Het nieuwe LEED (Leadership in Energy and Environmental Design) gecertificeerde datacenter zal gebruik maken van warmte- en koudeopslag in de grond om het gebruik van mechanische koeling waar mogelijk te voorkomen. Overtollige warmte zal gebruikt worden om naburige gebouwen te verwarmen en wordt beschikbaar gesteld voor andere toepassingen door derden. Door de toepassing van duurzame technologie kunnen de klanten van Equinix gebruik maken van toonaangevende datacenterdiensten terwijl tegelijkertijd hun CO2-voetafdruk beduidend kleiner wordt.
Het complex omvat een kantoorgebouw en een datagebouw. Uit veiligheidsoverwegingen liggen de gebouwen op een betonnen platform dat omringd wordt door water.
Het volume van het datacenter is 107m lang, 58m breed en 23,4m hoog. Ingegeven door veiligheidsaspecten moeten alle datavloeren en andere onderdelen die van vitaal belang zijn voor het functioneren van het gebouw zich boven het NAP-hoogtepeil bevinden. Om dit te bereiken wordt het datagebouw 4.2 m boven maaiveld getild waarbij de tussenruimte gebruikt wordt voor diverse logistieke functies, zoals laden en lossen en opslag.
Qua functionaliteit volstaat het om het datacenter uit te voeren als een gesloten blok. Voor de inpassing van deze volumes in het Amsterdam Science Park is het echter van groot belang in maat en schaal een aanpassing te doen zodat de volumes toch iets prijsgeven van hun inhoud en passen binnen het zorgvuldig opgestelde stedenbouwkundige plan voor een hoogwaardige campus. Door in de gevel de technische ruimten te onderscheiden van de datavloeren zal de structuur van het gebouw zichtbaar worden. Ook zal er een gelaagdheid in de gevels zichtbaar zijn. Door te werken met een dubbele huid van blank geanodiseerde, aluminium lamellen krijgt het gebouw diepte. De lamellen worden in drie posities gefixeerd; open, gesloten en half open. De gevels rond de datavloeren worden gesloten uitgevoerd. Ter plaatse van de technische ruimten en de klantengangen worden de lamellen half open gefixeerd. Hierdoor zijn noodzakelijke technische openingen in de ‘binnengevel’ mogelijk zonder dat deze zich aan de buitenzijde tonen. De ruimte onder het gebouw wordt omsloten door horizontale lamellen, waarmee de transparantie behouden blijft.
Het kantoorgebouw bestaat uit twee L-vormige volumes die gespiegeld op elkaar zijn gestapeld. De ontvangst- en gemeenschappelijke functies zijn in het onderste L-volume geplaatst. Dit opent zich naar Amsterdam Science Park en laat daarmee het netwerk van het Science Park binnen. In het bovenste L-vormige volume bevinden zich de kantoorfuncties, die door hun positie in het volume op het Science Park zijn gericht. Deze opzet van de massa zorgt ervoor dat het relatief geringe programma van het kantoorgebouw in schaal aansluit op het grote datacenter, en het zich richting Science Park duidelijk definieert.
De lamellen van het kantoorgebouw zullen, in tegenstelling tot de lichte lamellen van het datagebouw, door het zwart geanodiseerde aluminium een donkere kleur krijgen. Op het snijvlak van de L-vormige volumes worden de lamellen onderbroken, zodat de twee volumes duidelijk leesbaar zijn. Het atrium wordt omsloten door een heldere, open glasgevel.
Na de zomer wordt gestart met de uitvoering. De eerste fase van het nieuwe datacenter wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2012 opgeleverd.
