Algemeen

De accountant: speurhond, waakhond of schoothond?

Accountant J. Joling, partner bij Deloitte & Touche Forensic Services, voerde na de beruchte Zembla-uitzending vorig jaar diverse onderzoeken uit in opdracht van gemeenten.

Voor de gemeente Hoorn onderzocht hij het gedrag van een ambtenaar die door klokkenluider Ad Bos was beschuldigd van het aannemen van steekpenningen en een auto. In het Friese Grootegast werd onderzoek gedaan naar de zogenaamde potjescultuur, die aannemers in staat stelde royaal over de begroting heen te gaan; voor Almere werden aanbestedingen doorgelicht waarbij Koop Tjuchem als laagste uit de bus kwam.
Huisaannemers taboe verklaren wilde Joling echter niet. Als de regels goed in elkaar steken, actief worden nageleefd en superieuren niet blind parafen plaatsen, als de meest betrokken ambtenaar dat heeft gedaan, is er weinig op tegen. Ook moeten ambtenaren liefst regelmatig rouleren en niet jarenlang in hun eentje verantwoordelijk zijn voor belangrijke opdrachten. Als aan die regels wordt voldaan, kan een huisaannemer voor een overheidsopdrachtgever volgens Joling grote voordelen hebben, zonder dat er extra risico's aan kleven.

Geruchten
Niettemin zei Joling, die zoals zoveel forensisch accountants eerder werkte bij de Centrale Recherche- en Informatiedienst, voor de Zembla-uitzending geen weet te hebben van het systeem van schaduwboekhoudingen. Geruchten dat aannemers prijsafspraken maakten, kende Joling voordien ook, maar die waren nooit zo concreet dat ze voor Deloitte en Touche aanleiding vormden om daar systematisch onderzoek te starten. Of de complete accountantswereld tien jaar lang heeft zitten slapen, wilde hij niet bevestigen. In zijn praktijk komt hij wel vaker fraudegevallen tegen die zich over een periode van tien jaar of meer uitstrekken. Dat is niet voorbehouden aan de bouwfraude. De fiscus heeft immers ook nooit onderzoek gedaan naar prijsafspraken, onderlinge verrekeningen en valse facturen. Terwijl die de bevoegdheid heeft om de boekhoudingen van diverse aannemers en opdrachtgevers in te kijken en naast elkaar te leggen. Die bevoegdheid hebben (forensisch) accountants niet.
Een speurhond moet de accountant in de toekomst niet worden volgens Joling, maar een schoothondje van de directie die immers de opdracht verstrekt voor de boekencontrole en daar ook voor betaalt, is ook niet het model dat hem voor ogen staat. Joling kiest het liefst voor de metafoor van de waakhond, die een maatschappelijke rol vervult om de getrouwheid van de boeken te controleren en op basis van de frauderichtlijn 240 onregelmatigheden terugmeldt aan de opdrachtgever. De wet Melding Onregelmatige Transacties (MOT) die binnenkort van kracht wordt, scherpt die regels verder aan. De accountant moet met ingang van 1 januari 2003 onregelmatige transacties niet langer alleen aan zijn opdrachtgever melden en eventueel de opdracht teruggeven, maar hij moet ook een centraal meldpunt van het ministerie van Financiën inlichten.
Build for Life