Algemeen

NL: Zes op de tien werkt nog met gevaarlijke verf

Zes op de tien schilders werkt binnenshuis nog met gevaarlijke verf met oplosmiddelen erin. Een kwart ervaart daarbij druk van de werkgever. Maar driekwart van de schilders neemt het zelf ook niet zo nauw met persoonlijke bescherming.

Dat blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek van vakbondsconsulent Johan Weijenberg van FNV Bouw. Op het onderzoek, waarvoor vijfhonderd schilders zijn ondervraagd, is Weijenberg afgestudeerd in sociaal juridische dienstverlening aan de Hanzehogeschool van Groningen.

'Schildersziekte'
Sinds 2000 mogen binnenschilders geen verf meer gebruiken met vluchtige organische stoffen, omdat het sluipenderwijs de 'schildersziekte' ops veroorzaakt. Dat is een aandoening aan het centrale zenuwstelsel, waardoor mensen last krijgen van bijvoorbeeld geheugenverlies. De gevaarlijke verf mag alleen gebruikt worden als er voldoende ventilatie en bescherming is.

Alternatieve verfproducten
Als reden dat schilders het toch gebruiken wordt over het algemeen aangevoerd dat alternatieve verfproducten niet voldoen of niet voorhanden zijn. Volgens Weijenberg zijn de problemen het grootst bij kleinere bedrijven, waar circa de helft van de schilders werkt. Volgens hem moet de Arbeidsinspectie extra letten op de kleinere schildersbedrijven.

Nonchalant
Maar hij vindt dat de vakbond de werknemers ook moet wijzen op hun eigen gedrag. "Zelf zijn schilders ook nonchalant: 72 procent zegt niet altijd een masker met stoffilter te dragen bij het schuren van oude verflagen. En een kleine 40 procent maakt niet alleen gereedschap, maar ook de handen schoon met producten als thinner en terpentine waarin oplosmiddelen zitten."
Build for Life