden tegen een zeer laag tarief terwijl in België nog moeilijk arbeiders te vinden zijn. De lage tarieven maken duidelijk dat het hier om oneerlijke concurrentie gaat. Een buitenlandse werkgever die zijn werknemers in België tewerkstelt, moet de Belgische arbeidsvoorwaarden (minimumloon, arbeidsduur, feestdagen, vakantiegeld, hygiëne, enzovoort) volgen en andere Belgische regelgeving (o.a. veiligheid, milieu) respecteren. Indien het om gedetacheerde arbeiders gaat, moeten hierop geen Belgische maar buitenlandse sociale zekerheidsbijdragen betaald worden. Deze bijdragen liggen lager dan de Belgische.

ijnzelfstandigheden

Daarnaast is er het fenomeen van de schijnzelfstandigen. Dit zijn buitenlandse zelfstandigen die in onderaanneming van een Belgische bouwonderneming werken. Ze werken steeds voor dezelfde aannemer, onder diens gezag, hebben geen eigen materieel, maken zelf geen prijsoffertes, kennen geen Nederlands zodat ze moeilijk zelf klanten kunnen werven. Ze werken niet tegen de gebruikelijke prijzen en vormen zo oneerlijke concurrentie tegenover Vlaamse bouwbedrijven die met Vlaamse werknemers werken en daarvoor de nodige sociale bijdragen betalen.

Al deze vormen van oneerlijke concurrentie houden volgens Bouwunie serieuze bedreigingen in voor de eigen, Vlaamse activiteit én werkgelegenheid. Bouwunie vraagt een strenge aanpak van alle misbruiken, zowel van buitenlanders als van Belgen. Iedereen moet sociale bijdragen betalen (hier of in het thuisland) en de Belgische arbeidsvoorwaarden en regelgevingen naleven. De Belgische inspectiediensten moeten meer mensen en beter aangepaste rechtsmiddelen krijgen. Nu kan de inspectie een buitenlandse onderneming die haar verplichtingen niet naleeft niet afdoend aanpakken. Ze stelt een proces-verbaal op en hoopt dat het parket daar iets mee doet. Ze kan bijvoorbeeld de werken niet stilleggen. Dit betekent ook dat er dringend samenwerking moet komen tussen de inspectiediensten van de verschillende lidstaten. Ze kunnen informatie uitwisselen, de buitenlandse inspectiediensten kunnen hun eigen onderdanen in België komen controleren, enzovoort.

Ondertussen zijn er nog heel wat Belgische werklozen die bouwvakbekwaam kunnen worden gemaakt. De doorlichting door de VDAB moet een aantal arbeiders opleveren die na een opleiding in de bouw aan de slag kunnen. De bouwbedrijven kunnen deze dan met een ibo-contract (individuele beroepsopleiding) inschakelen.

Intussen vraagt Bouwunie dat het afleveren van arbeidskaarten en -vergunningen aan arbeiders uit de nieuwe EU-lidstaten soepeler verloopt. Dit gebeurt nu nog veel te weinig. Nochtans behoren heel wat bouwberoepen tot de knelpuntberoepen. Daarnaast hoopt Bouwunie dat de overgangsregeling voor arbeiders uit de nieuwe EU-lidstaten beperkt blijft tot twee jaar. Dit betekent dat vanaf 1 mei 2006 de arbeidsmarkt voor deze arbeiders open moet zijn. Vlaamse bouwbedrijven kunnen dan bouwvakkers uit de nieuwe EU-lidstaten aanwerven zonder dat er nog een arbeidskaart of -vergunning nodig is.

Bouwunie geeft een brochure uit met informatie voor de Vlaamse aannemer die in zee wil gaan met een bouwonderneming, zelfstandige of arbeider uit de nieuwe EU-lidstaten.
Build for Life