Algemeen

Geldgebrek zet Fontys aan tot creativiteit

Fontys Hogescholen bouwt in Tilburg voor 16 miljoen euro een nieuw pand voor de verschillende kunstopleidingen van de Brabantse onderwijsinstelling.

Carla Scholten, beleidsadviseur huisvesting en beheer van de Fontys Hogescholen, zou behalve in Tilburg het liefst ook de gebouwen van elders in het land aan willen pakken. Maar de bezuinigingen van het nieuwe kabinet maken die ambitie onzeker.

De eerste fase van de nieuwbouw in Tilburg werd in 1998 afgerond. In samenwerking met de gemeente is dit jaar begonnen met de bouw van de tweede fase van het complex dat is ontworpen door rijksbouwmeester Jo Coenen. Als de bouw in het voorjaar van 2005 klaar is, huist Fontys met de inmiddels gereedgekomen lokale muziekzaal onder één dak. “Maar het eigendom van de gebouwen blijft gescheiden”, geeft Scholten de burenrelatie aan.
Het gebouw, dat door de omvang van het project Europees is aanbesteed, geeft invulling aan het beleid van Fontys om de opleidingen van de hogeschool te bundelen. De concentratie maakt het niet alleen mogelijk om de beschikbare ruimte efficiënter te benutten, maar moet ook de kwaliteit van de onderwijsruimtes aanzienlijk verbeteren. De aanleg van een modern computernetwerk en betere ventilatie is daarbij een zware kostenpost.
“Ongeveer eenvijfde van het budget dat per vierkante meter beschikbaar is, gaat naar ict. En dan bedoel ik alleen de aanleg van de kabels en schakelkasten”, licht Scholten de uitgaven toe.

Budget
De forse investering trekt een wissel op het budget. Hoewel er niet heel veel meer studenten in kunnen, worden de lokalen aanzienlijk duurder terwijl daar geen hogere inkomsten tegenover staan. De extra investeringen leveren financieel gezien weinig op omdat het subsidiestelsel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW) hogescholen per student met een vast bedrag ondersteunt.
Fontys Hogescholen telt 34.000 vol- en deeltijdstudenten die opgeleid worden op zo’n 275.000 vierkante meter vloeroppervlak, zowel gangen als onderwijsruimtes zijn daarbij meegeteld. Qua omvang is dat vergelijkbaar met 55 voetbalvelden. Bij een totale omzet van 250 miljoen euro geeft de hogeschool jaarlijks zo’n 35 miljoen euro uit aan beheer en onderhoud van het eigen vastgoed.
De 38 instellingen waar de school uit bestaat staan voornamelijk in het zuiden van Nederland. Boven de grote rivieren heeft Fontys vestigingen in Groningen, Zwolle, Wageningen, Rotterdam en Amsterdam. De landelijke spreiding hangt samen met de opleiding voor technisch docent die Fontys als enige hbo-school in Nederland aanbiedt. Het gebouwenbestand varieert daarbij van hypermodern in bijvoorbeeld Sittard tot de hoofdstedelijke historische binnenstad.
De huisvesting aan de Keizersgracht – waar onder andere de lokale technische, theologische en bouwkundige lerarenopleidingen zijn gehuisvest – is wat betreft locatie het topstuk in de gebouwenvoorraad. “Ons kroonjuweel”, noemt Scholten het Amsterdamse grachtenpand met een glimlach.
Het beperkte budget dwingt Fontys om creatieve oplossingen te verzinnen. Zo zijn de plannen voor een nieuw informaticagebouw op de campus aan de Rachelsmolen in Eindhoven geschrapt. “Het was gewoon niet haalbaar”, stelt Scholten over het project dat naar schatting zo’n 9 miljoen euro zou kosten.

Extra verdieping
Om toch in de ruimtebehoefte te kunnen voorzien, is nu boven op het bestaande hoofdgebouw van de campus een extra verdieping gezet. “Het gebouw is erg lang. Aan de voorkant is er al in 1997 een verdieping opgezet, dat is nu de bestuursvleugel. Dit jaar is hetzelfde aan de achterkant gedaan”. Met de aanpassingen slaat de hogeschool twee vliegen in één klap. Het bestaande gebouw wordt voor een kleine 6 miljoen euro grondig gerenoveerd en de school heeft er 650 vierkante meter onderwijsoppervlak bij. Door informatica in het gerenoveerde hoofdgebouw te vestigen en andere instellingen te verplaatsen, kan Fontys zo toch onderdak bieden aan alle opleidingen.
In Tilburg wordt het Mollergebouw op de campus Stappegoor in fases gerenoveerd. Vorig jaar is al een deel van het gebouw opgeknapt dat nu geschikt is voor de opleidingen pedagogiek en bedrijfskader. Afhankelijk van hoe de situatie zich op de onderwijsmarkt ontwikkeld wordt het gebouw verder aangepakt. Scholten verwacht dat de komende vijf jaar de plannen voor de campus zich verder uitkristalliseren. Tegen die tijd is er meer zicht op de studentenaantallen zodat de financiële ruimte en de omvang van de noodzakelijke investeringen vastgesteld kan worden.
De laatste plannen van het tweede kabinet Balkenende zorgen bij de besluitvorming rond het project voor een extra onzekere factor. Scholten is wat dat betreft niet optimistisch. “Er wordt fors bezuinigd door het ministerie. Ik ben bang dat wij daar niet aan ontsnappen.”
Build for Life