Algemeen

Meer jongeren en meer ouderen aan de slag in de bouw

De sociale partners van de bouwsector ondertekenden vandaag het akkoord over de lonen en arbeidsvoorwaarden voor de bouwvakarbeiders voor de volgende twee jaar.
Belangrijke doorbraak is de gedeeltelijke opheffing van het verbod op zaterdagwerk in de bouw. Hierdoor kunnen de Belgische bouwbedrijven op een kmo-vriendelijke manier hun arbeiders officieel tot 64 uren op een zaterdag laten werken. Ze kunnen daarmee inspelen op de economische realiteit en het hoofd bieden aan de deloyale concurrentie. Andere belangrijke afspraken gaan over de verhoging van de lonen, een realistischere mobiliteitsvergoeding, de optrekking van de normale brugpensioenleeftijd en de regeling van het eigen onderhoud van de werkkledij. Werkgevers en vakbonden gaan extra inspanningen doen om meer jongeren aan te trekken en ouderen langer aan de slag te houden.

Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, is tevreden met dit evenwichtig akkoord.

Zaterdagwerk

Bouwbedrijven kunnen voortaan hun arbeiders in een aantal specifieke gevallen op zaterdag laten werken zonder dat ze daardoor de zes-dagen-week invoeren. Tot nog toe gold een quasi verbod op zaterdagwerk voor bouwarbeiders. De nieuwe mogelijkheden zijn: werken die niet combineerbaar zijn met de andere werken die tijdens weekdagen aan de gang zijn of die de veiligheid of gezondheid van werknemers of derden in het gedrang kunnen brengen. Belangrijk is dat de arbeider enkel op vrijwillige basis op zaterdag aan het werk kan en dit voor maximaal 64 uren per jaar. Voorafgaand moet er ook éénmalig de toestemming zijn van de vakbondsafvaardiging of, als er geen vakbondsafvaardiging is, een protocol van toetreding. De arbeider kan, naar eigen keuze, deze uren recupereren of niet. Hij krijgt altijd een loontoeslag van 50%. De zaterdagse uren worden als overuren beschouwd. Werkgever en werknemer kunnen dus genieten van de fiscale lastenvermindering op overuren. De federale regering moet deze regeling nog bekrachtigen.

Bouwunie is tevreden met deze pragmatische afspraak. Het is een noodzakelijk aanpassing aan de economische realiteit en vraag van de klant, én laat bouwbedrijven toe het hoofd te bieden aan de deloyale concurrentie die de sector, vooral vanuit het buitenland, ondervindt.

Loonnorm

De interprofessioneel afgesproken loonnorm van 5% wordt gerespecteerd. Het is een “all-in”-akkoord met correctiesysteem (dit betekent dat de loonstijging over 2 jaar is gekoppeld aan een correctiemechanisme waardoor de 5%-loonnorm niet mag worden overschreden).

Meer jongeren en meer ouderen in de bouw

Om het tekort aan (vooral geschoolde) arbeidskrachten op te vangen en de instroom van jongeren in de bouw te bevorderen, zullen werkgevers en vakbonden een aantal nieuwe maatregelen nemen. Jongeren met een bouwdiploma krijgen een hoger loon en hun werkgevers betalen voor hen minder sociale bijdragen. Bouwunie is erg tevreden met de “bouwleerplicht” die op 1 september 2008 start. Dit vernieuwende en arbeidsmarktgerichte stelsel van deeltijds onderwijs (deeltijds leren-deeltijds werken) richt zich tot 15 tot 8-jarigen. Ze kunnen dankzij de bouwleerplicht gerichte bouwvakopleidigen volgen én relevante ervaring opdoen waardoor ze hun integratie in het arbeidscircuit bevorderen.

De activiteitsgraad van de oudere werknemers (58-plussers) moet stijgen door een verlaging van de sociale lasten, via ervaringsfondsinitiatieven en een specifiek voor de sector uitgewerkte outplacement.

Mobiliteit

Vele en grote verplaatsingen zijn eigen aan de bouwsector. De bouwplaats verschilt per definitie van de bedrijfszetel en verandert ook per opdracht. Bouwvakarbeiders spenderen een deel van hun tijd in de camionette, op weg naar de bouwplaats en terug naar huis. Het toenemende verkeer en de vele files maken deze verplaatsingen niet echt gemakkelijk. Werkgevers en werknemers hebben een realistischere vergoeding daarvoor afgesproken, waarbij voortaan de werkelijke kilometers zullen vergoed worden i.p.v. te werken met een forfait, afgeleid van de vogelvluchtafstand. Werkgevers en werknemers gaan ook vervoersplannen opmaken zodat de verplaatsingen efficiënter zullen gebeuren.

Onderhoud bedrijfskledij

Tot nu toe staat de werkgever in voor het onderhoud (was en strijk) van de werkkledij van de arbeider. Dit is een wettelijke verplichting. Het akkoord zegt dat deze taak voortaan ook overgenomen kan worden door de arbeider zelf en hij zal daarvoor een gepaste vergoeding krijgen. Binnen elk bedrijf kunnen werkgever en arbeiders zo die regeling afspreken die ze beiden verkiezen, rekening houdend met de specifieke activiteit van de arbeider.

Brugpensioen

De brugpensioenleeftijd wordt opgetrokken tot 60 jaar. Enkel wie een loopbaan van minstens 35 jaar kan voorleggen, kan vanaf 58 jaar op brugpensioen gaan. De bouwsector onderschrijft hiermee de principes van het generatiepact.
Build for Life