Algemeen

Extreme hitte speelt bouwsector parten

Nadat eerder op dit jaar de bouwwerken al heel wat vertraging hebben opgelopen door de uitzonderlijk strenge winter en de uiterst natte maanden april en mei, lijdt de bouw nu onder de extreme hitte. Volgens de Confederatie Bouw kampen de bouwbedrijven ingevolge de hoge temperaturen nu met een fors lagere productiviteit. Daarenboven valt de hittegolf bijzonder slecht omdat in de meeste regio's nog welgeteld één week rest om projecten af te werken vooraleer de bouwvakantie officieel van start gaat.

In plaats van op volle kracht te kunnen doorwerken, moeten de bouwbedrijven hun activiteit noodgedwongen op een ietwat lager pitje zetten. De werkgever moet beschermingsmiddelen bezorgen aan de werknemers die aan rechtstreekse zonnestraling blootgesteld zijn (zonnebril, zonnecrème, hoofddeksel, schaduwruimte, e.d.). Hij moet er ook voor zorgen dat op al de bouwplaatsen voldoende aangepaste koele dranken voorhanden zijn.

Bovendien moet de werkgever, als de temperaturen hoog oplopen, rusttijden inlassen. Hoe zwaarder het werk en hoe hoger de temperaturen, hoe langer de rustpauzes moeten duren. Bij zwaar werk moeten rustpauzes al worden toegekend vanaf 25° (wel gemeten met een vochtige globethermometer, die een temperatuur aangeeft die ongeveer 5° lager ligt dan bij een traditionele thermometer).

Bouwbedrijven kunnen het probleem gedeeltelijk opvangen door ’s morgens vroeger te beginnen werken. In toepassing van de door de sector uitgewerkte flexibiliteitmaatregelen kunnen bedrijven in hun arbeidsreglement een uurrooster opnemen waarbij ze vanaf 6 uur ’s ochtends het werk kunnen aanvatten. Bouwbedrijven die hiervan gebruik hebben gemaakt, kunnen dus vroeger beginnen en zo de prestaties op de warmste uren van de dag voorkomen.

Bouwwerken blijven dus verder doorgaan, maar dat gaat wel gepaard met productiviteitsverlies.
Build for Life