Architectuur

Mark Minkjan wint Geert Bekaert-prijs 2014-2016

Mark Minkjan wint Geert Bekaert-prijs 2014-2016
Foto: Twiter @PCvanUlzen
Mark Minkjan heeft de tweede editie van de Geert Bekaert-prijs voor architectuurkritiek gewonnen. De prijs - eer, beker en een pen - werd 15 december uitgereikt door juryvoorzitter Guus Beumer.
De Geert Bekaertprijs voor architectuurkritiek wordt uitgereikt aan voorbeeldstellende kritieken op het gebied van architectuur, stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur die bijdragen aan een levendig ontwerpklimaat in de Lage Landen. In 2014 werd de prijs voor de eerste maal uitgereikt. Mark Minkjan kreeg de prijs voor zijn artikel ‘Het nieuwste gebouw op de Amsterdamse Zuidas is een plaatje – en niet veel meer dan dat‘ Het nieuwste gebouw op de Amsterdamse Zuidas is een plaatje – en niet veel meer dan dat‘ gepubliceerd op The Creators Project | VICE. Het artikel bevraagd de rol van renderings in de media naar aanleiding van een verbeelding van Ravel Plaza, een gebouw ontworpen door MVRDV dat moet verrijzen aan de Amsterdamse Zuidas.

Boosheid

De jury over het artikel: “Specifiek aan het artikel is de aarzeling in het betoog, die retorisch goed werkt in de zin dat het de lezer uitnodigt het geboden argument zelf verder door te denken. Uit het stuk spreekt boosheid, maar in de ogen van de jury openbaart zich hier de productieve boosheid van de criticus. Het artikel kent bovendien een fraaie verdubbeling; het is kritisch ten aanzien van de architectuur, maar eveneens ten aanzien van de media. Het artikel heeft duidelijk een snaar geraakt, gezien de vele reacties die het teweeg bracht en toont hoe opwindend kritiek kan zijn als het een productief perspectief weet te vinden”.

Rol van criticus en kritiek

Over de criticus, zijn of haar rol en die van de kritiek stelde de jury bestaande uit Guus Beumer (directeur van Het Nieuwe Instituut), Eireen Schreurs (SUB office architecten en medewerker bij de faculteit Architectuur TU Delft), Anne Seghers (stedenbouwkundige en vakredacteur bij de Blauwe Kamer), Ed Taverne (emeritus hoogleraar architectuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen) en Bart Verschaffel (filosoof en hoogleraar architectuurtheorie aan de Universiteit Gent, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur):

“Een goede architectuurcriticus biedt in de ogen van de jury een even alternatieve als betrokken blik op zijn of haar onderwerp, weet dit aan een ruimere context te verbinden en brengt opwinding teweeg. Met zijn of haar kritische reflectie legt de (onafhankelijke) criticus onverwachte verbanden tussen het object van reflectie en de samenleving. Architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur gaan in beginsel over de gebouwde omgeving en daarmee per definitie over maatschappelijke opgaven. Een kritische kritiek dient de complexiteit van vandaag te doorgronden en mogelijkerwijs zelfs te beïnvloeden. De kritiek is geschreven door een auteur die door zijn of haar specifieke manier van kijken architectuur begrijpelijk kan maken voor anderen en die hierin een persoonlijke keuze blootlegt. Iemand wiens attitude voorkomt uit betrokkenheid; een persoonlijke betrokkenheid van de criticus kan overigens ook liggen in existentiële, architecturale kwesties.”

Ook interessant