Beukenhaag
Een beukenhaag kun je tweemaal per jaar snoeien: in het late voorjaar (mei/juni) en in het begin van de herfst, rond september. In september tot en met november mag je de haag knippen. Snoei bij voorkeur met een scherpe heggenschaar en werk van onder naar boven. Knip ieder takje terug tot net boven een nieuw bladpaar (laat ongeveer 2–3 bladeren staan). Zo blijft de haag mooi compact en vol. Houd de onderkant van de haag iets breder dan de bovenkant (taps snoeien) zodat ook de lagere takken voldoende zonlicht krijgen.Coniferen
Coniferen kun je het beste in het late voorjaar snoeien en nogmaals in het vroege najaar. Een eerste snoeibeurt in mei of juni en een tweede in september is ideaal. Snoei niet later dan begin oktober, zodat de planten nog kunnen herstellen voor de winter. Gebruik een scherpe schaar om lange uitlopers in te korten. Let erop dat je niet tot op kaal hout snoeit: veel coniferen lopen vanaf oud hout slecht weer uit. Verwijder wel dode takken of takken die elkaar kruisen voor een mooie, strakke haag.
Japanse Esdoorn
Een Japanse esdoorn snoei je vooral om hem in vorm te houden, niet om hem drastisch terug te knippen. Snoei bij voorkeur in de zomer of vroege herfst, bijvoorbeeld eind juni of begin juli. In deze tijd is de sapstroom minder actief dan in het voorjaar, waardoor de kans op 'bloeden' kleiner is. Verwijder tijdens het snoeien alleen enkele takken tot net boven een naar buiten gerichte twijg. Zware snoei (zoals het weghalen van dikke takken) kun je het beste in het najaar uitvoeren, idealiter tussen oktober en december.
Peterselie
Peterselie is een tweejarige kruidachtige plant: na het eerste jaar krijgt hij bloemen en zaden, waarna de smaak afneemt. Daarom wordt peterselie meestal als eenjarige gehouden. Je "snoeit" peterselie eigenlijk door een deel van de stelen op elk moment te oogsten. In september/oktober en opnieuw in het voorjaar (maart-mei) kun je takken dicht bij de basis afknippen om verse bladeren te oogsten. Knip nooit de hele plant tegelijk weg: laat steeds een deel staan, zodat de plant nieuwe scheuten kan vormen. Na enkele weken groeit de peterselie weer vol met nieuw blad.
Sterjasmijn
Sterjasmijn (Trachelospermum jasminoides) kun je twee keer per jaar snoeien: een lichte snoei in het voorjaar en een tweede keer in het late najaar (september). Bij de lente-snoei verwijder je zwakke of beschadigde scheuten. In september kun je terugsnoeien om de vorm te behouden en overhangende uitlopers korter te maken. De plant bloeit namelijk op jong hout, dus snoei vooral oudere of houtige takken in. Zet na het snoeien eventueel wat extra mest rond de plant om de groei te stimuleren.
Vijgenboom
Een vijgenboom snoei je het liefst in de winter, als de boom zijn bladeren heeft verloren en vóórdat de sapstroom weer op gang komt. Dit betekent grofweg van november tot begin maart. In het voorjaar kun je de boom niet snoeien, omdat hij dan hard gaat bloeden. Tijdens de snoei in de winter kun je enkele oude, dikke takken tot de basis terugknippen om de kroon open te houden. Snoei niet als het vriest of nat is. Let op: het sap van de vijgenboom kan huidirritatie veroorzaken, dus draag bij voorkeur handschoenen en bescherm je ogen.
Tot slot enkele algemene snoeitips:
- Gebruik altijd scherp en schoon gereedschap bij het snoeien.
- Snoei op een droge, vorstvrije dag. Zo kunnen wondjes goed drogen en genezen.
- Maak de snede schuin en iets boven een knop of zijtak (laat ongeveer 1 cm stengel staan). Zo loopt water weg van de wond.
- Ruim snoeiafval op of gebruik het als compost. Zo voorkom je de verspreiding van ziekten en plagen.
- Draag bij het snoeien handschoenen, zeker bij planten met prikkelend sap (zoals de vijgenboom).
Naast deze soorten zijn er in september nog meer planten die gesnoeid kunnen worden, maar hun snoeitijd start vaak al vroeger in het jaar. Denk bijvoorbeeld aan klimop, sering, de muurbloem of de taxushaag. Wie deze al eerder heeft bijgeknipt, hoeft in september meestal alleen nog licht te corrigeren om de vorm mooi strak te houden.
