Algemeen

Fysieke arbeid schrikt jongeren af voor bouw te kiezen

Bijna 70 procent van de 14-jarigen denkt er niet aan om in de bouwsector aan de slag te gaan. De jongeren vinden deze jobs veel te zwaar. Ze zijn bang voor rugklachten en vrezen de barre weersomstandigheden. Het nochtans positieve beeld dat ze via reality shows als De Werf en The Block van de sector hebben opgedaan, doet hen niet van standpunt wijzigen. De jongeren rekenen er op dat ze met minder zware jobs veel meer geld kunnen verdienen. Vooral als zelfstandig ondernemer… Dat zijn enkele van de voornaamste conclusies uit een lijvig onderzoeksrapport van Bouwunie Limburg.

Op voorstel van de zelfstandigenorganisatie UNIZO nam voormalig Vlaams minister van economie Patricia Ceyssens het initiatief voor een TV-programma om het ondernemerschap te promoten. ‘Kinderen van Dewindt’, een reeks die zopas is gestart op Eén, moet een trefzekere oplossing zijn om het aantal startende zelfstandigen op te krikken. Het gloednieuwe VT4-programma ‘Succes in 100 dagen’ heeft dezelfde ambitie. Het idee dat hierachter schuilgaat, komt voort uit de overweldigende toestroom van jongeren in beroepen die in andere TV-reeksen aan bod komen, zoals Flikken (politieagenten), Windkracht 10 (militairen), De Bevalling (vroedvrouwen) of Dierenkliniek (dierenartsen).

Dat is geweldig nieuws voor de bouwsector, zo zou je denken, want als deze trend zich doorzet, zouden de succesvolle reality shows als De Werf en The Block het aantal knelpuntberoepen in de bouwsector fors moeten uitdunnen. Volgens recente cijfers van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouw (FVB) is dit meer dan ooit ook broodnodig, want daaruit blijkt dat slechts 28% van de (Limburgse) jongeren die het bouwonderwijs volgen ook effectief in de bouwsector aan de slag gaan. Het verschil tussen nodige en daadwerkelijke instroom van jongeren, bedraagt voor de provincie Limburg alleen een negatief saldo van meer dan 1000 eenheden per jaar.

Om het effect van deze programma’s op de instroom van jonge bouwvakkers na te gaan, en een breder beeld te krijgen van het imago dat de sector bij jongeren geniet, liet Bouwunie een uitgebreid onderzoek uitvoeren door het Hasseltse communicatiebureau Nota Bene.

Als doelgroep werd gekozen voor leerlingen uit het derde jaar middelbaar onderwijs (ASO, TSO en BSO), omdat zij op korte termijn beslissende keuzes moeten maken die hen al dan niet in de richting van de bouwsector zullen sturen. Er werd een steekproef genomen van 500 studenten. Het onderzoek werd uitgevoerd met een statistische relevantie, waarbij de resultaten van de steekproef met een betrouwbaarheid van 99% ten hoogste 5% zullen afwijken van de werkelijke resultaten voor de hele populatie.

1. Wat vinden jongeren belangrijk om een job te kiezen?

Als referentiekader voor het onderzoek werd eerst de vraag gesteld naar de factoren die jongeren belangrijk vinden om voor een job te kiezen. Hierbij werden een aantal standaardmogelijkheden voorzien (ja/neen), alsook de mogelijkheid gelaten om zelf andere factoren toe te voegen.
Als belangrijkste argument komt het goede loon naar boven. Maar liefst 98% van de ondervraagden vindt dit belangrijk. Werkzekerheid op lange termijn (95%) is eveneens een zeer bepalende factor. Andere argumenten die worden vernoemd zijn de vaste werkuren (76% vindt dit belangrijk), het werken in teamverband (70%) en het concreet realiseren van een product (67%). Opvallend is dat slechts 55% van de jongeren belang hecht aan afwisseling in hun job. Het werken in de buitenlucht is slechts voor 40% van hen een bepalend argument.

