Vastgoed

Huizencrisis in VS treft vooral minderheden

De dalende huizenprijzen in de VS (van 2006 tot nu) treffen vooral Amerikaanse minderheden. De kloof tussen blanken enerzijds en zwarten en Spaanstaligen anderzijds is zo nog groter geworden. Dat blijkt uit een berekening van The Wall Street Journal.
De Amerikaanse financiële krant The Wall Street Journal maakte de berekeningen op basis van cijfers van het Census Bureau, dat instaat voor de volkstellingen.

Uit die cijfers blijkt dat het vermogen van zwarten en Spaanstaligen in de periode van 2005 tot 2009 met de helft is afgenomen. De eenvoudige reden is dat die bevolkingsgroepen meer dan de helft van hun vermogen geïnvesteerd hebben in vastgoed.

De kloof tussen blanke Amerikanen en minderheden wordt daardoor nog groter. Een gemiddelde zwarte kon in de VS in 2009 beschikken over een totaal vermogen (waarde van bezittingen - schulden) van amper 4.000 euro. In 2005 was dat nog meer dan het dubbele. Een Spaanstalige Amerikaan kon op iets meer rekenen.

Een gemiddelde blanke Amerikaan zag zijn vermogen in dezelfde periode dalen met slechts 16 procent en komt uit op 78.000 euro, bijna 20 keer zoveel als zijn zwarte of Spaanstalige buur.

Ook interessant