Architectuur

Een koppelwoning met Villa-allures

Tijdloos modern. Tijdloos klassiek. Nu iedereen de mond vol heeft over tijdloze architectuur, stelt architect Vandenbussche zich de vraag of dit wel kan. Zelfs het o zo tijdloos geachte minimalisme zal uiteindelijk het kind van zijn tijd blijken. ,,We streven ernaar tijdsechte architectuur te brengen. Architectuur die eerlijk het stempel van zijn tijd draagt.’’ Én van zijn bewoners. Getuige deze fraaie eengezinswoning die hij voor de familie Van Camp in Brasschaat ontwierp.

,,Een twaalftal jaar geleden hebben we de bouwgrond gekocht’’, vertelt bewoonster Christ’l Van Camp. ,,We hebben hem lang gelaten voor wat hij was. Een pure investering.’’ Tot de nood aan ruimte zich opdrong en het begon te kriebelen. ,,Via vrienden zijn we met architect Vandenbussche in contact gekomen. Het klikte meteen.’’ Toch is het uiteindelijke ontwerp maar langzaam gegroeid; het werd dan ook een woning op maat van de bewoners. En die konden zich het best identificeren met open ruimtes en een sobere hedendaagse vormgeving.
Ook voor Paul Vandenbussche en Edith Wouters van Teema-architecten is maximale ruimtebeleving een topprioriteit. Een opzet waar de architecten wonderwel in zijn geslaagd. Zeker als je bedenkt dat het om een koppelwoning gaat met een relatief beperkte oppervlakte. De woning werd naar alle kanten opengetrokken. ,,We hebben tussen de woonvertrekken en de scheidingsmuur met de buren een lange vide ingelast. Zo neemt het pand letterlijk afstand van de aanpalende woning,’’ licht de architect toe. De vide heeft wel wat van een overdekte straat. Een vierde gevel ook, die je het gevoel geeft in een vrijstaande woning te vertoeven. In de andere zijgevel kwam een laag, langgerekt raam. ,,Zo wordt de woning ‘verbreed’ en kan het volledige perceel worden beleefd.’’ Heel mooi hoe het instromend licht door een lange vijver wordt weerkaatst. En van inkijk is er geen sprake. Ook de tuin werd mooi bij het interieur betrokken. De achtergevel werd volledig beglaasd, de vloer van polybeton loopt buiten gewoon door.
Qua ruimtebeleving werd echt niets aan het toeval overgelaten. Binnen vloeien de woonvertrekken - keuken, eet- en zithoek - in elkaar over tot één open ruimte. De woning wordt verwarmd door luchtverwarming: een onzichtbaar systeem dat geen beperkingen oplegt voor het interieur. En een must voor gezondheidsfreaks: niet alleen wordt de afgezogen lucht constant gezuiverd; er wordt ook verse lucht van buiten aangevoerd.

FORM FOLLOWS FUNCTION
Functionalisme als voorwaarde voor de schoonheid van een gebouw, daar gaat het hier om. Als we opperen dat de vloer van polybeton werd voorzien van decoratieve naden, worden we terstond en in koor terechtgewezen. ,,Functionele naden! Tegen het scheuren.’’ Ook de fraai uitgelichte nis in de gang getuigt van eenzelfde functionele ingesteldheid. Dit handige opbergplekje voor rondslingerende prullaria werd voorzien van stopcontacten om mobieltjes op te laden.
Boven werd hetzelfde denkprincipe gehanteerd. Plafondhoge schuifdeuren of praktische opbergkasten delen de ruimte in. Er vallen nauwelijks scheidingswanden te bespeuren. Tussen de slaapnissen van de twee tienerdochters kwam een dubbele opbergwand. De meisjeskamers geven zowel uit op het dakterras als op een gemeenschappelijk bureautje annex badkamer. Ook de masterroom wordt van de badkamer gescheiden door een op maat gemaakt opbergkast.
Met uitzondering van de grote badkamer maakt heel de nachtzone deel uit van een gesloten volume, uitgevoerd in de karamelkleurige baksteen ‘mocca’. Op de begane grond vonden garage, berging, vestiaire en toilet in dit gesloten volume een onderkomen. De mokka baksteen vinden we zowel binnen als buiten terug.

DE STRIJD OM HET VOLUME
De voorgevel is nagenoeg volledig gesloten gehouden. Niet enkel om de privacy te vrijwaren, er werd resoluut voor één sober, krachtig volume gegaan. Om verschillende raamvlakken te vermijden, werd geopteerd voor onopvallende, metalen profielen, vaak gebruikt voor serrebouw. De voordeur en de garagepoort – die in hetzelfde vlak als de gevel liggen - lijken er wel met een scalpel uitgesneden. Om het monolithische volume van de gevel niet te doorbreken, mocht een plat dak niet op het appel ontbreken. Maar dat was buiten Stedenbouw gerekend. Hoewel het er aanvankelijk naar uitzag dat de aanvraag zou worden goedgekeurd, stuiten de bewoners door gekonkel en touwtrekkerij toch nog op een onverbiddelijk njet. Vreemd hoe zoiets onopvallends als een plat dak in Vlaanderen zo voor haar bestaansrecht moet ijveren. Mooi hoe de architect de stedenbouwkundige beperkingen op vernuftige wijze naar zijn hand zette. Toegegeven, het blijft een zadeldak, maar dan wel een licht afhellend exemplaar dat niet over de gehele gevelbreedte doorloopt. ,,Een dak in lichtgrijze leien, dat zich bijna onzichtbaar terugtrekt en … meestal vervloeit met de Belgische luchten’’, voegt de architect er fijntjes aan toe.
Als we hem tenslotte vragen naar constantes in zijn werk, blijken die er niet te zijn. ,,Ik heb geen herkenbare stijl. Elke woning is anders. Stijl is trouwens een irrelevant, tijdelijk gegeven. We streven ernaar eerlijke architectuur van dit moment te brengen, zonder stijlelementen te kopiëren. Ik vind het geen schande als een gebouw na verloop van jaren wat gedateerd lijkt. Integendeel, zo krijgt het een cultuurhistorische relevantie.’’

Meer info op Teema architecten

door Karin van Opstal, Foto’s: Yvan de Saedeleer