Op basis van deze gegevens kunnen we stellen dat jongeren in het algemeen veel belang hechten aan variabelen die kenmerkend zijn voor de bouwsector. Alleen het werken in de buitenlucht is voor een minderheid belangrijk. We merken op dat studenten uit het ASO die nog minder belangrijk vinden dan leerlingen uit het BSO en TSO.

2. Wat denken jongeren over mensen die in de bouwsector werken?

Om te weten of jongeren al dan niet interesse hebben voor een job in de bouwsector, was het belangrijk te peilen naar hun perceptie van het beroep.
De resultaten tonen aan dat de overgrote meerderheid (92%) denkt dat mensen in de bouwsector zich creatief kunnen uitleven in hun job. Meer dan 80% van de jongeren is van mening dat bouwvakkers goed betaald worden. Dit is belangrijk omdat het ook hun voornaamste argument is om voor een job te kiezen (zie vraag 1). Wel vinden de leerlingen dat mensen in de bouw harder moeten werken dan anderen (73%) en weinig verlofdagen hebben (38% denkt van wel). Bijna 70% van de ondervraagden gaat ervan uit dat mensen in de bouwsector elke morgen met plezier naar hun werk vertrekken.

Algemeen kunnen we aan de hand van deze resultaten concluderen dat jongeren een vrij positief beeld hebben van de bouwsector. Tal van factoren die zij belangrijk vinden bij de keuze van een job, zoals een goed loon, beschouwen zij als kenmerken van de bouwsector. Het harde werk en het geringe aantal vakantiedagen zijn negatieve connotaties voor deze beroepsgroep.

3. Hoe populair waren reality shows over de bouw bij de jongeren?

Jongeren van 14-15 jaar keken naar het programma De Werf (VTM):
Elke week 35%
Af en toe 35%
Eén keer 6%
Nooit 24%

Voor het programma The Block (VT4) gaf dit volgende resultaat:
Elke week 25%
Af en toe 37%
Eén keer 13%
Nooit 25%

Uit een detailanalyse van de cijfers stellen we vast dat leerlingen uit het ASO meer naar deze programma’s keken dan leerlingen uit het technisch en het beroepsonderwijs.

4. Beeld van de deelnemers aan deze TV-programma’s?

In deze vragenreeks gingen we na welk beeld de jongeren overhielden aan het kijken naar deze programma’s.
Bijna alle ondervraagden vinden dat de kandidaten in deze programma’s fier mogen zijn op het resultaat dat ze bereikt hebben (92%). Er bestaat tevens consensus over het feit dat de deelnemers hard gewerkt hebben (83%), en zich creatief konden uitleven (79%). Zo’n 67% van de leerlingen vindt dat de deelnemers zich met hart en ziel hebben ingezet. Wat opvalt in de resultaten is dat de meerderheid vindt dat het resultaat niet beter zou geweest zijn indien met het werk in een groter team zou aangepakt hebben (bijna 60%). Daarenboven is het zeer frappant dat maar liefst 75% van de 14-15 jarigen vindt dat de ‘hobbyisten’ uit deze programma’s het werk minstens even goed hebben gedaan dan professionele vakmensen. Studenten uit het ASO zijn wel eerder geneigd om meer krediet te geven aan vakmensen.

Als conclusie moeten we vaststellen dat het professionalisme van de bouwsector door de jongeren totaal miskend wordt. Dat de ‘amateurs-bouwvakkers’ fier mogen zijn op het resultaat valt nog enigszins te begrijpen. Het moet ons echter zorgen baren dat de ondervraagde leerlingen vinden dat echte vakmensen dit werk niet tot een beter einde zouden gebracht hebben.

5. Hebben deze programma’s het beeld van de sector veranderd?

Bovenop de analyse van de cijfers, vroegen we de respondenten ook rechtstreeks of het kijken naar deze programma’s hun beeld op de bouwsector heeft veranderd. Zij antwoorden dat dit niet het geval is (neen: 77%). Zij blijven dus bij het vertrouwde beeld dat werken in de bouw hard is, even goed door vakmensen dan door amateurs kan gedaan worden, enzovoort.

