Buitenschrijnwerk

Schrijnwerkerijsector werkt aan inbraakbeveiliging

Dit project werd onlangs goedgekeurd en kadert in de Thematische Innovatiestimulering die tot doel heeft innovatieondersteunende diensten aan te bieden aan een specifieke groep van bedrijven met een gemeenschappelijke technologische problematiek (zgn. Vlaamse Innovatiesamenwerkingsverbanden). Centraal in de aanpak staat de stimulering van de netwerkvorming tussen bedrijven onderling en bedrijven met technologische kenniscentra.

Inbraakbeveiliging van gebouwen is een actueel gegeven. De recente golven van inbraken, home jacking, ramkraken, ... dwingen de bouwsector, een meer specifiek de schrijnwerkers, te zoeken naar technisch volwaardige en betaalbare oplossingen voor het beveiligen van gebouwen en goederen. Naast bepaalde sensibiliseringscampagnes van de overheid en van de betrokken beroepsfederaties, werden reeds verschillende initiatieven in dit domein genomen. Ook de uitwerking van bepaalde kwaliteitslabels, zoals het I-3-label zouden verbetering moeten brengen in de situatie van de veiligheid tegen inbraak.

Het is duidelijk dat met deze initiatieven niet de gewenste resultaten kunnen bereikt worden indien niet gewerkt wordt op een brede interdisciplinaire aanpak (aannemers van schrijnwerk, elektriciens, algemene aannemers) zodat een maximum aan bouwprofessionelen bereikt wordt. Afzonderlijke labels op producten met een beperkte verspreiding hebben een onvoldoende impact op het bouwproces, waarbij altijd veel actoren aanwezig zijn. Bovendien is een zinvolle aanpak van de gebouwenbeveiliging gebaseerd op een geïntegreerde oplossing voor de inbraakpreventie van gebouwen, gebaseerd op een veelvoud van individuele maatregelen.

De inbraakpreventie in gebouwen is van toepassing op privé-eigendommen (woningen, appartementen, winkels, kantoren, industriegebouwen, hotels), op openbare gebouwen (gemeentehuizen, administratieve centra, musea, sportcomplexen, ...) en gebouwen van openbaar nut (zoals scholen, bejaardentehuizen, serviceflats en ziekenhuizen). De inbraakpreventieve maatregelen kunnen sterk verschillen naargelang het type gebouw, de ligging, de bouwkundige aspecten, het gebruik en het beheer ervan.

Om een afdoende mate van beveiliging te bereiken, is een geïntegreerde aanpak noodzakelijk, d.w.z. er dient ingegrepen te worden op verschillende niveaus, te weten:

Organisatorische inbraakpreventie: waakzaamheid van de bewoners, politiebewaking,...;
Bouwkundige inbraakpreventie: stedenbouw en ruimtelijke ordening, inplanting van het gebouw en mechanische inbraakbeveiliging aan ramen, deuren en poorten,...;
Elektronische inbraakpreventie alarminstallatie, videobewaking,...

Registratie van goederen
In de Technische Voorlichting 206 van het WTCB (1997) is een overzicht gegeven van de beschikbare technologieën i.v.m. mechanische inbraakbeveiliging van gebouwen. Ook binnen deze thematiek is een geïntegreerde aanpak nodig, d.w.z. dat alle maatregelen die in een gebouw genomen worden op elkaar dienen afgestemd te worden. Zo is het bijv. weinig zinvol een toegangsdeur met speciaal deurbeslag en duur glas uit te rusten, indien de wand ernaast of de achter- of zijdeuren geen enkel inbraakvertragend karakter hebben.

Centraal in het gebeuren staat de aannemer van schrijnwerk die door zijn kennis van materialen en uitvoeringstechnieken een bij uitstek geschikt aanspreekpunt is. Nochtans stelt men in de praktijk vast dat deze bedrijven niet het gewenste overzicht hebben op de bestaande technische knowhow en kunnen zij de behoefte van de klant niet zo goed inschatten. Bovendien kennen ze de eigen noden wat innovatie onvoldoende, bijv. voor wat betreft product- en procesaanpassingen en de prestaties van het geleverde schrijnwerk. Meestal werken ze dan ook vaak geïsoleerd, zonder dat er sprake is van een geïntegreerde aanpak van het aspect inbraakbeveiliging.

Voor de bouwkundige aspecten is de betrokkenheid van o.a. architect, de planoloog, de algemene aannemer en het sleutel-op-de-deur bedrijf noodzakelijk. Voor de organisatorische aspecten zal de opdrachtgever of de gebouwbeheerder een bijdrage dienen te leveren, terwijl de elektronische preventie nog een andere sector betreft, namelijk deze van de installateurs of de gespecialiseerde plaatser van alarminstallaties. Om te komen tot een interdisciplinaire samenwerking zullen de beroepsfederaties van de hoofddoelgroep (aannemers van schrijnwerk) en het WTCB een coördinerende en sturende rol dienen te vervullen.

De bouwheer of gebouwenbeheerder ontvangt vaak slechts fragmentarische en onvolledige informatie vanuit de overheid. In het beste geval zal zij beroep doen op een slotenmaker die een aangepast lockset zal plaatsen. Of nog lijkt de particulier of gebouwbeheerder soms sneller overtuigd van het nut van een gesofistikeerde alarminstallatie dan van verbeterde sloten, cilinders en hang- en sluitwerk of beglazing. De kennismaking van de kandidaat-bouwers/-verbouwers, de gemeentelijke preventiediensten en de openbare besturen met het bestaan en de werking van het samenwerkingsverband zal de toegankelijkheid van de beschikbare technologieën vergemakkelijken.

De belangrijkste doelstellingen van dit project zijn:

Het omschrijven van de noden van de bedrijven uit de doelgroep op het vlak van de inbraakbeveiliging van gebouwen;
Het opstarten en ondersteunen van een loketfunctie en van een informatienetwerk via enkele werkgroepen;
Het actief zoeken naar en ondersteunen van synergieën tussen de verschillende actoren die kunnen leiden tot technische innovaties in de sector en op het vlak van individuele bedrijven;
Het bekend maken van dit project aan de kandidaat bouwers en verbouwers, de gemeentelijke preventiediensten, de openbare besturen en de bouwprofessionelen en dit via rechtstreekse contactname, via de deelname aan vakbeurzen en via publicaties.

Om dit project kenbaar te maken aan de sector, worden drie infoavonden georganiseerd:

12 juni in Antwerpen
24 juni in het provinciehuis van Brugge
26 juni in het provinciehuis van Hasselt.

Iedereen zal nog een aparte uitnodiging ontvangen. De lokale politie en het Ministerie van Binnenlandse zaken hebben alvast hun medewerking aan de info-avonden toegezegd.