Nieuwbouw

Kortrijk hanteert als eerste Vlaamse stad een 'woningtypetoets'

Kortrijk is de eerste Vlaamse stad die bouwaanvragen voor woningen beoordeelt aan de hand van een speciaal toetsingskader. Eengezinswoningen worden daarbij de norm, appartementen liever de uitzondering. In het verleden zijn al te veel appartementen gebouwd waar ze eigenlijk niet thuishoren. Dit staat haaks op goede ruimtelijke ordening. En er is absoluut nood aan (rij) huizen met tuin voor jonge gezinnen.

Kortrijk steekt zijn ambitie als aantrekkelijke woonstad niet onder stoelen of banken. De stad wil daarbij op de eerste plaats weer jonge gezinnen aantrekken die zich nu nog veelal in buurgemeenten vestigen. De keuze van hun woonplek is afhankelijk van diverse factoren, maar een cruciale vraag is daarbij: ‘vinden we er een geschikte woning, liefst geen appartement maar een (rij)huis met een tuin?’. In de stad is dit nog te weinig het geval.

Een aantrekkelijke stad betekent ook een goed ogende stad, met een kwalitatieve publieke ruimte, met een evenwichtig straatbeeld. Vooral dat straatbeeld is de afgelopen decennia aangetast, ook in Kortrijk, doordat appartementsgebouwen eender waar zijn neergepoot. De ‘verappartementisering’ zeg maar.

De woningtypetoets die door de gemeenteraad op 13 september 2010 werd goedgekeurd, heeft niet de ambitie dé allesomvattende oplossing te zijn. Het is wel een instrument dat een tweeledig doel wil dienen: het aanbod van kwaliteitsvolle grondgebonden woningen op peil houden, en de verappartementisering van het straatbeeld afremmen.

Tegengestelde bewegingen op de residentiële markt

Ook in Kortrijk zijn er twee tegengestelde bewegingen op de residentiële markt. Veel woningzoekers blijven voorkeur hebben voor de eengezinswoning, het huis met een tuin(tje). Ontwikkelaars blijven echter –vanuit gewoonte of een beperkte visie op densiteit- veel appartementen plannen, niet zelden (te) kleine en weinig comfortabele flats of (te) grote luxueuze appartementen. Waar een huis in de straat wordt afgebroken, wordt veelal een appartementsgebouw in diezelfde ruimte gepropt.

Het appartement als schijnbare evidentie, als zogezegde norm, maar vooral als makkelijkheidsoplossing. Terwijl er met de nodige creativiteit betere oplossingen mogelijk zijn die beantwoorden aan de vraag naar grondgebonden woningen. In Kortrijk vormt het aandeel appartementen in de nieuwbouw zowat 60% tegenover 40% huizen, en zelfs een verhouding 70/30 in de kernstad. De verhouding mag gerust omkeren… zodat de jonge gezinnen kunnen terugkeren.

Let wel, het appartement als woningtype wordt uiteraard niet in vraag gesteld. Het is beslist een kans voor jongeren die de eerste stappen op de woningmarkt zetten. Het horizontaal wonen is een oplossing voor wie bij het ouder worden het te grote huis met trappen verlaat. Het biedt een antwoord op de gezinsverdunning. Uiteraard biedt het gestapeld wonen ook voordelen bij grondschaarste. Het is echter niet hét antwoord op de vraag naar betaalbaar wonen, noch hetsluitend alibi voor de verdichting.

Aantasting van het klassieke straatbeeld

De nadruk op appartemen ten leidt tot een aantasting van het straatbeeld. De klassieke huistraveemaat, zowat 5 tot 8 meter breed, en de herkenbare voordeur van het huis langs de straat verdwijnen. Vertikaal georganiseerde woningen worden vervangen door horizontale lagen van appartementen. Het evenwichtig straatbeeld gaat verloren.

Te hoge appartementsgebouwen duwden de bestaande rijhuizen letterlijk in de schaduw. Met het gabarietenplan dat sinds 1999 gehanteerd wordt voor de Kortrijkse binnenstad kon dat euvel sindsdien gestuit worden. Maar de verappartementisering teistert niet enkel de stedelijke korrel, stilaan raakt ook het karakter van de dorpskernen aangetast.