We vroegen vervolgens in een open vraag wat ze beter vonden dan verwacht. De meest voorkomende antwoorden zijn:
- de afwerking/resultaat
- de teamspirit
- de snelheid van werken
- de energie die de mensen in hun werk hebben gestoken

Op de vraag wat ze slechter vonden dan verwacht, kwamen vooral volgende antwoorden:
- de sfeer in de groep
- het harde werk dat nodig was
- de saaiheid van het werk
- de samenwerking

We merken op dat de samenwerking tussen de deelnemers en het harde werk van de deelnemers vooral als negatief, maar ook door sommigen als positief wordt ervaren door de ondervraagden.

6. Zouden ze zelf een job in de bouwsector willen doen?

De cruciale vraag is dan uiteraard of de jongeren zelf een job in de sector zouden willen doen. Maar liefst 69% van de derdejaarsstudenten ziet dat absoluut niet zitten. Bij degenen die ten minste af en toe naar de reality shows hebben gekeken, ligt het percentage iets lager (63%), maar dat verschil is niet significant. Het effect van deze programma’s is dus te verwaarlozen op de instroom van nieuwe arbeidskrachten in de bouw.

Als we kijken naar de redenen die hierbij worden opgegeven, krijgen we als meest voorkomende antwoorden:

Waarom wel kiezen voor een job in de bouw?
- goed loon
- buiten werken
- handenarbeid verrichten
- dan kunnen we eigen huis zelf bouwen

Waarom niet kiezen voor een job in de bouw?
- veel te zwaar voor mij
- schrik voor gezondheid (rug, gewrichten,…)
- in de kou werken
- saai (bv. altijd maar voegen…)

Als conclusie bij deze vraag stellen we vast dat opmerkelijk veel jongeren worden afgeschrikt door het fysieke aspect van de bouwsector. Zij zijn duidelijk niet op de hoogte van de moderne technieken die tegenwoordig gehanteerd worden. Bovendien hebben zij een verkeerd beeld over het werken in de buitenlucht (bv. regen- en vriesverlof).
We merken tevens op dat vooral jongeren uit het ASO niet kiezen voor een job in de bouw. Degenen die dat toch overwegen kiezen voor functies als ingenieur of binnenhuisarchitect.

7. Aan de slag als werknemer of zelfstandige?

Het is zeer opmerkelijk dat de ondervraagden een bijzondere interesse hebben voor het zelfstandige ondernemerschap. Maar liefst 60% van de jongeren prefereert een job als zelfstandige boven het statuut van werknemer. Opvallend hierbij is dat vooral leerlingen uit het technisch en beroepsonderwijs een ideaalbeeld van de zelfstandigen hanteren: Veel geld verdienen en je eigen baas zijn, zijn hun belangrijkste argumenten pro zelfstandigheid. In het ASO is de perceptie genuanceerder. Daar wordt eerder voor het statuut van werknemer gekozen, omwille van de zekerheid van een vast inkomen.

Conclusies vanuit Bouwunie

Volgens Bouwunie bevestigt dit onderzoek het vermoeden dat, in tegenstelling tot andere TV-programma’s over beroepsgroepen, de reality shows over de bouwsector weinig impact hebben op het grote tekort aan jonge bouwvakkers. Bouwunie roept daarom op tot zeer drastische en ingrijpende maatregelen van de overheid om het tij te keren en een economische speerpuntsector als de bouw niet teloor te laten gaan. Een verdere optimalisering van deeltijds leren zou op maat van de bouw moeten uitgewerkt worden. Een verlaagde loonlast voor de aanwerving van jongeren uit het bouwonderwijs, of het toekennen van opleidingspremies, zijn eveneens mogelijke stimulansen. Bouwunie vraagt de overheid met aandrang om te investeren in creativiteit om in het wegwerken van knelpuntberoepen in de bouw te bespoedigen.
Build for Life