Schilders met rug tegen de muur

De sector van de schilders-decorateurs kampt met een chronisch tekort aan geschoolde mensen. Niet alleen stijgt daardoor de werkdruk en geraken projecten niet tijdig uitgevoerd, het veroorzaakt een tekort aan geschoolde leerkrachten en het creërt bovendien een rijke voedingsbodem voor allerhande vormen van oneerlijke concurrentie. Bouwunie wil daaraan iets doen en pleit onder andere voor een “universiteit van de gouden handen”.

De klassieke schilder bestaat niet meer. Het beroep van schilder en decorateur is de jongste jaren uitgegroeid tot een technisch en erg veelzijdig beroep. De moderne schilder moet van meer en ingewikkeldere markten thuis zijn. Vooral door toedoen van nieuwe en gewijzigde materialen, producten en machines, de hogere eisen van opdrachtgevers, en wetten en regels allerhande die van invloed zijn op het ondernemerschap. Om daaraan te voldoen, is vakmanschap hoe langer hoe belangrijker. Dat betekent dat de schilder een gedegen basiskennis nodig heeft én zich permanent moet bijscholen. En hier knelt het schoentje. De sector kampt met een tekort aan gekwalificeerde werkkrachten. Er bestaat wel schildersonderwijs, maar de jongeren die daar afstuderen beschikken niet over de basiskennis die nodig is om direct in een modern schildersbedrijf aan de slag te gaan, laat staan om er zelf een op te richten. Er is dus werk aan de winkel om het onderwijs te hervormen én om het beroep aantrekkelijker te maken.

Universiteit van de gouden handen

Bouwunie bepleit een volwaardige uitbouw van een technische schildersopleiding (niveau TSO) die de leerlingen ook talen, prijscalculatie, planlezen, plastische opvoeding, esthetica, ... bijbrengt, een differentiatie tussen een lager en een hoger beroepsonderwijs met aandacht voor meer praktijk en productiviteit, en de ontwikkeling van een bacheloropleiding voor de vorming van zelfstandigen, zaakvoerders, leerkrachten en technisch adviseurs. Een schildersafdeling moet deel uitmaken van een school waar nijverheidsonderwijs wordt gegeven. De opleiding moet een leerling voorbereiden op een volwaardige loopbaan als schilder, behanger of decorater en de school moet haar schildersafdeling ook in die zin promoten en niet als zou het om een afdeling van de laatste kans gaan. Bouwunie gaat schilders motiveren om, na een korte opleiding, te helpen in de schildersscholen. Dit om de leerkracht bij te staan in de praktijklessen, de leerlingen praktische tips te geven en/of de leerkracht tijdelijk te vervangen zodat die een bijscholing kan volgen.

Aanpak van de oneerlijke concurrentie

Door de hoge kostprijs van een schilder en het onderwaarderen van het beroep, en het dus te laag inschatten van de kostprijs van een gekwalificeerde schilder, krijgt de oneerlijke concurrentie veel kansen. Té veel. Hier moet paal en perk aan gesteld worden. Bouwunie stelt een batterij maatregelen voor om de strijd tegen het zwartwerk en de oneerlijke concurrentie op te voeren en te winnen.

Een eerste pakket moet werken in het wit aantrekkelijker maken en de klant stimuleren om een beroep te doen op een geregistreerd schildersbedrijf. Bouwunie bepleit onder meer een permanent maken van de verlaagde btw voor renovatiewerken aan woningen van 5 tot 15 jaar oud. Daarnaast wil Bouwunie meer fiscale stimuli voor klanten die een regulier schildersbedrijf onder de arm nemen voor schilderwerken aan en in hun woning, zoals de invoering van schilderscheques, een belastingvermindering bij voorlegging van een factuur en betalingsbewijs of de toepassing van het systeem van de winterschilder (voordeel voor klant die laat schilderen in de periode van 1 januari tot en met 31 maart).

Een tweede korf van maatregelen moet de pakkans verhogen. Zwartwerk blijft nu immers al te vaak ongestraft. Concrete maatregelen die soelaas moeten brengen zijn o.a. het beperken van het statuut van bijberoeper in de bouw tot maximum drie jaar en het strenger aan banden leggen van de oneerlijke concurrentie van ploegarbeiders, (brug)gepensioneerden en anderen met veel vrije tijd, tijdelijk werklozen, klusjesdiensten en verzekeringsmaatschappijen.