Voor de tweede maal in amper drie weken tijd is een oude wijk in een grote stad opgeschrikt door een heftige explosie. Met een daverende knal spatte gistermorgen in Rotterdam een portiekwoning volledig uiteen.
De drukgolven van de explosie aan de Schiedamse weg hadden zo'n kracht dat minstens zestig andere woningen in de directe omgeving licht tot zwaar beschadigd raakten. Er brak wonderwel geen brand uit. Drie bewoners moesten met lichte snijwonden naar een ziekenhuis.
De veertig woningen in het woonblok zijn tijdelijk onbewoonbaar verklaard. Acht ervan worden de komende dagen al gesloopt. De tientallen dakloze bewoners moesten gisteren met spoed op zoek naar alternatieve huisvesting. De oorzaak van de spectaculaire ontploffing was gisteravond nog niet zeker, maar waarschijnlijk was het gas.
Zekerheid
Eind juni werd de Herman Costerstraat in de Schilderswijk in Den Haag getroffen door een soortgelijke knal die met zekerheid werd veroorzaakt door lekkend gas. Ook daarbij ontstond toen geen brand.
Aanvankelijk zag het ernaar uit dat bij de ongekend heftige explosie in Rotterdam een groot aantal gewonden was gevallen.
Achteraf bleek dat de meeste bewoners na de knal verdoofd en verdwaasd de straat op waren gelopen. De meesten hadden een shock. Ze werden door de GGD opgevangen.
Volgens ambulancepersoneel was het aantal gewonden zo betrekkelijk laag omdat de meeste bewoners nog in bed lagen. Daardoor waren ze redelijk beschermd tegen rondvliegend glas.
De gigantische explosie in een achtwoningenportiek aan de Schiedamseweg Beneden 461 leidde tot twee merkwaardige, gelijktijdige drukgolven. Eén aan de achterzijde en één aan de voorzijde van de ontplofte woning. De eerste drukgolf blies alle ruiten kapot van de woonblokken achter het rampenblok. De tweede (aan de voorzijde) botste tegen het dijklichaam vóór de woningen en verwoestte op de terugweg vrijwel alle ruiten van de 40 portiekwoningen in het blok.
Ontzet
De brandweer durfde aanvankelijk het volledig ontzette woonblok niet in, uit angst voor instorting of een tweede explosie. Twee speurhonden werden ingezet om de woningen in het getroffen portiek te onderzoeken op gas en op eventuele vermisten.
Omwonende Martin van Everdink dacht direct na de knal in het uit 1936 daterende woonblok niet aan nieuwe explosies. Hij rende in het getroffen portiek direct de benedenwoningen in om te kijken of hij wellicht gewonden kon helpen. "Het was verschrikkelijk donker, rokerig en stoffig. Er droop veel water naar beneden. Er hing een lucht van kapotte tl-buizen. Ik heb overigens niemand kunnen vinden of kunnen helpen, want achteraf bleken alle bewoners al naar buiten te zijn gevlucht. Maar ja, dat wist ik op dat moment niet. Als er gewonden zijn, kun je ze toch niet zomaar binnen laten liggen."
De eigenaar van het ontplofte appartement was op het moment van de explosie niet thuis. Hij meldde zich pas tegen half vijf 's middags op de plek van het onheil, stomverbaasd over wat zich had afgespeeld. Hij werd direct uitvoerig verhoord door de politie.
Bij het doorzoeken van de verlaten woningen stuitten politie en brandweer op minstens vijf kleine hennepplantages. Die vondsten werden overigens niet in de directe nabijheid van de explosie gedaan.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Elke werkdag het laatste nieuws in uw mailbox!
Aanmelden!Alleen de nieuwsbrief, geen spam