Algemeen

Bouwregisseur tegen verzuring en chagrijn

De stagnatie van de woningbouwproductie in Amsterdam heeft volgens regisseur woningbouw Arthur Verdellen vele oorzaken.

Arthur Verdellen is een half jaar geleden door de gemeente Amsterdam aangesteld als regisseur woningbouw. De stagnatie van de woningbouwproductie in Amsterdam heeft volgens hem vele oorzaken. “Slechte economische omstandigheden spelen ons parten. Maar evengoed is het een zaak van structuur en cultuur. Niet iedereen is zich bewust van de ernst van de situatie.”

Het werk van Verdellen lijkt vooral te bestaan uit praten, veel praten. De afgelopen maanden heeft hij veelvuldig met alle betrokken in het bouwproces van gedachten gewisseld over de nieuwe woningnood. “Dan valt het me op dat nog niet iedereen is doordrongen van de urgentie. Iedereen spreekt wel over de woningnood, maar als het om daden gaat blijken ze er niet naar te handelen.”
Hij beseft dat de nood niet concreet zichtbaar is. “Er staan geen grote groepen mensen op straat. Er zijn niet zoals in de tijd van de stadsvernieuwing troosteloze straten met dichtgetimmerde panden. Toch is er sprake van een ernstig probleem. Het gevoel van urgentie moet beslist dieper dalen. Uiteindelijk gaat het er toch om dat alle betrokkenen iets voor Amsterdam willen doen.”
Verdellen heeft zich gedurende twintig jaar niet beziggehouden met volkshuisvesting. Hij werkte ooit onder wethouder J. Schaefer in de stadsvernieuwing, maar was daarna stadsdeel-secretaris en leider van het gemeentelijke millenniumproject. Ook probeerde hij als stadsregisseur de negatieve invloed van opengebroken straten en pleinen op het alledaagse leven van de Amsterdammers te verminderen.
Terug in de wereld van de volkshuisvesting constateert hij een overdaad aan wantrouwen. “Binnen en buiten de gemeente wantrouwen mensen elkaar. Procedures verlopen buitengewoon traag. Beslissingen worden niet zomaar genomen. Iedereen wil vooraf alles weten. Steeds duiken nieuwe vragen op. Planningen om de zaak in de hand te houden zijn boterzacht. Heldere deadlines kennen we niet. Als op enig moment vertraging ontstaat, dan wordt daar niemand op afgerekend. We moeten daarom nadenken over mogelijkheden partijen te belonen als het goed gaat, of sancties te stellen als projecten geen vooruitgang laten zien.”
De door hem geconstateerde cultuur van verzuring en chagrijn mag niet los worden gezien van de overdaad aan regels. “De overheid heeft regel op regel gestapeld. We moeten echt naar minder regels.”
Verdellen meent na zes maanden wel zo’n beetje te weten waar voor de korte termijn de schoen wringt. “Het slechte economische klimaat van dit moment zit ons echt flink dwars. Gemeente en bouwers hebben zich daar nog niet voldoende op ingesteld. Zo blijkt het systeem van residuele grondprijsberekening bij een neergaande markt onvoldoende flexibel. Wij hanteren al jaren een prachtig rekenmodel. In een stijgende markt gaf dat nauwelijks problemen, maar de aanpassing aan afnemende verkoopwaarde verloopt te traag. Daardoor ontstaan lastige discussies, die het bouwproces ernstig vertragen”, stelt.

Projectontwikkelaars
Op hun beurt hebben ontwikkelaars volgens hem veel te lang gedacht dat de bomen tot in de hemel groeiden. “Zij moeten hun plannen de komende tijd vereenvoudigen. Ook dat geeft vertraging. Voordeel van dergelijke zaken is wel, dat het om tijdelijke problemen gaat. Is de aanpassing aan de nieuwe omstandigheden gerealiseerd, dan kan de bouw vlot verder.”
Tenminste, als op het punt van de rolverdeling ook meer helderheid ontstaat. “Een niet onbelangrijk deel van het probleem heeft te maken met rolverwarring. Twintig jaar geleden stond de gemeente in de hoofdrol. Die tijd is voorbij. De subsidiekraan is dicht. Nu moeten corporaties hun eigen verantwoordelijkheid ontdekken. De centrale stad moet de verhouding tot de stadsdelen verhelderen. Het neemt tijd die hobbel te nemen.”
Het gaat Verdellen nadrukkelijk niet alleen om cultuurverandering. Hij onderneemt praktische pogingen bouwprojecten weer op gang te brengen. Hij toont interesse in bouwers die menen wel snel en goedkoop te kunnen bouwen. En hij probeert een oplossing te vinden voor stagnerende verkopen. “Ik zou het aanbod meer willen sturen. Als nu acht projecten op de markt komen en de makelaar verkoopt in elk project 40 procent, dan wordt er nergens gebouwd. Stel we bieden slechts drie projecten aan die wel voldoende verkopen, dan komt er een bouwstoom op gang. Ik weet alleen nog niet of zoiets haalbaar is.” De stagnatie van de woningbouwproductie in Amsterdam ligt ook aan de cultuur. Niet iedereen is doordrongen van de woningnood.