Energiesnoeiers zijn valse concurrentie voor de privé-sector

Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, is niet te spreken over het voornemen van minister Van Brempt om zogenaamde “energiesnoeiers” muur- en dakisolatie te laten plaatsen tegen sociale tarieven. De minister beschouwt haar initiatief niet als concurrentie voor de privé-sector omdat dit “onontgonnen terrein” is. Dat klopt niet. Het plaatsen van muur- of dakisolatie is een complexe ingreep die best door een vakman wordt uitgevoerd. Heel wat bouwbedrijven zijn op dit marktsegment actief. Het slecht plaatsen van isolatie betekent een hoge energiefactuur en het niet behalen van de Kyoto-norm. Enkel kwalitatief uitgevoerde werken leiden tot een echte energiebesparing. Bouwunie wil met de minister overleg plegen zodat deze haar voornemens bijstuurt. Het subsidiëren van oneerlijke concurrentie kan echt niet door de beugel, aldus Hilde Masschelein, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.

De Vlaamse minister voor Sociale Economie Kathleen Van Brempt (SP.A) maakt volgend jaar 1,3 miljoen euro vrij om 120 banen te creëren in de “energierenovatie”. 100 jobs voor laaggeschoolden en langdurig werklozen en 20 begeleiders. Deze “energiesnoeiers” komen aan huis om de noodzakelijke energiebesparende werken op te knappen zoals het plaatsen van spaarlampen of een douchespaarkop. Ze rekenen daarvoor sociale tarieven aan.
Minister Van Brempt vermeldt ook complexe ingrepen zoals muur- en dakisolatie als “karweien” die de energiesnoeiers kunnen doen. Dit laatste is een brug té ver. Het gaat hier niet om “karweien” maar om werken die vakkennis vereisen. Hoe dik de isolatie ook is, ze wordt waardeloos bij een verkeerde of slechte uitvoering. De minister zou hiermee de bouwsector wel degelijk oneerlijke concurrentie aandoen.

Heel wat overheden, zoals de gemeenten, hebben initiatieven lopen of ondersteunen initiatieven om langdurig werklozen en kansengroepen bij te scholen of aan het werk te zetten. Het gaat vaak om lovenswaardige initiatieven die werkzoekenden arbeidsmarktrijp maken zodat ze uiteindelijk in het normale economische circuit aan de slag kunnen. Bouwunie erkent het nut hiervan voor zover er geen sprake is van oneerlijke concurrentie. Het kan niet de bedoeling zijn dat zogenaamde sociale-economie-projecten opdrachten van reguliere bouwbedrijven overnemen. Ze kunnen enkel aanvullend of voorbereidend werken. Bouwunie vraagt dan ook dat besturen bij dergelijke initiatieven steeds overleg plegen met de werkgeversorganisaties.