Het ziekteverzuim onder uitvoerders in de bouw is in 2002 flink gestegen ten opzichte van 2001: van 6,4 naar 7,0 procent. Stress, hart- en vaatklachten en rugproblemen zijn de belangrijkste oorzaken van het verzuim.
Dat blijkt uit het rapport ‘Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2002’, uitgebracht door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Bij het uitvoerend technisch en administratief personeel was de stijging veel geringer: van 3,0 naar 3,1 procent. Het totale verzuimpercentage steeg hierdoor van 5,6 naar 6,1 procent. De meldingsfrequentie (het gemiddelde aantal ziekmeldingen per werknemer) daalde bij het uitvoerend technisch en administratief personeel, maar steeg bij het bouwplaatspersoneel. De afbouwbedrijven hadden in 2002 een hoger verzuimpercentage dan gemiddeld. Ook is bij deze bedrijven de meldingsfrequentie relatief hoog. In grote lijnen geldt volgens het rapport dat de meldingsfrequentie oploopt naarmate de grootte van het bedrijf toeneemt. Daarentegen neemt het verzuimpercentage juist af met de grootte van het bedrijf.
