Algemeen

Rijksgebouwendienst in de tang bij Doggershoek

De laagste inschrijver bij de aanbesteding van jeugdinrichting Doggershoek in Den Helder was bouwbedrijf Geveke, een dochter van Koop Holding, voor een bedrag dat iets meer dan de helft boven de begroting van de opdrachtgever lag. Projectmanager A.Bruggeling verklaarde voor de enquêtecommissie dat hij geschokt was toen hij het bedrag uit de envelop haalde.

De projectmanager en zijn direct leidinggevende verklaarden voor de enquêtecommissie dat zij bij de aanbesteding al vermoedens hadden van vooroverleg. De reden daarvoor was dat de envelop met de begroting van de laagste inschrijver aanzienlijk dikker was dan die van de andere vier. Ook lagen de bedragen tussen de 42 miljoen gulden en 46,7 miljoen gulden. De raming van de Rijksgebouwendienst was met 28 miljoen gulden.

Spoedarbitrage
De Europese aanbesteding vond plaats op 3 november 1999. Bruggeling maakte meteen duidelijk dat er een behoorlijke overschrijving was en dat hij met de laagste verder wilde praten. Volgens de Europese aanbestedingsregels is hij daartoe ook verplicht. Na een aantal mislukte gesprekken om alsnog in de prijs nader tot elkaar te komen, besloot hij tot een niet-passend verklaring. Hij had daarbij de instemming van zijn leidinggevende F. Meijer.

Toen Geveke daarop een spoedarbitrage aanspande, stond voor de Rijksgebouwendienst en de inmiddels ingeseinde landsadvocaat al vast dat het een onhaalbare zaak was. Bovendien lag er toen ook al een begroting van de combinatie Ursem- De Nijs die negen miljoen gulden lager lag dan die van de laagste uit de aanbesteding. Hoe deze partij binnenkwam, bleef onduidelijk.

Wel duidelijk was dat alleen een schikking een grote vertraging kon voorkomen. Als de opdrachtgever de arbitragezaak zou verliezen, restte het mislukt verklaren van de aanbesteding. Dan zou de hele procedure, inclusief het aanvragen van de bouwvergunning opnieuw beginnen en dat zou te veel vertraging opleveren bij de bouw van de 120 broodnodige cellen in Den Helder.

Meijer schikte uiteindelijk met een onkostenvergoeding van 350.000 gulden. Dat was 1 procent van het gemiddelde van beide begrotingen. Een tweede eis van Geveke was dat bij de verbouwing van Norgerhaven te Veenhuizen tot jeugdinrichting de aannemer als eerste en enige een prijs op tafel mocht neerleggen. De Rijksgebouwendienst ging daarmee akkoord, maar bouwde wel clausules in om bij een te hoge prijs van Geveke af te kunnen. Afspraken voor een onkostenvergoeding werden opgenomen en uitgesloten was dat de opdrachtgever opnieuw voor de continuïteit moest zorgen. Een arbitragezaak was daarmee van de baan.

NMa
De begrotingsenveloppen van de vier andere aanbieders zijn nooit teruggestuurd zoals conform het aanbestedingsreglement zou moeten. In plaats daarvan zijn ze naar de NMa gestuurd.

Tot eind vorig jaar bleven de enveloppen met de begrotingsstaten in de bureaulade van RGD Projectmanager Bruggeling, zo verklaarde hij. Na de bewuste derde november had hij het te druk met het vervolg van het werk, om nog stil te staan bij de vreemde zaak rond de enveloppen. Niet alleen was er eentje aanzienlijk dikker, ook waren ze met een paraaf verzegeld. Beide zaken had Bruggeling nooit eerder meegemaakt

Zijn chef Meijer kende wel het fenomeen van dunne en dikke enveloppen, maar nooit zo duidelijk. De vermoedens die bij de twee ambtenaren rezen, vormden voor hen geen aanleiding om de kartelpolitie in te seinen. De NMa bestond een jaar en door gebrek aan ervaring met het orgaan, besloten ze de eigen dienstleiding om raad te vragen. Deze stelde na advies van de landsadvocaat dat melding niet zinvol was, omdat het bewijs flinterdun scheen. "Misschien had ik dat achteraf wel moeten doen", verklaart Meijer nu.

Toen het balletje bouwfraude ging rollen en een onderzoek startte naar mislukte aanbestedingen, dacht Bruggeling weer aan de enveloppen. Buiten Meijer om zijn deze toen alsnog naar de NMa gestuurd. Daar bleek in één van de enveloppen, van de firma Wijn, een begroting voor een heel ander werk te zitten.

Integriteit
Bij deze eerste verhoren van ambtenaren kwam ook de integriteit aan de orde. Bruggeling gaf aan dat het acceptabel is binnen de Rijksgebouwendienst om een uitnodiging te accepteren van een etentje 'bijvoorbeeld bij een oplevering'. Als projectmanager meldt hij net als 24 collega's dergelijke verzoeken aan Meijer. "Van een projectmanager wordt verwacht dat hij deelneemt in maatschappelijke netwerken. Per jaar komt dat per manager zo'n drie tot vier keer voor", aldus Meijer. Zelf ontvangt hij jaarlijks twee keer zoveel. Als voorbeeld noemt hij een golftoernooi. Dit jaar heeft hij er al twee gehad: van Ballast Nedam en van een aantal installateurs gezamenlijk. Van vorig jaar kon hij zich de golfuitjes niet meer herinneren. "En dat is maar goed ook. Anders zou het idee kunnen ontstaan dat ik warme gevoelens heb voor bepaalde opdrachtnemers", voegt Meijer eraan toe. Overigens gebeurt er volgens hem niets dat niet door de beugel kan. "Je praat met lotgenoten, bijvoorbeeld van lagere overheden en marktpartijen en wisselt ervaringen uit. Bijvoorbeeld over innovatief aanbesteden", verklaart hij. Specifieke problemen rond Ballast Nedam kwamen niet aan de orde.

Geschenken 'in natura' kreeg hij buiten een herinneringspen en een zakagenda niet. De opvolgende vraag was of hij contact had gehad met Koop. "Buiten de schikking op 8 maart, heb ik nooit contact gehad met de holding", aldus de Rgd'er.
Build for Life