Voor betonstaal deed zich op drie maanden tijd een toename met 90% of nagenoeg een prijsverdubbeling voor. Ook voor andere staalproducten zijn de prijzen almaar verder aan het toenemen. Zij liggen nu 50 à 60% hoger dan in het begin van dit jaar. De curven in de hiernavolgende grafiek duiden op wat Arcelor en Corus nu bevestigen, met name dat de prijzen verder zullen toenemen.
Bij de forse toename van de prijzen voor het betonstaal in het eerste kwartaal van 2004 heeft de VCB onmiddellijk alarm geslagen. Minister Bossuyt heeft daarop een omzendbrief uitgevaardigd waardoor de aannemers voor een beperkt aantal staalproducten de prijsstijgingen zonder omslachtige formaliteiten en individuele onderhandelingen konden verrekenen. In haar recentste brief aan de Vlaamse regering heeft de VCB gevraagd dat een aangepaste omzendbrief eveneens rekening zou houden met de prijsstijgingen voor constructiestaal (zoals profielen), handelsstaal en dik plaatijzer.
De omzendbrief van minister Bossuyt kende bovendien een beperkt toepassingsgebied. De brief was namelijk enkel van toepassing voor werken in opdracht van het departement LIN (Leefmilieu en Infrastructuur). De omzendbrief gold bijvoorbeeld niet voor belangrijke andere opdrachtgevers van infrastructuurwerken, zoals de NV Aquafin en de NMBS. Gemeenten en provincies behoorden evenmin tot het toepassingsgebied van de brief.
Vandaar dat de VCB er bij minister-president Leterme heeft op aangedrongen de omzendbrief te veralgemenen naar andere Vlaamse opdrachtgevers van overheidswerken en naar provincies en gemeenten. Deze uitbreiding moet uiteindelijk een belangrijke signaalfunctie vervullen naar private opdrachtgevers van bouwwerken.
Vandaag nog werd een record aantal faillissementen bekend gemaakt. In de bouwnijverheid treffen de faillissementen momenteel vooral de bedrijven die infrastructuur- en wegenwerken uitvoeren. Terwijl tussen 2003 en 2004 het aantal faillissementen in de ruwbouwsector weer lijkt af te nemen (met 9%), blijken zij in de wegenbouw en de burgerlijke bouwkunde opnieuw sterk de kop op te steken (met 24%).
De uitvoerders van infrastructuur- en wegenwerken blijven kampen met een te laag aantal opdrachten vanwege de gewestelijke en gemeentelijke overheden. De verdere stijging van de staalprijzen en de moeilijkheden die de bedrijven ondervinden om deze prijzen te verrekenen, betekenen voor een aantal onder hen de doodsteek.
