Nieuwbouw

Bouwbarometer bereikt triest laagterecord

De bouwbarometer die Bouwunie elk kwartaal publiceert, maakt in het vierde kwartaal van 2012 opnieuw een diepe duik tot 94,5 punten. Dit is een absoluut laagterecord en maar liefst anderhalf indexpunt minder dan in het derde kwartaal van dit jaar. Het is van het voorjaar van 2011 geleden dat de bouwbarometer nog positief kleurde.
De malaise en dan vooral de lage investeringsbereidheid van particulieren, professionelen en overheden houdt spijtig genoeg aan. Daarnaast neemt de oneerlijke concurrentie enkel nog toe waardoor de orderboekjes van de Vlaamse bouwkmo’s die met eigen werknemers hun brood trachten te verdienen, steeds moeilijker gevuld geraken. 40% van de bouwkmo’s verwacht in 2013 slechtere zaken te doen dan in dit jaar. Een erg precaire situatie, en dan zeker voor hen die nu al op hun tandvlees zitten.

De bouwbarometer duikt in december fors naar beneden en behaalt met 94,5 indexpunten een nieuw laagterecord, ver onder de gezonde grens van 100,0 waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden. De bedrijfsleiders van de kleine en middelgrote bouwondernemingen zijn dus erg somber. Vooral over de huidige situatie.

37% van de Vlaamse bouwkmo heeft nu minder werk dan in september. 18% heeft meer om handen. En de verwachtingen zijn zeker niet beter. Maar liefst 42% verwacht een (verdere) daling van het werkvolume. 12% ziet zich meer opdrachten uitvoeren. Het orderboekje van de bouwbedrijven raakt nog altijd zeer moeizaam gevuld. Het is crisis en de concurrentie (vaak ook erg hoge oneerlijke concurrentie) speelt op het scherp van de snee.


De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, zijn volgens 42% van de bouwbedrijven gedaald. 40% verwacht bovendien een verslechtering van de prijzen in de komende maanden. In het vorige kwartaal was dat nog 28% en 38%. Slechts 47% van de bedrijven geeft aan dat de huidige prijzen winstgevend zijn. 6% werkt verlieslatend.

Ondertussen kampt de bouw nog altijd met een hoog aantal slechte betalers (40% spreekt van een toename) en 56% (!!!) ervaart meer concurrentie (ter vergelijking: in derde kwartaal was dat 42%). Meer dan vroeger gaat het hier om oneerlijke concurrentie, vooral door of via buitenlandse onderaannemers, schijnzelfstandigen en andere, al dan niet schimmige, constructies.

De werkgelegenheid in de bouwsector begint daar ook onder te lijden. Deze houdt weliswaar nog goed stand maar toch hebben minder bedrijven personeel aangeworven en zijn er meer werknemers moeten vertrekken. 9% van de Vlaamse bouwbedrijven heeft in de voorbije maanden aangeworven en 19% heeft werknemers ontslagen. 11% plant aanwervingen. 20% zegt in de volgende maanden met minder personeelsleden te werken. Ook hier zeggen velen niet te kunnen opboksen tegen de goedkopere buitenlandse concurrentie.

Ondertussen daalt de tevredenheid van de bouwbedrijven met de economie in het algemeen tot diep onder het vriespunt. Tot voor midden 2011 hielden ontevreden en tevreden bouwondernemers elkaar in evenwicht maar nu zijn de pessimisten steeds talrijker en ruimschoots in de meerderheid. Ook het vertrouwen in het eigen bedrijf heeft een knauw gekregen. Daarover is nog slechts drie op vier bouwondernemers tevreden terwijl dit percentage in niet-crisisjaren boven de 90% ligt.

Wat 2013 betreft: het wordt een erg moeilijk jaar voor de bouwsector, aldus de bouwbedrijfsleiders.
40% verwacht volgend jaar slechtere zaken te doen terwijl slechts 13% het beter denkt te doen.

Verwachtingen van de bouwbedrijven voor het werkvolume in 2013, per marktsegment (indien van toepassing op het eigen bedrijf)

De meeste bouwbedrijven verwachten in de bouw en de afwerking van nieuwe gebouwen een daling tot zelfs sterke afname van het aantal opdrachten of een status quo ten opzichte van dit jaar, dat trouwens al niet fameus was op vlak van de nieuwbouw. Voor de woningbouw loopt het percentage dat een daling verwacht op tot 62%! Ook de evolutie van het aantal afgeleverde bouwvergunningen maakt duidelijk dat de verwachtingen voor de woningbouw in 2013 beter dan vorig jaar maar nog niet super zijn. De meest recente cijfers van de Afdeling Statistiek van de FOD Economie lopen tot en met september 2012 en tonen dat er in de eerste 9 maanden van dit jaar 36.034 vergunningen zijn afgeleverd in België. 12,2% meer dan in dezelfde periode van vorig jaar, maar wel 15,2% minder dan in 2010, toen de nieuwbouw weliswaar extra stimuli kreeg via het federale relanceplan, en – wat misschien een betere vergelijkingsbasis is – toch ook 12% minder dan in het pre-crisisjaar 2007. Voor Vlaanderen zijn de cijfers nog iets spectaculairder. In de eerste 9 maanden van dit jaar werden 20,7% meer vergunningen voor nieuwe woningen afgeleverd dan in de vergelijkbare periode van 2011, maar ook 7,8% minder dan in 2010 en 3,3% minder dan in 2007.

De renovatiemarkt geeft betere vooruitzichten. De meeste bouwbedrijven verwachten een status quo of een stijging in hun werkvolume. De blijvende aandacht en noodzaak tot het energiezuiniger maken van onze woningen en gebouwen zorgen voor serieuze uitdagingen voor dit marktsegment in de jaren die volgen. De plotse afbouw van de belastingverminderingen en het ontbreken van een onmiddellijk volwaardig gewestelijk alternatief eind vorig jaar hebben heel wat investeringen dit jaar snel “on hold” gezet. Dit maakt duidelijk dat ondersteuning voor energiebesparende woninginvesteringen nodig zijn. Zeker indien Vlaanderen haar 2020-doelstellingen wil behalen en de CO2-uitstoot wil beperken. De impact op het volume aan opdrachten naargelang de overheid meer of minder subsidies voor bepaalde werken geeft, laat zich onmiddellijk voelen, zo is nu wel gebleken. Investeringen in energiebesparing verdienen zichzelf trouwens zonder twijfel terug. Het wooncomfort stijgt ogenblikkelijk en de investering levert in de maanden en jaren die volgen steevast een fiks lagere energiefactuur op.

Ondertussen blijven de bedrijfsinvesteringen op een laag pitje branden vanwege de crisis en ook de overheid moet de buikriem aanhalen. We zitten in de na-gemeenteraadsverkiezingen-periode waarin traditioneel aanzienlijk minder lokale investeringen gebeuren. De besparingsmaatregelen waartoe de meesten zich gedwongen zien, versterken de verkiezingscyclus nog.

Ook interessant