Algemeen

Beton op maat verbetert de relatie

Beton kan naar de mening van Boudewijn Piscaer beter. Beter voor de economie, de werknemers in de bouw, de technische ontwikkeling, de duurzaamheid en het milieu. Het beton ondervindt in zijn ontwikkeling echter belemmering door regelgeving die de cementindustrie direct en indirect heeft bepaald en die de vrije marktontwikkeling
tegenwerkt.

Voor alle duidelijkheid: wat is eigenlijk cement? De basis cement (Cem I) is gemalen portland cement klinker met minder dan 5 procent gips en soms vliegas.
Men past in Europa steeds meer composiet cementen toe met toevoeging van andere secundaire bindmiddelen zoals hoogoven slakken (Cem II S en III), kalksteen (Cem II L ), vliegas (Cem II V) of hoogovenslakken en vliegas tegelijk (Cem V). Deze secundaire bindmiddelen mag de cementleverancier toevoegen in hoeveelheden en kwaliteit die mijns inziens nogal vaag zijn aangegeven in de Europese norm EN 197.
Nu komt de eerste anomalie. De betonfabrikant mag dezelfde secundaire bindmiddelen niet op gelijkwaardige wijze toevoegen in zijn beton en het dan vervolgens ‘cement’ noemen. Dit zelfs als hij daardoor meer kwaliteitscontrole krijgt waardoor hij een betere beton kan afleveren. Als de cementindustrie vliegas of kalksteenmeel toevoegt wordt het door de regelgeving als 100 procent cement erkend en als de betonfabrikant dit zelf doet is het voor vliegas. slechts 40 procent of bij kalksteenmeel 0 procent.
De tweede anomalie in de regelgeving is de minimum hoeveelheid ongespecificeerde cement die ‘nodig’ is om aan de eisen van het beton te voldoen. Met 200 kg van een hoge kwaliteit kan hij een betere beton maken dan met 300 kg van een lage kwaliteit cement, maar mag dat niet.

Achterhaald
Ook de water-cement-factor, die oorspronkelijk bedoeld was om de duurzaamheid van het beton te regelen maar de minimale hoeveelheid van de weer ongespecificeerde cement mede bepaalt, is achterhaald bij de toevoeging van fijne materialen. Denk aan toevoeging van kalksteenmeel door de betonfabrikant zelf. Ervaring laat zien dat hogere water -cement-factoren nu dikwijls hogere sterkte en lagere permeabiliteit dus grotere duurzaamheid betekenen. De derde en fundamentele anomalie is dat instanties die indirect door de cementindustrie gecontroleerd en/of beïnvloed worden zich bemoeien met de samenstelling van de beton. Dit is de enige industrie die ik ken waarbij een leverancier voorschrijft hoe zijn klant zijn product moet maken.
Vrijheid is een groot goed. Meer vrijheid betekent ook meer verantwoordelijkheid, die overigens bij problemen niet afgeschoven kan worden op de regelgevende en certificerende instanties.
Er zijn vele redenen om de huidige regelgevingen te vervangen:
- een kostenverlaging van standaard beton is mogelijk door eerlijke concurrentie tussen de cementleverancier en de betonfabrikant over het gebruik van dezelfde secundaire bindmiddelen (dit zonder vertragende en ingewikkelde procedures en nieuwe betuttelende en remmende complexe voorschriften).
- het beter verwerkbare en betaalbare beton kan daardoor efficiënter worden toegepast, is daardoor duurzamer en wordt mogelijk als toevoeging van water op de bouw (ja, ook in Nederland) niet meer verlangd wordt.
- beton op maat vraagt bindmiddel op maat: dus de betonfabrikant vraagt meer toevoeging van secundaire bindmiddelen.
- de betontechnologische ontwikkeling gaat nu sneller dan de regelgeving over de samenstelling kan bijhouden.
- hogere prestatie-beton vraagt meer controle over alle grondstoffen dan de cementindustrie laat zien, speciaal bij secundaire bindmiddelen.
- het verleggen van aandacht van de betontechnoloog op de samenstelling naar prestatie is nodig daar verwerkbaarheid en duurzaamheid een grotere rol moeten gaan spelen.
- de wetenschap wordt gestimuleerd door meer studie naar micro-verpakking en reactiviteit van secundaire bindmiddelen;
- uiteindelijk zal eerlijke concurrentie voeren tot een betere service (technische verkoop) van de cementindustrie;
- Er is sprake van een CO2 reductie door optimaal gebruik van cement-klinker met secundaire bindmiddelen. Hierdoor kan de betonindustrie voor meer dan 10 procent bijdragen aan de CO2 reductie. Bovendien kan door deze reductie het imago van beton als milieuvriendelijke bouwmateriaal verbeteren.
De progressieve elementen in de cementindustrie zullen zich gaan concentreren op het maken van een nog betere klinker met een nog kleinere bandbreedte zodat hun klanten optimaler gebruik kunnen maken van hun kostbare klinker. Denken in tonnen zal volgens mij dan plaats maken voor het denken in kwaliteit. Het zal zo kunnen zijn dat zijn klant geïnteresseerd raakt in een duurdere cement waarvan hij minder nodig heeft per kubieke meter.

Verantwoordelijkheid
Zelf heb ik positieve ervaringen opgedaan in de internationale vuurvaste materialenindustrie die geen regels maar een nog grotere verantwoordelijkheid kent dan de civiele betonindustrie. Vuurvaste beton heeft zich van ± 20 procent (aluminaat) cement naar < 5 procent cement/T ontwikkeld met als gevolg: een groeiend marktaandeel ten opzichte van vuurvaste stenen waardoor dezelfde totale hoeveelheden cement worden geleverd en grotere financiële bijdragen voor de cementfabrikant vanwege de toegespitste kwaliteit.
Minder cement, het moet mogen als het bindmiddel maar op peil blijft om aan de alsmaar stijgende eisen van verwerkbaarheid, sterkte en duurzaamheid te kunnen voldoen. De internationale cementindustrie is zeker sterk genoeg om een eerlijke stimulerende concurrentie met hun klant, de nationale beton industrie, aan te gaan. De relatie met de klanten van de betonindustrie kan dan verbeterd worden door meer beton op maat te leveren. Hiervan zal naar mijn idee vooral de cementindustrie zeker profiteren.
Build for Life