Algemeen

KVWS-topman wil schoon schip maken in bouw

De commissie-Vos heeft met enige verbazing de verklaring van de topman van Koninklijke Volker Wessels Stevin (KVWS), Herman Hazewinkel, aangehoord. Hoewel hij al in 1999 aantrad, was hij pas in november 2001 op de hoogte van frauduleuze praktijken in de bouw, zo vertelde hij. Een uitzending van Zembla opende de KVWS-topman de ogen.

Hazewinkel zei de onregelmatigheden af te keuren, hoewel hij zich er wel voor verantwoordelijk voelde. De commissie kon het zich moeilijk voorstellen dat iemand op zo'n hoge positie geen weet had van de praktijken in de bouwwereld.

De KVWS-topman verklaarde van plan te zijn schoon schip te maken in de bouw. Hij zal de parlementaire enquêtecommissie stukken toesturen van het bureau MIB (Markt in Beweging) in Soest, dat verboden afspraken tussen aannemers heeft geregistreerd. Hazewinkel zei overigens pas van het bestaan van het MIB afgeweten te hebben door een publicatie in de Volkskrant. Ook verklaarde hij dat een voormalig financieel directeur van KWS een aandeel in de fraude had.

'Niet schuldig'
De commissie confronteerde Hazewinkel met stukken van KPMG, waaruit blijkt dat er schulden en vorderingen waren bij andere aannemers. In 1998 ging het over KWS-bedrijven in Overijssel en Drenthe, drie jaar later over KWS-dochter IBB-Kondor in Leiden. Hazewinkel zei de stukken niet te kennen. Ook ontkende hij dat KWS zich schuldig zou hebben gemaakt aan verboden vooroverleg bij de aanleg van de HSL-zuid. De prijsverschillen in die zaak zouden "andere oorzaken" hebben.

Swank
Na de getuigenis van Hazewinkel kwam districtsdirecteur J. Swank aan het woord. Na enige aarzeling verklaarde hij dat KWS in 1999 verboden afspraken tussen aannemers over het verdelen van werk en prijzen bijhield in een nationaal systeem. Wegenbouwers in de districten leverden gegevens voor de administratie aan.

Zelf hield Swank tot eind 1999 een administratie bij. Daarna stuurde hij de gegevens door naar Soest, waar hij ook kon nagaan of andere aannemers bij KWS in het krijt stonden.

Verder verklaarde Swank dat enkele bedrijven met alleen een postbus en een boekhouder in dienst geld hebben verdiend aan onder meer prijsafspraken. Volgens Swank waren die bedrijven "niet op werk uit, maar op geld. Zij probeerden je geld af te troggelen door te dreigen heel laag in te schrijven". De methode is volgens de directeur doodgebloed toen rond 1998 steeds meer werken openbaar werden aanbesteed.