Algemeen

Betonnen bunkers ook aan verval onderhevig

Werden versterkingsweken eeuwenlang uit metselwerk opgetrokken, na 1850 kwam beton in zwang. En dat hebben we geweten toen de bunker van de Atlantikwall moesten worden opgeruimd.

Bijna zestig jaar na de sloop van een groot deel van de Atlantikwall later moeten we ons zorgen maken over het behoud van dergelijke vrij ‘jonge’ verdedigingswerken, want ook beton is aan verval onderhevig. Komend weekend is het Open Monumentendag en de invalshoek ligt dit keer sterk op de verdediging.

“Een paarlensnoer uit staalbeton” zo noemde Hitler de Atlantikwall.
In zijn onlangs verschenen boek ‘Merck toch hoe sterk’ geeft Fred Feddes namens de Stichting Monumentendag een overzicht van verdedigingswerken vanaf de Slag bij Heiligerlee tot aan de Tweede Wereldoorlog. Vanuit dat perspectief gezien vindt Feddes de ruim 5000 kilometer lange Atlantikwall: “Vooral indrukwekkend als bouwprestatie. In korte tijd werden 14.000 bunkers gebouwd, waarvan een groot aantal in Nederland. De hoge productie was mogelijk dankzij een ver doorgevoerde standaardisatie of Regelbau. Er werd een beperkt aantal bunkertypen ontworpen en ook de bouwwijze en het benodigde materiaal stonden van te voren vast.”
In zijn boek laat Feddes ook de schrijver Maarten Asscher aan het woord, die heeft gewerkt bij het ministerie van OCW en daar aan den lijve kon ervaren dat de “monsterlijke” Diogenes-bunker na de oorlog verdienstelijk is gemaakt als archiefopslagruimte.
De geheel van daglicht verstoken, in Schaarsbergen gesitueerde luchtverdedigingsbunker met z’n inhoud van 33.000 kubieke meter heeft muren van 3 meter dikte.
Asscher: “Je zou bijna op de gedachte komen dat sommige gebouwen een schuld te lenigen hebben, voordat zij in de geschiedenis van het bouwen hun rechtmatige plaats hebben uitgediend, dan verdienen zij het ook vergeven te worden en als monument onderhouden, geëerd en niet in de laatste plaats op een zinvolle manier gebruikt te worden. Want monumentenzorg is er nu eenmaal niet alleen voor mooie, maar ook voor lelijke gebouwen.”

Beton
Bij verdedigingswerken uit de negentiende eeuw werd vooral brikkenbeton toegepast, een ongewapende beton samengesteld uit tras, kalk en brokken baksteen. Pas later werd er echt cement aan het beton toegevoegd. De problematiek en aanpak van ‘vroege’ betonconstructies, die bestaan uit cementmortel en ijzer (als wapening), zijn vergelijkbaar met die van het meer traditionele gewapende beton.
Langs de Nederlandse kust zijn nog altijd veel restanten van zware betonnen bunkers te vinden. Totaal verwijderen ervan bleek een moeizame en kostbare onderneming. Achteraf mogen we ons gelukkig prijzen dat menige brok oorlogsgeschiedenis daardoor behouden is gebleven, al is er soms forse schade te constateren.
Zo zijn op het forteiland bij IJmuiden de resten te zien van meerdere soorten beton, met bovenop een laag gewoon beton en daaronder brikkenbeton, laat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg zien in Infobulletin 40, dat handelt over Beton: schade en analyse.
Bij het fort in Spaarndam is de dunne toplaag van cementmortel deels losgelaten en zijn lokaal afzettingen te zien van calciumcarbonaat. Dit fort stamt uit 1900.
Bij de kazematten van de stelling Kornwerderzand in de Afsluitdijk, gebouwd tussen 1932 en 1936, gaat het om heel andere schade. Het scheurenpatroon en de witte uitslag wijzen op een chemische aantasting door alkali-silica reactie, al dan niet in combinatie met ettingriet-vorming.

Scheurvorming
Vooral forten en bunkers kampen vaak met gescheurd beton. Door een snelle verharding direct na de bouw en de daarbij optredende overhitting ontstaan thermische spanningsscheuren. In het verlengde hiervan kan vorstschade optreden, wanneer het beton tijdens vorstperioden is verzadigd met water.
Vooral beton uit het begin van de vorige eeuw varieert sterk in kwaliteit, aldus de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, en dat is vaak te wijten aan een te hoge water-cement factor. Dat leidt tot een hogere porositeit en daarmee tot een geringer bestandzijn tegen vorst. Als er dan ook nog eens wapening in het beton aanwezig is kan de schade op termijn aanzienlijk worden.
Hoe lelijk veel bunkers en andere verdedigingswerken soms ook zijn, nu we ze als historisch waardevol zijn gaan aanmerken, zullen we de schade moeten herstellen of in ieder geval de schademechanismen zien te vertragen. Vaak zal het dan gaan om een combinatie van (gedeeltelijke) reparatie met preventieve maatregelen.
Build for Life