Directielid Kroezen van bouwbedrijf Heijmans meent dat Amsterdam bij de aanbesteding van de Noord-Zuidlijn een "volslagen belachelijk" lage raming heeft gemaakt. Bovendien moesten de ondernemers een te groot eigen risico dragen, zo zei hij vanmiddag tegen de enquêtecommissie Bouwnijverheid. Hij ontkent dat er bij de Noord-Zuidlijn prijsafspraken zijn gemaakt.
De ramingen van de gemeente voor de nieuwe metroverbinding bedroegen ongeveer de helft van de bedragen in de offertes van de bouwbedrijven. Die lagen 450 miljoen euro hoger dan de opgave van de gemeente. Projectmanager Bosch, die namens de gemeente verantwoordelijk was voor de aanbestedingen, vermoedt dat er bij de aanleg van de nieuwe metrolijn sprake was van "onvoldoende marktwerking". Volgens hem dreven onderaannemers de prijzen kunstmatig op.
'Geen vooroverleg'
Kroezen gaf toe dat er in het begin van de jaren '90 'royaal' vooroverleg plaatsvond, maar dat de illegale bijeenkomsten steeds minder zijn geworden en uiteindelijk zijn gestopt. Kroezen waarschuwde de gemeente dat de aanleg van de metrolijn toch nog duurder zou kunnen worden. "De gemeenteraad van Amsterdam moet niet gek opkijken als Bögl uiteindelijk toch 25 procent hoger uitkomt," aldus Kroezen voor de commissie. Dit Duitse bedrijf kreeg uiteindelijk de opdracht voor de bouw van de lijn omdat de andere bouwers volgens de gemeente te hoge prijzen vroegen.
Bosch vertelde vanmorgen aan de commissie dat hij per ongeluk een e-mail kreeg van aannemersbedrijf Heijmans, waarin die probeerde een bevriende bouwer over te halen niet samen te werken met Bögl. Dat vroeg volgens Kroezen "te lage prijzen" voor het station Rokin. Kroezen ziet in de e-mail geen kwaad.
