Maar liefst 90 procent van aannemers en opdrachtgevers in Nederland is bereid te gaan werken met collectieve hoeveelhedenstaten. Dit blijkt uit onderzoek van de Brink Groep.
Hoeveelhedenstaten vergroten volgens de Brink Groep de transparantie van de prijsvorming in de bouw, waardoor de aanbestedingskosten lager uitvallen en de kans op bouwfraude vermindert.
“Het aanbestedingstraject binnen de bouwsector is een kostbare zaak. Als het goed is, wordt voor een project eerst een directiebegroting opgesteld door de opdrachtgever. Daarna volgt de aanbesteding van het project. Hierop schrijft een aantal aannemers zich in. Elke aannemer levert een inschrijvingsbegroting, die in grote lijnen gelijk is aan de directiebegroting”, zegt directievoorzitter De Jonge van de Brink Groep.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt ook dat respondenten dit als dubbel werk ervaren. Daarom adviseert de Brink Groep de inzet van onafhankelijke bureaus die de hoeveelheden voor zowel de directiebegroting als de inschrijvingsbegroting voor een project aanleveren. “Daarmee zijn de hoeveelheden vooraf vastgesteld en met deze hoeveelhedenstaat kunnen aannemers aan de slag om een offerte uit te brengen. Daardoor kunnen de bouwkosten omlaag en neemt de kans op onrechtmatige praktijken af,” aldus De Jonge.
Behoefte
Doel van het onderzoek was na te gaan of er behoefte bestaat aan het opstellen van een hoeveelhedenstaat door onafhankelijke bureaus die door opdrachtgevers en aannemers in de bouwsector kunnen worden ingeschakeld. Zo’n 90 procent van de 190 geënquêteerde opdrachtgevers en aannemers bleek zonder meer bereid te zijn om het aanleveren van een hoeveelhedenstaat bij het bestek als nieuwe werkwijze te adopteren.
De Brink Groep heeft de methode van de hoeveelhedenstaat al geruime tijd geleden ontwikkeld juist met het oog op de aanbestedingskosten. Met behulp van de methodiek kunnen de calculatiekosten voor een aannemer in bepaalde gevallen met 75 procent naar beneden, aldus het bedrijf.
“De calculatiekosten bestaan voor 70 procent uit hoeveelhedenbepalingen. Dat gebeurt zo’n 30 keer per onderdeel door opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers. Als je met collectieve hoeveelhedenstaten werkt, dan scheelt dat een vermogen”, zegt Brink-directeur G. Westerveld. Binnen zijn groep wordt al sinds de jaren tachtig gepleit voor invoering van de methodiek.
“Het vreemde is dat ook de opdrachtgevers er niet aan wilden. Vraag me niet waarom, ik weet het niet. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de geesten er nu rijp voor zijn”, aldus Westerveld.
In het recente verleden heeft de Brink Groep de methode, die ook bekend staat onder de naam poolbegroting, met succes toegepast bij aannemers voor aanbestedingen en voor grote opdrachtgevers als Philips en de Rijksgebouwendienst.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief
Elke werkdag het laatste nieuws in uw mailbox!
Aanmelden!Alleen de nieuwsbrief, geen spam