Algemeen

Onderzoek TNO naar onderhoud dubo-woningen

De duurzaam gebouwde woning heeft de naam onderhoudsgevoelig te zijn. Het probleem is te voorkomen als in de ontwerpfase meteen een relatie wordt gelegd met de onderhoudsrisico’s. TNO Bouw ontwikkelt daarvoor een model.

Volgens TNO Bouw worden in Nederland in toenemende mate dubo-woningen gebouwd, met wisselend succes. De woningen hebben vaak een hoog comfort en een lage energierekening, maar ook veel gebreken. TNO Bouw heeft onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken en oplossingsmogelijkheden.

In 2002 zijn zes dubo-projecten globaal onderzocht, bewoners ondervraagd en een analyse uitgevoerd. Er is specifiek gekeken naar onderhoudsaspecten en bewonersklachten. Over het algemeen zijn bewoners redelijk tevreden over de woning. Er zijn ook serieuze twijfels over het onderhoud en veel bouwgebreken waren te voorkomen geweest, als meteen vanaf het begin rekening was gehouden met de dubo-doelen. Volgens TNO “concentreren de gebreken zich meestal rond de buitenschil, het binnenklimaat en de installaties”.
Voor de buitenschil is speciaal gekeken naar de gevel, de kozijnen, het dak en de al of niet in de gevel/schil geïntegreerde installaties. De gebreken variëren van vlekken op het metselwerk tot lekkages. Het houten kozijn vraagt vaak vervroegd onderhoud.
Een verkeerde combinatie van gevelontwerp, detaillering van het kozijn, de houtsoort en het verfsysteem is meestal de oorzaak van versnelde degradatie. Een voorbeeld is het gevelontwerp van dubo-woningen in Delfgauw, waar in een naar achteren hellende gevel houten kozijnen zijn toegepast. Het kozijn is juist gemaakt voor een verticale gevel. Vervroegde verslechtering en lekkage zijn onvermijdelijk, zeker als de verfsoort ook nog verkeerd is gekozen. Hier wordt geprobeerd een verdere achteruitgang te voorkomen door de naden en hoeken van het kozijn af te kitten.
Een ander voorbeeld vormt een woningproject in Stavoren. Hier steken de snel verouderde houten kozijnen licht uit de gevel. Ze zijn kortgeleden hersteld en voorzien van een extra beschermende laag (Woodstone profielen).
Het binnenklimaat van een woning hangt nauw samen met de installatiekeuze en het casco- of schilontwerp. Tot de door TNO geconstateerde klachten behoren geluidsoverlast, oververhitting in de zomer door de combinatie van grote ramen op het zuiden en een slechte ventilatie. De ramen kunnen soms niet eens open. Ook kan vaak geen zonwering aan de buitenzijde worden aangebracht.
Drie aspecten spelen mee bij problemen met installaties. Verkeerde aanleg, onderhoudsgevoeligheid en complexe bediening. Hoe ingewikkelder de installatie, hoe groter de kans op fouten en storingen.
Zo gaat er nogal snel iets mis met warmte/kracht- en (grijs)waterinstallaties. In IJburg en Leidse Rijn ontstonden gevaarlijke situaties toen het drinkwatercircuit in verbinding kwam te staan met het grijswatercircuit. Hier betrof het duidelijk een uitvoeringsfout.
TNO constateert dat “bij het ontwerpen van de dubo-woning geen directe relatie wordt gelegd tussen het ontwerp van de woning en de mogelijke risico’s voor de mate van onderhoud door de jaren heen”. Dat is volgens het onderzoeksbureau dan ook de belangrijkste oorzaak van de meeste gebreken.
Dit is een lastige materie, want kennis over nieuwe materialen, systemen en combinaties in dubo-woningen blijkt nog onvoldoende beschikbaar of nog niet voldoende ingebed in de bouwpraktijk.

Gefaseerd
Momenteel werkt TNO Bouw aan een model om de risico’s te beoordelen. De beoordeling van een dubo-woning zal in drie fasen van een project moeten plaatsvinden: de ontwerpfase, de definitieve ontwerpfase en de bouw- en opleveringsfase.
Maatregelen in de eerste twee fases leveren het meeste rendement op voor het verlagen van de onderhoudsrisico’s. Met een dergelijk meetbaar onderhoudsplan kunnen de traditionele woningen zelfs worden voorbijgestreefd waar het gaat om de onderhoudsgevvoeligheid.
Build for Life