Algemeen

€ 200 miljoen extra investeringen mogelijk door PPS

De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) is verheugd dat de Vlaamse regering haar belofte is nagekomen om een investeringsregering te worden. In 2006 zal de Vlaamse regering haar eigen investeringsbudget opnieuw tot € 1,8 miljard optrekken. Maar volgens de VCB moet het mogelijk zijn bovenop dit bedrag € 200 miljoen extra investeringen te realiseren via publiek-private samenwerking. De Vlaamse regering kent trouwens een cruciale rol toe aan publiek-private samenwerking. PPS-constructies zullen volgens de VCB wel enkel een succes worden indien zij op maat van de Vlaamse bouwbedrijven zijn geschreven.

Voor volgend jaar komen er extra investeringsmiddelen, onder meer voor schoolgebouwen (+ € 50 miljoen), voor allerhande investeringen in gebouwen en infrastructuur via het Infrastructuurfonds (+ € 75 miljoen) en voor de ontwikkeling van verontreinigde industrieterreinen (+ € 10 miljoen). Het FFEU (Fonds voor schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven) krijgt jaarlijks weer € 125 miljoen. Maar bovenop deze reguliere middelen rekent de Vlaamse regering volop op publiek-private samenwerking en alternatieve financiering: zowel voor de aanleg van missing links als voor de bouw van scholen, rustoorden, ziekenhuizen en sociale woningen en de ontwikkeling van de zogenaamde ‘brownfields’, d.i. verlaten en vaak licht verontreinigde industriële sites. Dit is vandaag nog eens gebleken uit haar septemberverklaring.

Opdat de geplande publiek-private samenwerking een succes zou worden, is het belangrijk dat de Vlaamse KMO-bouwbedrijven maximale kansen krijgen om hierop in te spelen. Eenvoud en continuïteit zijn daarbij sleutelwoorden. PPS vereist van het bouwbedrijf extra studiekosten. Kleinere bouwfirma’s kunnen deze bijkomende kosten enkel dragen indien zij op termijn meerdere projecten kunnen uitvoeren. Vandaar dat de VCB op het vlak van PPS pleit voor een meerjarenprogramma tot minstens het einde van de legislatuur.

Tevens waarschuwt de VCB voor te complexe structuren en te zware financiële risico’s, waardoor publiek-private samenwerking enkel nog zou weggelegd zijn voor een handvol internationaal vertakte vastgoedvennootschappen en infrastructuurbeheerders. Volgens de VCB mag de overheid bij PPS niet het volledige risico op de private sector afwentelen. De VCB vraagt een evenwichtige verdeling van de risico’s tussen private sector en overheid. Bovendien zal een volledige overdracht van de risico’s op de private partner de prijzen voor PPS-projecten fors doen toenemen.

De VCB staat positief tegenover de toepassing van PPS en alternatieve financiering. Onder de zopas gestelde voorwaarden zullen zij extra investeringsmogelijkheden creëren en de overheid in staat stellen tegen realistische prijzen versneld over nieuwe of vernieuwde schoolgebouwen, ziekenhuizen, rustoorden, sociale woningen en infrastructuur te beschikken.

De Vlaamse bouwsector staat trouwens klaar om deze belangrijke uitdaging aan te gaan. Tegen midden oktober gaat de VCB hiervoor een leidraad met concrete en praktisch haalbare voorstellen samenstellen. Op die manier speelt zij nu al in op de beleidsintenties die vandaag in de septemberverklaring nog eens uitdrukkelijk naar voor werden gebracht.

Marc Dillen, Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw
Build for Life