Werken op ladders mag straks niet meer. Met ingang van 1 juli moeten werknemers gebruik maken van een steiger of hoogwerker bij het ramen lappen of schilderen. Dat heeft het kabinet besloten.
De maatregel leidt naar verwachting tot een daling van het aantal ongelukken met 15 procent. Jaarlijks zijn er tussen de duizend en 1500 ladderincidenten, waarvan honderd met ernstige afloop. Alleen bij korte klussen of als een veiliger alternatief (steiger, hoogwerker) niet mogelijk is, mag de ladder nog wel dienst doen.
Kosten
De maatregel leidt tot extra kosten van een half miljoen euro omdat steigers en hoogwerkers duurder zijn dan ladders. Daar staat tegenover dat er een bijna even groot voordeel is omdat het ziekteverzuim zal afnemen. Jaarlijks is er een besparing te verwachten van 0,4 tot 0,6 miljoen euro op een totaal bedrag van 2,8 tot 4,2 miljoen euro aan kosten als gevolg van ongevallen bij werken op hoogte.
Ondernemersorganisatie VNO-NCW en vakbond FNV Bouw begroeten het besluit van het kabinet. FNV Bouw houdt echter wel een slag om de arm omdat de bond de definitieve tekst van de beslissing nog niet heeft gezien.
In overleg
De meeste van de in totaal 15.000 betrokken bedrijven (schilders, bouwers, installateurs en glazenwassers) hebben al rekening gehouden met de maatregel, die ook in overleg met de sector tot stand is gekomen. Ook bij nieuwbouw is er al op geanticipeerd. Het antiladderbesluit heeft daarom nog maar gevolgen voor ongeveer 10 procent van de bedrijven. In de sector werken 250.000 mensen.
Nederland komt met het besluit tegemoet aan regels van de Europese Unie. De maatregel gaat niet abrupt in. Er is een overgangsperiode van twee jaar, die op 1 juli ingaat.
